Circulaire Bezoldiging, eenmalige uitkering en eindejaarsuitkering burgemeesters; vergoeding, eindejaarsuitkering en eenmalige uitkering wethouders en vergoeding raads- en commissieleden

Aan: De burgemeesters, de colleges van burgemeester en wethouders, de gemeenteraden en de commissarissen van de Koningin

Onderwerp: Bezoldiging, eenmalige uitkering en eindejaarsuitkering burgemeesters; vergoeding, eindejaarsuitkering en eenmalige uitkering wethouders en vergoeding raads- en commissieleden

Doelstelling: Informatie

Juridische grondslag: Rechtspositiebesluit burgemeesters; Rechtspositiebesluit wethouders en Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Relaties met andere circulaires: 30 november 2004, nr. BK04/82921; 30 november 2004, nr. BK04/82923

Ingangsdatum: 1 januari 2004 resp. 1 januari 2005

Geldig tot: Nadere berichtgeving

Datum: 2 juni 2005

Nr: BK05/57904/DGKB/KZ

In vervolg op mijn circulaires van 30 november 2004, nr. BK04/82921 en 30 november 2004, nr. BK04/82923 meld ik u het volgende.

1. Bezoldiging burgemeesters

De bezoldiging van burgemeesters wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Onlangs is de CAO voor de sector Rijk vastgesteld. Dit heeft niet geleid tot een salarisverhoging. Dat houdt in dat u uitgaat van de bezoldiging die is vastgesteld per 1 mei 2003.

2. Eindejaarsuitkering burgemeesters

Op grond van artikel 15a, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters hebben burgemeesters recht op een eindejaarsuitkering waarvan de hoogte in de Staatscourant bekend wordt gemaakt. Deze circulaire wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

De procentuele eindejaarsuitkering wordt met ingang van 1 januari 2004 structureel verhoogd van 0,4% naar 0,8%.

Voor burgemeesters geldt een verhoogde eindejaarsuitkering van 1,5%.

Dat houdt in dat u vanaf 1 januari 2004 (dus met terugwerkende kracht) een structurele procentuele eindejaarsuitkering voor burgemeesters kunt hanteren van 2,3%.

De structurele verhoging van de eindejaarsuitkering werkt door naar reeds ingegane wachtgelden en uitkeringen.

3. Eénmalige uitkering burgemeesters

In artikel 8, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters is bepaald dat indien aan het personeel in de sector Rijk een éénmalige uitkering wordt toegekend, de burgemeester een uitkering op gelijke voet ontvangt.

Voor het personeel in de sector Rijk is het volgende overeengekomen.

In verband met de gestegen ziektekostenpremies in 2004 wordt de werkgeversbijdrage ziektekosten over het kalenderjaar 2004 voor alle op 31 december 2004 bij de sector Rijk in dienst zijnde ambtenaren die over de maand december 2004 een BTZR-uitkering ontvangen, met terugwerkende kracht éénmalig verhoogd met € 75,– netto.

Dat houdt in dat burgemeesters die op 31 december 2004 ‘burgemeester zijn’ en over de maand december 2004 een BTZR-uitkering ontvingen, ook recht hebben op deze éénmalige uitkering.

4. Vergoedingen wethouders

De vergoeding van wethouders wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Onlangs is de CAO voor de sector Rijk vastgesteld. Dit heeft niet geleid tot een salarisverhoging. Dat houdt in dat u uitgaat van de bezoldiging die is vastgesteld per 1 mei 2003.

5. Eindejaarsuitkering wethouders

Op grond van artikel 3, derde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders hebben wethouders recht op een eindejaarsuitkering.

De procentuele eindejaarsuitkering wordt met ingang van 1 januari 2004 structureel verhoogd van 0,4% naar 0,8%.

Dat houdt in dat u vanaf 1 januari 2004 (dus met terugwerkende kracht) een structurele procentuele eindejaarsuitkering voor wethouders kunt hanteren van 0,8%.

De structurele verhoging van de eindejaarsuitkering werkt door naar reeds ingegane wachtgelden en uitkeringen.

6. Eénmalige uitkering wethouders

In artikel 3, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders is bepaald dat indien aan het personeel in de sector Rijk een éénmalige uitkering wordt toegekend, de wethouder een uitkering op gelijke voet ontvangt.

Voor het personeel in de sector Rijk is het volgende overeengekomen.

In verband met de gestegen ziektekostenpremies in 2004 wordt de werkgeversbijdrage ziektekosten over het kalenderjaar 2004 voor alle op 31 december 2004 bij de sector Rijk in dienst zijnde ambtenaren die over de maand december 2004 een BTZR-uitkering ontvangen, met terugwerkende kracht éénmalig verhoogd met € 75,– netto.

Dat houdt in dat wethouders die op 31 december 2004 ‘wethouder zijn’ en over de maand december 2004 een BTZR-uitkering ontvingen, ook recht hebben op deze éénmalige uitkering.

7. Vergoeding raadsleden

In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor werkzaamheden voor raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Het indexcijfer voor 2004 is bepaald op 113.2. Voor 2003 was dat indexcijfer bepaald op 112,9.

Dit betekent dat de bedragen van de vergoeding voor werkzaamheden per 1 januari 2005 worden verhoogd met 0,3%.

Het maximumbedrag per maand voor de vergoeding van werkzaamheden voor raadsleden genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2005:

Tabel I

Klasse

Inwonertal

Maximum vergoeding werkzaamheden per maand

1

 

6.000

€ 182,61

2

6.001

8.000

€ 202,26

3

8.001

10.000

€ 235,20

4

10.001

12.000

€ 272,78

5

12.001

14.000

€ 319,59

6

14.001

18.000

€ 402,23

7

18.001

24.000

€ 498,15

8

24.001

30.000

€ 626,45

9

30.001

40.000

€ 773,24

10

40.001

50.000

€ 926,47

11

50.001

60.000

€ 1.006,70

12

60.001

80.000

€ 1.099,94

13

80.001

100.000

€ 1.177,99

14

100.001

125.000

€ 1.263,12

15

125.001

150.000

€ 1.337,39

16

150.001

250.000

€ 1.417,62

17

250.001

375.000

€ 1.558,02

18

375.001

 

€ 1.896,84

8. Vergoeding bijwonen vergaderingen commissieleden

In artikel 14, eerste lid, juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Het indexcijfer voor 2004 is bepaald op 113.2. Voor 2003 was dat indexcijfer bepaald op 112,9.

Dit betekent dat de bedragen van de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per 1 januari 2005 worden verhoogd met 0,3%.

De maximumvergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van gemeentelijke commissies genoemd in het eerste lid van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2005:

Tabel IV

Klasse

Inwonertal

Vergoeding

1

 

10.000

€ 48,59

2

10.001

20.000

€ 53,71

3

20.001

50.000

€ 64,44

4

50.001

100.000

€ 79,28

5

100.001

250.000

€ 101,26

6

250.001

 

€ 128,37

9. Informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers, kunt u vinden op de internetsite van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: www.minbzk.nl, openbaar bestuur, politieke ambtsdragers.

Hoogachtend,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor deze:
de directeur-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur, L.A.M. van Halder.

Naar boven