Mandaatregeling stafdirecties, cluster SG, Justitie 2005

Regeling van de secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie van 3 juni 2005, nr. 5332530/05/DP&O, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan de hoofden van de onder de secretaris-generaal ressorterende directies en dienstonderdelen (Mandaatregeling stafdirecties, cluster SG, Justitie 2005)

De secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie,

Gelet op artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005 en artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluit:

Artikel 1

Van het ingevolge artikel 2 van de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005 aan de secretaris-generaal verleende mandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun directie of bureau betreffen ondermandaat verleend aan:

a. de directeur Algemene Justitiële Strategie;

b. de directeur Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum;

c. de directeur Voorlichting;

d. het hoofd bureau Secretaris-Generaal.

Artikel 2

1. Aan de secretaris-generaal blijft voorbehouden:

a. de bevoegdheid om besluiten te nemen ten aanzien van de aanstelling, bevordering en het ontslag alsmede ten aanzien van disciplinaire maatregelen van functionarissen op managementfuncties van schaal 14 en hoger direct onder het niveau van het hoofd van de directie of het bureau;

b. de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies;

2. Artikel 2 van de Mandaatregeling DG's, NCTb en plv. SG Justitie 2005 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

De hoofden van de onder het secretaris-generaal ressorterende directies en het bureau worden ieder voor zich aangewezen als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de hoofden van de rechtstreeks onder hen ressorterende stafondersteuning, stafbureaus en dienstonderdelen.

Artikel 4

De Mandaatregeling stafdirecties, cluster s.g., Justitie 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling stafdirecties, cluster SG, Justitie 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 juni 2005.
De secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie,
J. Demmink.

Toelichting

In deze regeling wordt door de secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie aan de directeuren en hoofden van de onder hem ressorterende directies en diensten de bevoegdheid doorverleend om namens de Minister van Justitie onderscheidenlijk de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie besluiten te nemen (ondermandaat). Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005 heeft deze regeling ook betrekking op de doorgifte van de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen te verrichten (volmacht en machtiging).

Het bevoegdheidsvoorbehoud in artikel 2, eerste lid, onder b, vloeit voort uit het rijksbrede plan van aanpak `Meer focus op de externe inhuur', zoals vastgelegd in de brief van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer van 25 oktober 2004 (Kamerstukken II 2004/05, 29 362, nr. 21).

Voor een nadere toelichting op de algemene aspecten van deze regeling wordt verwezen naar de toelichting op de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005.

's-Gravenhage, 3 juni 2005.

De secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie,

J. Demmink.

Naar boven