Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2005, 114 pagina 17 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2005, 114 pagina 17 | Overig |
7 februari 2005
Nr. C/S/05/262
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;
De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 14 augustus 2004, nr. arc-2004.01271/2);
Besluit:
De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Inspectie van het Onderwijs en de onder hem ressorterende actoren op de beleidsterreinen Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Hoger Beroepsonderwijs, Wetenschappelijk Onderwijs en Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie over de periode 1945–2002’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.
Den Haag, 7 februari 2005.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de Algemene Rijksarchivaris, M.W. van Boven.
BSD betreffende het handelen van de Inspectie van het Onderwijs op het beleidsterrein Primair Onderwijs periode 1945–2002
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap/Nationaal Archief
Inspectie van het Onderwijs
Maart 2005
AVMB: Algemene voorbereiding op maatschappij en beroep
BSD: Basisselectiedocument
CFI: Centrale Financiën Instellingen
ISOVSO: Interim-wet Speciaal Onderwijs, Voortgezet Speciaal Onderwijs
OALT: Onderwijs in allochtone, levende talen
RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek
RPBO: Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel
SO: Speciaal Onderwijs
USZO: Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs
WA: Wettelijke aansprakelijkheid
WBO: Wet op het Basisonderwijs
WEC: Wet op de Expertisecentra
WMO: Wet op de Medezeggenschap in het Onderwijs
WPO: Wet op het Primair Onderwijs
De PIVOT-rapporten Klaar… af! en Speciaal centraal vormen de basis voor de hier opgenomen selectielijst.
Het rapport en het BSD zijn het resultaat van institutionele onderzoeken (RIO-nummers 64 en 52) welke zijn uitgevoerd binnen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in overeenstemming met de afspraken die bij convenant van 9 februari 1995 tussen de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van het ministerie van OC&W en de Algemene Rijksarchivaris zijn gemaakt. In aansluiting hierop heeft de Inspectie van het Onderwijs, in verband met de nadien sterk gewijzigde onderwijswetten, de looptijd van het BSD verlengd van 1999 tot en met 2002. Dit is gebaseerd op eigen onderzoek van de Inspectie.
Het rapport beschrijft de taken en handelingen van de verschillende actoren op de beleidsterreinen.
In dit BSD wordt de neerslag van de handelingen gewaardeerd, op basis waarvan de daadwerkelijke selectie van archiefbescheiden uitgevoerd kan worden. Onder archiefbescheiden worden zowel de papieren bescheiden als gedigitaliseerde bescheiden verstaan; deze gedigitaliseerde bestanden vallen namelijk ook onder de Archiefwet 1995.
Tevens kan dit BSD dienen als leidraad bij de inrichting of herinrichting van de documentaire informatievoorziening.
Het BSD is als volgt samengesteld:
– een korte beschrijving van de beleidsterreinen;
– een verantwoording van de doelstelling van de selectie en de gehanteerde criteria;
– de lijsten van gewaardeerde handelingen.
Hoofdstuk 2. Beschrijving beleidsterrein Primair Onderwijs
Het beleidsterrein Primair Onderwijs omvat de deelbeleidsterreinen Basisonderwijs en Speciaal Onderwijs.
Het Basisonderwijs is het onderwijs dat gegeven wordt aan kinderen van vier tot ongeveer twaalf jaar.
In de Wet op het Basisonderwijs (WBO) van 1985 zijn de vóór deze wet als kleuteronderwijs (voor kinderen van vier tot zes jaar) en lager onderwijs (voor kinderen van zes tot twaalf jaar) bekend staande onderwijsvormen geïntegreerd tot één onderwijsvorm voor kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar. Het basisonderwijs omvat acht aaneensluitende jaren en vormt mede de grondslag voor het voortgezet onderwijs.
Het algemeen doel van het basisonderwijs is het langs een ononderbroken ontwikkelingsproces realiseren van een emotionele en verstandelijke ontwikkeling, een ontwikkeling van creativiteit, en de verwerving van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden bij de leerlingen. In de realisatie van dit doel wordt er ook rekening mee gehouden dat de leerlingen opgroeien in een multi-culturele samenleving.
Het basisonderwijs legt, zoals de naam al zegt, de basis voor het verdere onderwijs.
Het deelbeleidsterrein Speciaal Onderwijs omvat zowel het speciaal onderwijs als het voortgezet speciaal onderwijs. In zowel het RIO als in dit BSD worden de termen ‘buitengewoon onderwijs’ en ‘speciaal onderwijs’ door elkaar heen gebruikt; het betreft evenwel in beide gevallen het onderwijs aan kinderen die niet deel kunnen nemen aan het reguliere onderwijs, door maatschappelijke factoren dan wel door factoren op het gebied van het leren of van opvoedkundige aard. Het gebruik van ofwel de term ‘buitengewoon onderwijs’ ofwel de benaming ‘speciaal onderwijs’ is gerelateerd aan de periode waarin een bepaalde handeling plaatsvond: de benaming ‘speciaal onderwijs’ deed namelijk pas in 1977 (Nota Speciaal onderwijs) zijn intrede en het zou, historisch gezien, niet passen in beschrijvingen van handelingen die veel vroeger plaatsvonden.
De Lager-Onderwijswet van 1920, en met name het artikel 3, kan gezien worden als basis voor het overheidsbeleid op het gebied van het buitengewoon onderwijs. Artikel 3 spreekt namelijk van ‘kinderen, die wegens ziels- of lichaamsgebreken of uit maatschappelijke oorzaak niet in staat zijn geregeld en met vrucht het gewone onderwijs te volgen of wier gedrag het noodzakelijk maakt hun buitengewoon onderwijs te doen geven’.
Door de jaren heen verandert de terminologie; ‘buitengewoon lager onderwijs’ wordt vervangen door ‘buitengewoon onderwijs’ en later door ‘speciaal onderwijs’. Ook de doelgroep is van wisselende samenstelling; behoren bijvoorbeeld schipperskinderen tot 1985 nog bij het buiten-gewoon onderwijs, na die tijd vallen zij onder de werkingssfeer van de Wet op het basisonderwijs.
Speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn bedoeld voor leerlingen vanaf drie tot twintig jaar voor wie vaststaat dat overwegend een orthopedagogische of orthodidactische benadering noodzakelijk is.
De verschillende onderwijsvormen binnen deze typen onderwijs zijn toegespitst op leerlingen met zeer uiteenlopende specifieke problemen:
– aangepast aan lichamelijke handicaps of problemen (dovenscholen, mytylscholen, ziekenhuisscholen, enz.);
– aangepast aan leerproblemen of verstandelijke handicaps (MLK, ZMLK);
– aangepast aan opvoedingsproblemen (LOM, ZMOK, PI).
De doelstellingen van het onderwijsbeleid op het gebied van het speciaal onderwijs zijn als volgt:
het onderwijs dient te worden afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling, en dient daarom zodanig ingericht te worden dat een ononderbroken ontwikkelingsproces doorlopen kan worden. Zo mogelijk brengt het leerlingen tot het volgen van gewoon onderwijs in scholen voor basisonderwijs of voortgezet onderwijs.
Verder moet het onderwijs zich richten op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling van de leerling binnen het speciaal onderwijs, op het ontwikkelen van creativiteit, het verwerven van kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.
De rol van de Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van het Primair Onderwijs is het toezicht houden op de naleving van wet- en regelgeving door de scholen en op de kwaliteit van het onderwijs bij die scholen. Voorts houdt de Inspectie zich op de hoogte van de toestand van het onderwijs in het algemeen.
3.A. Doelstelling van de selectie
De selectie richt zich op de (administratieve) neerslag van het handelen door overheidsorganen, die vallen onder de werking van de Archiefwet 19951 . De selectielijst is tot stand gekomen op grond van een wettelijk voorgeschreven procedure. Deze procedure, welke zijn grondslag heeft in art. 5 van de Archiefwet 1995, is neergelegd in de artikelen 2 tot en met 5 van het Archiefbesluit 1995, Stb. 671.
De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving.
In dit BSD worden de handelingen van de verschillende organen geselecteerd op hun bijdrage aan de realisering van de selectiedoelstelling. Bij de selectie gaat het er om welke gegevensbestanden, behorend bij welke handeling, en berustend bij welke actor, bewaard moeten blijven met als doel het handelen van de rijksoverheid met betrekking tot het beleidsterrein op hoofdlijnen te kunnen reconstrueren.
Het handelen van overheidsorganen bestaat uit verschillende fasen in het beleidsproces. Deze fasen zijn o.a. agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsvaststelling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. Om de reconstructie van het handelen op hoofdlijnen mogelijk te maken, dient dus vooral de neerslag van de eerste vier en de laatste fase bewaard te blijven.
De gegevensbestanden kunnen zowel uit papieren- als uit digitale documenten bestaan.
Indien de neerslag in aanmerking komt voor vernietiging dan vermeldt het BSD een V met een termijn. De termijn gaat in na expiratiedatum of afdoening van de archivistische neerslag.
Teneinde de selectiedoelstelling te operationaliseren zijn de in het Rapport Institutioneel Onderzoek geformuleerde handelingen gewogen aan de hand van de door PIVOT opgestelde selectiecriteria.
Uitgaande van de selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1993 een lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Bij de vaststelling van deze selectiecriteria is bepaald dat de bruikbaarheid van de criteria binnen afzienbare tijd zou worden geëvalueerd. In april 1996 werd met dat doel een werkgroep samengesteld. Bij de samenstelling van de werkgroep is gezorgd voor inbreng vanuit zowel de Rijksarchiefdienst/PIVOT als vanuit de zorgdragers. Op 26 november 1996 werden de resultaten tijdens een PIVOT-themabijeenkomst gepresenteerd, waarna als gevolg van discussie nog enige aanpassingen volgden. Op 29 april 1997 werden de herziene selectiecriteria door het afdelingswerkoverleg vastgesteld, waarop zij werden aangeboden aan het Convent van rijksarchivarissen en voor advies voorgelegd aan de Raad voor Cultuur en de Permanente Commissie Documentaire Informatievoorziening Rijksoverheid (PC Din). Na verwerking van de adviezen zijn de herziene selectiecriteria vastgesteld door het Convent van Rijksarchivarissen. In dit BSD zijn de criteria van 1997 gehanteerd.
De algemene selectiecriteria zijn positief geformuleerd, het zijn bewaarcriteria. De criteria geven de handelingen aan die met een B gewaardeerd worden, en waarvan de neerslag dus overgebracht dient te worden. De neerslag van de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt niet overgebracht en kan op termijn vernietigd worden.
Handelingen die gewaardeerd worden met B (Bewaren)
1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.
2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.
3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren.
Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.
4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.
5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt.
Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.
6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.
Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.
Naast de algemene criteria kunnen er ten aanzien van bepaalde handelingen, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstellingen, in een BSD beleidsterrein-specifieke criteria worden geformuleerd, die met behulp van de algemene criteria niet kunnen worden gewaardeerd.
Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.
3.C. Verslag van de vaststellingsprocedure
Het Archiefbesluit 1995, artikel 5 onder d, 3° schrijft voor dat in de toelichting bij een selectielijst verslag wordt gedaan van de vaststellingsprocedure.
28 maart 2003 is het ontwerp-BSD door de Inspectie voor Onderwijs aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 2 februari 2004 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van de Inspectie voor Onderwijs, het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.
Op 14 september 2004 bracht de RvC advies uit (arc-2004.01272/2), hetwelk behoudens enkele tekstuele correcties heeft geen aanleiding gegeven tot wijzigingen van de ontwerp-selectielijst.
Daarop werd het BSD op 7 februari 2005 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vastgesteld [C/S/05/262].
Hoofdstuk 4. De selectielijst Primair Onderwijs
Aangegeven worden:
RIO nr.: dit is het corresponderende nummer van de handeling binnen het RIO.
Handeling: dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.
Periode: Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.
Grondslag: indien bekend aangegeven.
Product: Indien bekend aangegeven.
Waardering: door middel van plaatsing van de letters B en V wordt een waardering gegeven voor het ‘Bewaren’ dan wel ‘Vernietigen’ van de neerslag van de handeling. Bij de handelingen die met een B gewaardeerd zijn wordt het selectiecriterium vermeld dat tot dat voorstel geleid heeft. De te bewaren neerslag dient na afloop van de overbrengingstermijn overgebracht te worden naar de Rijksarchiefdienst in goede, geordende en toegankelijke staat.
Bij de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt zo mogelijk de termijn aangegeven, waarna de vernietiging kan plaatsvinden. De vernietigingstermijnen zijn ingevuld op grond van informatie uit bestaande vernietigingslijsten en gesprekken met vertegenwoordigers van het juridische en administratieve belang bij de zorgdrager.
Handeling: het toezien op het naleven van de wettelijke bepalingen en voorschriften bij scholen voor basisonderwijs
Periode: 1945– (31 juli 1998)
Grondslag: WBO, art. 5, lid 2a
Product: Verslagen zoals schoolbezoekverslag, jaarverslag, onderwijsverslag, aspectrapportage
Waardering: V, 20 jaar m.u.v. een aantal voorbeelddossiers: B (5)
Toelichting bij de waardering: per provincie worden 1x per 5 jaar 2 rapporten bewaard per schoolsoort (katholiek, prot. Christelijk, neutrale en bijzondere neutrale). Totaal: (12 x 2 x 4 =) 96
Handeling: het evalueren van de stand van het basisonderwijs met betrekking tot de kwaliteit ervan
Periode: 1945– (31 juli 1998)
Grondslag: WPO, art. 5, lid 2b
Product: Rapportages aan de minister
Waardering: B (3)
Handeling: het samenstellen van het gedeelte betreffende het basisonderwijs in het Onderwijsverslag
Periode: 1993– (31 juli 1998)
Grondslag: WPO, art. 5, lid 2b en 2e
Product: (gedeelte) Onderwijsverslag
Waardering: B (3)
Handeling: het doen van voorstellen aan de minister indien deze in het belang van het basisonderwijs worden geacht
Periode: 1945– (31 juli 1998)
Grondslag: WPO, art. 5, lid 2e
Product: Advies
Waardering: B (1)/(5)
Handeling: het toetsen van een afwijking van de regeling spreiding zomervakantie
Periode: 2002–
Grondslag: Regeling Spreiding zomervakanties 2002–2006, art. 6, lid 9
Product: Verslag
Waardering: V 2 jaar
4.A.2. Aparte bepalingen voor het voortgezet speciaal onderwijs
Handeling: het verlenen van goedkeuring aan scholen voor lager beroepsonderwijs of andere vormen van regulier onderwijs om een deel van het schoolwerkplan, voor zover het betrekking heeft op het voortgezet speciaal onderwijs, uit te voeren
Periode: 1985–
Grondslag: ISOVSO, art. 19, lid 10
Product: Beschikking
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
4.A.3. Andere vormen van basisonderwijs
Handeling: het verlenen van toestemming aan een school voor woonwagenkinderen, om de maximum leeftijd van kinderen van woonwagenkampbewoners die onderwijs volgen in een klas voor zeer jeugdige kinderen, te verhogen
Periode: 1995–
Grondslag: Besluit van 26-11-1955, art. 143, lid 7
Product: Beschikking
Waardering: V 0 jaar (tot einde opleiding)
Handeling: het verlenen van toestemming dat andere kinderen dan kinderen voor wie het ligplaatsonderwijs is bedoeld, worden toegelaten tot de school voor ligplaatsonderwijs aan varende kinderen
Periode: 1985– (31 juli 1998)
Grondslag: WPO, art. C2, lid 2
Product: Beschikking
Waardering: V 0 jaar (tot einde opleiding)
Handeling: het verlenen van ontheffing van het bepaalde omtrent de leeftijd waarop leerlingen de school moeten hebben verlaten in het kader van bepalingen over de toelatingsleeftijd en de duur van het onderwijs
Periode: 1985–1998
Grondslag: Besluit trekkende bevolking WBO, art. D6, lid 2
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
4.A.4. Kennisneming en registratie
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van de schoolgids en het schoolplan
Periode: 1999–
Grondslag: WPO, art. 16, lid 3
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van het directiestatuut
Periode: 1999–
Grondslag: WPO, art. 31, lid 7
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van een mededeling van benoeming of ontslag van personeel
Periode: 1999–
Grondslag: WPO, art. 33, lid 1
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van een mededeling van de ontzegging van de toegang van een student
Periode: 1999–
Grondslag: WPO, art. 36, lid 3
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van een mededeling over ontheffing van de WA-verzekering
Periode: 1999–
Grondslag: WPO, art. 45
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van een mededeling over opheffing van een school of nevenvestiging
Periode: 1999–
Grondslag: Bekostigingsbesluit WPO, art. 4
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het registreren van telgegevens
Periode: 1999–
Grondslag: Bekostigingsbesluit WPO, art. 11
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van het zorgplan
Periode: 1999–
Grondslag: WPO, art. 19, lid 3
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het adviseren inzake ongevraagd ontslag bij het openbaar onderwijs
Periode: 1999–
Grondslag: RpBO, art. 11-D3, lid 2
Product: Advies
Waardering: V 70 jaar na geboorte
4.B.1. De inhoud van het speciaal onderwijs; algemene bepalingen-
Handeling: het toezien op het naleven van de wettelijke bepalingen en voorschriften bij scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
Periode: 1945–1996
Grondslag: ISOVSO, art. 5, lid 1
WBO, art. 5, lid 2a
Product: Verslagen zoals schoolbezoekverslag, jaarverslag, onderwijsverslag, examenverslag, aspectrapportage
Waardering: V 20 jaar m.u.v. voorbeelddossiers
Handeling: het evalueren van de stand van het (voortgezet) speciaal onderwijs met betrekking tot de kwaliteit ervan
Periode: 1999–
Grondslag: WEC, art. 5, lid 2a, 2b, 2c
Product: Rapportages, verslagen zoals schoolbezoekverslag, jaarverslag, onderwijsverslag, examenverslag, aspectrapportage
Waardering: B (3)
Handeling: het doen van voorstellen aan Onze minister die de inspectie in het belang van het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs nodig acht
Periode: 1982–
Grondslag: WEC, art. 5, lid 2e
Product: Rapport
Waardering: B (1)/(5)
Handeling: het toetsen van een afwijking van de regeling spreiding zomervakantie
Periode: 2002–
Grondslag: Regeling Spreiding zomervakanties 2002–2006, art. 6, lid 9
Product: Verslag
Waardering: V 2 jaar
Handeling: het verstrekken van een ambtsbericht aan de gemeente over de beoordeling of een niet-bekostigde instelling een dagschool is in de zin van de WPO/WEC
Periode: 1999–
Grondslag: Leerplichtwet, art. 1
Product: Ambtsbericht
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het verstrekken van een ambtsbericht omtrent bijzondere omstandigheden bij een verzoek om ontheffing van de WMO
Periode: 1999–
Grondslag: WMO, art. 30, lid 1
Product: Ambtsbericht
Waardering: V 5 jaar
4.B.2. De toelating tot het (voortgezet) speciaal onderwijs
Handeling: het verlenen van toestemming aan een school voor kinderen, die zijn opgenomen in herstellingsoorden, om kinderen, die korter dan drie weken in het ziekenhuis zullen verblijven, toe te laten op de school
Periode: 1978–1998
Grondslag: Besluit van 06-11-1978, art. 80a, lid 3
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het op verzoek verlenen van toestemming tot toelating van een leerling op een andere schoolsoort voor (voortgezet) speciaal onderwijs als waar hij eigenlijk thuis zou horen
Periode: 1985–
Grondslag: ISOVSO, art. 10, lid 3, WEC, art. 10, lid 2
Product: Beschikking
Waardering: V 0 jaar (tot einde opleiding)
Handeling: het verlenen van toestemming aan een school voor buitengewoon onderwijs om af te wijken van de minimum- of maximumleeftijd van de leerlingen
Periode: 1950–
Grondslag: ISOVSO, art. 31, lid 3 en 5, WEC, art. 39, lid 1, 2, 3 en 4
Product: Beschikking
Waardering: V 0 jaar (tot einde opleiding)
Handeling: het dringend aan het schoolbestuur van een school voor buitengewoon lager onderwijs verzoeken om een leerling te verwijderen die daar wat zijn aard betreft niet thuishoort
Periode: 1950–1996
Grondslag: Wet van 12-05-1993, Stb. 270, art. 33a, WEC, art. 42, lid 1
Product: Verzoekschrift
Waardering: V 5 jaar (na verwijdering)
Handeling: het inroepen van een beslissing van Onze minister bij weigering tot verwijdering van een onterecht op het Speciaal Onderwijs geplaatste leerling
Periode: 1999–
Grondslag: WEC, art. 42, lid 2
Product: Brief
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het beoordelen of het toelatingsonderzoek voldoet aan redelijk te stellen eisen
Periode: 1999–
Grondslag: WEC, art. 42, lid 3
Product: Verslag
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het inroepen van een beslissing van Onze minister bij onenigheid over de kwaliteit van het toelatingsonderzoek
Periode: 1999–
Grondslag: WEC, art. 42, lid 3
Product: Brief
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het overleggen bij bezwaarprocedures inzake toelating of verwijdering
Periode: 1999–
Grondslag: WEC, art. 40, lid 5, juncto 61, lid 4a
Product: Verslag
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het verstrekken van een ambtsbericht aan CFI over de aanvraag van extra formatie in verband met een Down-leerling of een leerling met een verstandelijke handicap
Periode: 1999–
Grondslag: WPO Beleidsregel conform art. 120 lid 5
Product: Ambtsbericht
Waardering: V 0 jaar (tot einde opleiding)
Handeling: het verstrekken van een ambtsbericht aan CFI over de aanvraag van extra formatie wegens bijzondere omstandigheden
Periode: 1999–
Grondslag: PO/BB-98/40466 conform WEC art. 117 lid 4
Product: Ambtsbericht
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het toetsen van een aanvraag tot verlenging van de ambulante begeleiding van een SO-leerling op een andere schoolsoort
Periode: 1999–
Grondslag: PO/BB-98/40466 conform WEC art. 117 lid 4
Product: Verslag
Waardering: V 0 jaar (tot einde opleiding)
4.B.3. De inhoud van het speciaal onderwijs
Handeling: het verlenen van een ontheffing aan het schoolbestuur van een school of afdeling voor speciaal onderwijs betreffende het aantal uren onderwijs dat per dag en per jaar wordt gegeven
Periode: 1976–
Grondslag: WEC, art. 12
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het verlenen van een ontheffing met betrekking tot de maximale duur van een stage ten behoeve van leerlingen uit het (voortgezet) speciaal onderwijs
Periode: 1985–
Grondslag: Onderwijskundig besluit WEC, art. 8, lid 2
Product: Ontheffing
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het beoordelen van het zorgplan
Periode: 1999–
Grondslag: WPO, art. 19
Product: Verslag
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
4.B.4. Kinderen van trekkende bevolking
Handeling: het goedkeuren van een reisplan voor rijdende scholen dat het schoolbestuur van een school voor kinderen van kermisexploitanten jaarlijks toezendt
Periode: 1967–
Grondslag: WPO Besluit Trekkende Bevolking, art. B1, lid 2, resp. art. B5, lid 3
Product: Besluit
Waardering: V 2 jaar (na vervanging plan)
Handeling: het inroepen van een beslissing van Onze minister bij het weigeren van een rijdende school om tegemoet te komen aan de bedenkingen van de inspecteur omtrent standplaats of reisplan (zie RIO-nr. 113)
Periode: 1967–
Grondslag: WPO Besluit Trekkende Bevolking, art. B1, lid 2, resp. art. B5, lid 3
Product: Brief
Waardering: V 5 jaar
4.B.5. Kennisneming en registratie
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van de schoolgids of het schoolplan
Periode: 1999–
Grondslag: WEC, art. 27, lid 2 en 3
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van het directiestatuut
Periode: 1999–
Grondslag: WEC, art. 31, lid 3
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van informatie over de benoeming of het ontslag van personeel
Periode: 1945–
Grondslag: WEC, art. 33, lid 1
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van een mededeling over afwijking van de bevoegdheidseisen
Periode: 1945–
Grondslag: WEC, art. 3, lid 7
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van een mededeling over ontheffing van de WA-verzekering
Periode: 1945–
Grondslag: WPO, art. 45
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van een mededeling over de opheffing van de school, nevenvestiging of afdeling
Periode: 1945–
Grondslag: Bekostigingsbesluit WEC, art. 4
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van telgegevens
Periode: 1945–
Grondslag: WEC Bekostigingsbesluit, art. 10 (leerlingentelling) en art. 50 (ambulant begeleide leerlingen)
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van een kopie van de aanvraag van extra formatie
Periode: 1945–
Grondslag: WPO Beleidsregel conform art. 120 lid 5
Product: Ontvangen document, registratie
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het adviseren inzake het ongevraagd ontslag bij het openbaar onderwijs
Periode: 1999–
Grondslag: RpBO art. II-D3 lid 2
Product: Advies
Waardering: V 70 jaar na geboorte
Handeling: het registreren van een aanvraag voor de bevoegdheid voor het vak Algemene Voorbereiding op Maatschappij en Beroep (AVMB)
Periode: 1999–
Grondslag: WEC, art. 3, lid 6
Product: Ontvangen aanvraag en beschikking
Waardering: V 70 jaar na geboorte
Handeling: het beoordelen bij een aanvraag tot bevoegdheid AVMB of aan de voorwaarde van één jaar lesgeven is voldaan
Periode: 1999–
Grondslag: WEC, art. 3, lid 6
Product: Verslag
Waardering: V 70 jaar na geboorte
Handeling: het beoordelen van de bekwaamheid van leerkrachten met een niet-Europees diploma
Periode: 1999–
Grondslag: WPO/WEC, art. 3, lid 4
Product: Verslag
Waardering: V 70 jaar na geboorte
Handeling: het beoordelen van proeflessen van native speakers in verband met een tijdelijke bevoegdheid OALT
Periode: 1999–
Grondslag: WPO/WEC, art. 3, lid 4 en 5
Product: Verslag
Waardering: V 70 jaar na geboorte
Handeling: het geven van advies aan CFI over het in dienst houden van een pensioengerechtigde
Periode: 1999–
Grondslag: WPO, art. 138, lid 2
WEC art. 132 lid 2
Product: Advies
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het verstrekken van Informatie aan USZO over de invloed van het werk op arbeidsongeschiktheid
Periode: 1999–
Grondslag: Besluit Ziekte en Arbeidsongeschiktheid Onderwijs en Onderzoek Personeel, art. 6
Product: Brief
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het verstrekken van informatie aan USZO over de verwijtbaarheid van werkloosheid
Periode: 1999–
Grondslag: Besluit Ziekte en Arbeidsongeschiktheid Onderwijs en Onderzoek Personeel, art. 13, lid 1
Product: Brief
Waardering: V 5 jaar
1
Archiefwet 1995, Wet van 28 april 1995 (Stb. 276), houdende vervanging van de Archiefwet 1962 (Stb. 313) en in verband daarmee wijziging van enige andere wetten.
BSD betreffende het handelen van de Inspectie van het Onderwijs op het beleidsterrein Voortgezet Onderwijs periode 1968–2002
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap/Rijksarchiefdienst PIVOT
Inspectie van het Onderwijs
Maart 2005
BSD: Basisselectiedocument
HAVO: Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs
LBO: Lager Beroepsonderwijs
MAVO: Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs
RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek
VBO: Voorbereidend beroepsonderwijs
VMBO: Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
VWO: Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
WOT: Wet op het onderwijstoezicht
WVO: Wet op het Voortgezet Onderwijs
Het PIVOT-rapport Mammoetsporen, deel I vormt de basis voor de hier opgenomen selectielijst.
Het rapport en het BSD zijn het resultaat van institutioneel onderzoek (RIO-nummer 63) welke is uitgevoerd binnen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in overeenstemming met de afspraken die bij convenant van 9 februari 1995 tussen de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van het ministerie van OC&W en de Algemene Rijksarchivaris zijn gemaakt. In aansluiting hierop heeft de Inspectie van het Onderwijs, in verband met de nadien sterk gewijzigde onderwijswetten, de looptijd van het BSD verlengd van 1999 tot en met 2002. Dit is gebaseerd op eigen onderzoek van de Inspectie.
Het rapport beschrijft de taken en handelingen van de verschillende actoren op de beleidsterreinen.
In dit BSD wordt de neerslag van de handelingen gewaardeerd, op basis waarvan de daadwerkelijke selectie van archiefbescheiden uitgevoerd kan worden. Onder archiefbescheiden worden zowel de papieren bescheiden als gedigitaliseerde bescheiden verstaan; deze gedigitaliseerde bestanden vallen namelijk ook onder de Archiefwet 1995.
Tevens kan dit BSD dienen als leidraad bij de inrichting of herinrichting van de documentaire informatievoorziening.
Het BSD is als volgt samengesteld:
– een korte beschrijving van de beleidsterreinen;
– een verantwoording van de doelstelling van de selectie en de gehanteerde criteria;
– de lijsten van gewaardeerde handelingen.
Hoofdstuk 2. Beschrijving beleidsterrein Voortgezet Onderwijs
Het beleidsterrein voortgezet onderwijs omvat de scholen voor voorbereidend bereidend beroepsonderwijs (vbo), voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) en algemeen voortgezet onderwijs (mavo, havo) en de landelijke verzorgingsinstellingen. Vanaf 1 augustus 1998 behoort ook een gedeelte van het voortgezet speciaal onderwijs tot het beleidsterrein (zie verder Hoofdstuk I, verantwoording van het RIO ‘Mammoetsporen, deel I’).
Het voortgezet onderwijs bedoeld in dit Basisselectiedocument omvat het onderwijs dat wordt gegeven na de basisscholen en na het speciaal onderwijs. Het omvat noch het voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in deel II van de WVO, Stb. 1998, 512, en in de Wet op de expertisecentra, noch educatie en beroepsonderwijs zoals bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs noch het hoger onderwijs.
Dit BSD beperkt zich tot het vbo, mavo, havo en vwo. Deze schoolsoorten hebben met elkaar gemeen dat ze bedoeld zijn voor leerlingen vanaf ongeveer 12 jaar, verder verschillen ze sterk van elkaar, bijvoorbeeld qua opleidingsduur en examenprogramma’s.
De rol van de Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van het Voortgezet Onderwijs is het toezicht houden op de naleving van wet- en regelgeving door de scholen en op de kwaliteit van het onderwijs bij die scholen. Voorts houdt de Inspectie zich op de hoogte van de toestand van het onderwijs in het algemeen.
3.A. Doelstelling van de selectie
De selectie richt zich op de (administratieve) neerslag van het handelen door overheidsorganen, die vallen onder de werking van de Archiefwet 19951 . De selectielijst is tot stand gekomen op grond van een wettelijk voorgeschreven procedure. Deze procedure, welke zijn grondslag heeft in art. 5 van de Archiefwet 1995, is neergelegd in de artikelen 2 tot en met 5 van het Archiefbesluit 1995, Stb. 671.
De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving.
In dit BSD worden de handelingen van de verschillende organen geselecteerd op hun bijdrage aan de realisering van de selectiedoelstelling. Bij de selectie gaat het er om welke gegevensbestanden, behorend bij welke handeling, en berustend bij welke actor, bewaard moeten blijven met als doel het handelen van de rijksoverheid met betrekking tot het beleidsterrein op hoofdlijnen te kunnen reconstrueren.
Het handelen van overheidsorganen bestaat uit verschillende fasen in het beleidsproces. Deze fasen zijn o.a. agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsvaststelling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. Om de reconstructie van het handelen op hoofdlijnen mogelijk te maken, dient dus vooral de neerslag van de eerste vier en de laatste fase bewaard te blijven.
De gegevensbestanden kunnen zowel uit papieren- als uit digitale documenten bestaan.
Indien de neerslag in aanmerking komt voor vernietiging dan vermeldt het BSD een V met een termijn. De termijn gaat in na expiratiedatum of afdoening van de archivistische neerslag
Teneinde de selectiedoelstelling te operationaliseren zijn de in het Rapport Institutioneel Onderzoek geformuleerde handelingen gewogen aan de hand van de door PIVOT opgestelde selectiecriteria.
Uitgaande van de selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1993 een lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Bij de vaststelling van deze selectiecriteria is bepaald dat de bruikbaarheid van de criteria binnen afzienbare tijd zou worden geëvalueerd. In april 1996 werd met dat doel een werkgroep samengesteld. Bij de samenstelling van de werkgroep is gezorgd voor inbreng vanuit zowel de Rijksarchiefdienst/PIVOT als vanuit de zorgdragers. Op 26 november 1996 werden de resultaten tijdens een PIVOT-themabijeenkomst gepresenteerd, waarna als gevolg van discussie nog enige aanpassingen volgden. Op 29 april 1997 werden de herziene selectiecriteria door het afdelingswerkoverleg vastgesteld, waarop zij werden aangeboden aan het Convent van rijksarchivarissen en voor advies voorgelegd aan de Raad voor Cultuur en de Permanente Commissie Documentaire Informatievoorziening Rijksoverheid (PC Din). Na verwerking van de adviezen zijn de herziene selectiecriteria vastgesteld door het Convent van Rijksarchivarissen. In dit BSD zijn de criteria van 1997 gehanteerd.
De algemene selectiecriteria zijn positief geformuleerd, het zijn bewaarcriteria. De criteria geven de handelingen aan die met een B gewaardeerd worden, en waarvan de neerslag dus overgebracht dient te worden. De neerslag van de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt niet overgebracht en kan op termijn vernietigd worden.
Handelingen die gewaardeerd worden met B (Bewaren)
1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.
2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.
3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren.
Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.
4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.
5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt.
Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.
6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.
Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.
Naast de algemene criteria kunnen er ten aanzien van bepaalde handelingen, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstellingen, in een BSD beleidsterrein-specifieke criteria worden geformuleerd, die met behulp van de algemene criteria niet kunnen worden gewaardeerd.
Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.
3.C. Verslag van de vaststellingsprocedure
Het Archiefbesluit 1995, artikel 5 onder d, 3° schrijft voor dat in de toelichting bij een selectielijst verslag wordt gedaan van de vaststellingsprocedure.
28 maart 2003 is het ontwerp-BSD door de Inspectie voor Onderwijs aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 2 februari 2004 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van de Inspectie voor Onderwijs, het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.
Op 14 september 2004 bracht de RvC advies uit (arc-2004.01272/2), hetwelk behoudens enkele tekstuele correcties aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen van de ontwerp-selectielijst:
– De waardering van handeling 94 is vastgesteld op B 3 voor eindproducten, rest V.
Daarop werd het BSD op 7 februari 2005 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vastgesteld [C/S/05/262].
Hoofdstuk 4. De selectielijst Voortgezet Onderwijs
Aangegeven worden:
RIO nr.: dit is het corresponderende nummer van de handeling binnen het RIO.
Handeling: dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.
Periode: hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.
Grondslag: indien bekend aangegeven.
Product: Indien bekend aangegeven.
Waardering: door middel van plaatsing van de letters B en V wordt een waardering gegeven voor het ‘Bewaren’ dan wel ‘Vernietigen’ van de neerslag van de handeling. Bij de handelingen die met een B gewaardeerd zijn wordt het selectiecriterium vermeld dat tot dat voorstel geleid heeft. De te bewaren neerslag dient na afloop van de overbrengingstermijn overgebracht te worden naar de Rijksarchiefdienst in goede, geordende en toegankelijke staat.
Bij de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt zo mogelijk de termijn aangegeven, waarna de vernietiging kan plaatsvinden. De vernietigingstermijnen zijn ingevuld op grond van informatie uit bestaande vernietigingslijsten en gesprekken met vertegenwoordigers van het juridische en administratieve belang bij de zorgdrager.
4.1. De inrichting van het onderwijs
Handeling: het toestaan dat er in bijzondere gevallen wordt afgeweken van de toelatingseisen tot het eerste leerjaar van een school voor vwo, havo, mavo/vbo – uitgezonderd praktijkonderwijs
Periode: 1993–
Grondslag: WVO Inrichtingsbesluit van 06-04-1993, Stb. 1993, 207, art. 3, lid 4
Product: Beschikking
Waardering: V 0 jaar (tot einde opleiding)
Handeling: het toestaan dat in bijzondere gevallen wordt afgeweken van de toelatingsvoorwaarden tot hogere leerjaren
Periode: 1993–
Grondslag: WVO Inrichtingsbesluit van 06-04-1993, Stb. 1993, 207, art. 10, lid 3
Product: Beschikking
Waardering: V 0 jaar (tot einde opleiding)
Handeling: het goedkeuren van verzoeken tot vrijstelling betreffende het volgen van onderwijs in deelvakken Franse Taal- en Letterkunde 1 of Duitse Taal- en Letterkunde 1 in het gemeenschappelijk deel van de profielen in de periode van voorbereidend hoger onderwijs havo en vwo
Periode: 1998–
Grondslag: Inrichtingsbesluit WVO, besluit van 15-11-1997, Stb. 588, art. 26e, lid 5
Product: Beschikking
Waardering: V 0 jaar (tot einde opleiding)
Handeling: het geven van goedkeuring aan het vervangend vak van het onderwijs waarvoor vrijstelling is verleend in de periode van voorbereidend hoger onderwijs havo en vwo
Periode: 1998–
Grondslag: Inrichtingsbesluit WVO, besluit van 15-11-1997, Stb. 588, art. 26e, lid 6
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het doen van een verzoek aan de centrale commissie vaststelling opgaven om nieuwe opgaven vast te stellen in geval van een niet op regelmatige wijze afgenomen centraal examen
Periode: 1990–
Grondslag: Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-(lbo)vbo, Stb. 1989, 327, art. 43, lid 2
Product: Verzoekschrift
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het adviseren van het bevoegd gezag omtrent de spreiding van het eindexamen ten behoeve van kandidaten die door bijzondere omstandigheden niet in staat zijn geweest het onderwijs in alle eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen
Periode: 1990–
Grondslag: Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-(lbo)vbo, Stb. 1989, 327, art. 59, lid 1
Product: Advies
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van een mededeling aan de inspectie over een door de school aan de mogelijkheden van de gehandicapte kandidaat aangepast examen
Periode: 1989–
Grondslag: Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-(lbo)vbo, Stb. 1989, 327, art. 55, lid 1
Product: Mededeling en eventueel reactie
Waardering: V 1 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van een mededeling aan de Inspectie van afwijking van het examineren bij onvoldoende beheersing Nederlandse taal of indien Nederlands geen moedertaal is
Periode: 1989–
Grondslag: Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-(lbo)vbo, Stb. 1989, 327, art. 55, lid 3 en 5
Product: Ontvangen document en eventueel reactie
Waardering: V 1 jaar
Handeling: het verlenen van goedkeuring aan een afwijking van de benoemingsvereisten voor zover het een gemeentelijke of bijzondere school betreft
Periode: 1968–
Grondslag: WVO, Stb. 1963, 40, art. 33, lid 5
WVO, Stb. 1986, 252, art. 33, lid 5
WVO, Stb. 1993, 666, art. 33, lid 5
WVO, Stb. 1998, 512, art. 33, lid 2, 3 en 4
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het adviseren over bevoegdheidsverklaringen ten behoeve van het personeel
Periode: 1985–
Grondslag: WVO, Stb. 1963, 40, art. 35 a, zoals gewijzigd bij de wet van 04-07-1985, Stb. 408
Product: Advies
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het toestaan van het afwijken van de eisen van benoembaarheid
Periode: 1968–
Grondslag: WVO, Stb. 1963, 40, art. 35a, zoals gewijzigd bij wet van 11-04-2001, Stb. 207
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het adviseren over een verlenging van de benoeming van een zij-instromer na het tweede jaar
Periode: 2000–
Grondslag: Interim-wet zij-instroom leraren Primair en Voortgezet Onderwijs, Stb. 2000, 306, art. 2
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het adviseren van de Minister van Onderwijs/de Minister van Landbouw omtrent het voor langere tijd verhuren van gebouwen, terreinen of roerende zaken
Periode: 1998–
Grondslag: WVO, Stb. 1998, 512, art. 100c, lid 3
Product: Advies
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het toezien op het naleven van de wettelijke bepalingen en voorschriften bij scholen voor voortgezet onderwijs
Periode: 1968–
Grondslag: WVO, Stb. 1998, 512, art. 115
Wet op het Onderwijstoezicht, Stb. 2002, 387, art. 3 en 8
Product: Verslagen zoals schoolbezoekverslag, jaarverslag, onderwijsverslag, examenverslag, aspectrapportages, kwaliteitskaart
Waardering: V 20 jaar m.u.v. een aantal voorbeelddossiers: B (5)
Toelichting bij de waardering: per provincie worden 1x per 5 jaar 2 rapporten bewaard per schoolsoort (katholiek, prot. Christelijk, neutrale en bijzondere neutrale). Totaal: (12 x 2 x 4 =) 96
Handeling: het evalueren van de stand van het voortgezet onderwijs met betrekking tot de kwaliteit ervan
Periode: 2002–
Grondslag: Wet op het Onderwijstoezicht, Stb. 2002, 387, art. 10
Product: Rapportages aan de minister
Waardering: B (3)
Handeling: het samenstellen van het gedeelte betreffende het voortgezet onderwijs in het Onderwijsverslag
Periode: 2002–
Grondslag: Wet op het Onderwijstoezicht, Stb. 2002, 387, art. 8
Product: (gedeelte) Onderwijsverslag
Waardering: B (3)
Handeling: het doen van voorstellen aan de minister indien deze in het belang van het voortgezet onderwijs worden geacht
Periode: 2002–
Grondslag: Wet op het Onderwijstoezicht, Stb. 2002, 387, art. 8
Product: Advies
Waardering: B (1)/B (5)
Handeling: het verlenen van een ontheffing voor het geven van onderwijs in de Friese taal
Periode: 1993–
Grondslag: WVO, Stb. 1993, 666, art. 11a, lid 2b
Product: Ontheffing
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het instemmen met en zo nodig overleg voeren over de eigen kerndoelen van scholen
Periode: 1993–
Grondslag: WVO, Stb. 1993, 666, art. 11a, lid 6
Product:
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het voeren van overleg over toelating en verwijdering van leerlingen
Periode: 1993–
Grondslag: WVO, Stb. 1993, 666, art. 27
Inrichtingsbesluit WVO, Stb. 1993, 207, art. 14
Product: Verslag van overleg
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van schoolwerkplan of schoolplan
Periode: 1968–
Grondslag: WVO, Stb. 1963, 40, art. 24
WVO, Stb. 1986, 552, art. 24
WVO, Stb. 1993, 666, art. 24
WVO, Stb. 1998, 512, art. 147
WVO, Stb. 1998, 512, art. 24c, lid 3
Product: Gedeelte Onderwijsverslag
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het vastleggen van het voldoen aan de wettelijke verplichting van het opleveren van de schoolgids
Periode: 1989–
Grondslag: WVO, Stb. 1986, 252, art. 24a, zoals gewijzigd bij de Wet van 14-06-1989, Stb. 297
WVO, Stb. 1993, 666, art. 24a
WVO, Stb. 1998, 512, art. 147
WOT, Stb. 2002, 387, art. 10
Product: Onderdeel Onderwijsverslag
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het controleren van de aantallen te geven lessen, met name de lesuitval
Periode: 1968–
Grondslag: WVO, Stb. 1963, 40, art. 22, lid 3
WVO, Stb. 1986, 252, art. 22, lid 3
WVO, Stb. 1993, 666, art. 22, lid 3
WOT, Stb. 2002, 387, art. 10
Product: Verslag
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het controleren van het directiestatuut
Periode: 1995–
Grondslag: WVO, Stb. 1993, 666, art. 32c, zoals gewijzigd bij de Wet van 30-11-1995, Stb. 612
WVO, Stb. 1998, 512, art. 151
WOT, Stb. 2002, 387, art. 10
Product: Mondelinge rapportage
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het controleren van de basisvorming
Periode: 1993–
Grondslag: WVO, Stb. 1993, 666, art. 11a t/m 11f
Product: Interne rapporten, bijdrage Onderwijsverslag
Waardering: V 5 jaar na volgend rapport/verslag
Handeling: het controleren van de toelating van leerlingen tot het eerste en hogere leerjaren
Periode: schooljaar
Grondslag: Inrichtingsbesluit vwo–havo–mavo–vbo, art. 3, 7 en 10
Product: Eventueel advies
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het controleren van de toetsing basisvorming
Periode: 1993–
Grondslag: Inrichtingsbesluit vwo–havo–mavo–vbo, art. 20
Product: Verslag
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het controleren van het Examenreglement
Periode: 1989–
Grondslag: Eindexamenbesluit vwo–havo–mavo–vbo, art. 31
Product: Verslag
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het controleren van het Programma van toetsing en afsluiting
Periode: 1989–
Grondslag: Eindexamenbesluit vwo–havo–mavo–vbo, art. 31
Product: Verslag
Waardering: V 0 jaar (tot ontvangst vervangend exemplaar)
Handeling: het controleren van het verloop van de examens
Periode: 1980–
Grondslag: Eindexamenbesluit vwo–havo–mavo–vbo, art. 43
Product: Verslag
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het controleren van de examenuitslag
Periode: 1968–
Grondslag: Eindexamenbesluit vwo–havo–mavo–vbo, art. 56
Product: Eindexamenverslag (onderdeel Onderwijsverslag); indien nodig reactie aan school
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het evalueren van het verloop van de centrale schriftelijke examens en de staatsexamens
Periode: 1986–
Grondslag: Eindexamenbesluit vwo–havo–mavo–vbo, art. 56
Product: Onderdeel Onderwijsverslag
Waardering: V 5 jaar
1
Archiefwet 1995, Wet van 28 april 1995 (Stb. 276), houdende vervanging van de Archiefwet 1962 (Stb. 313) en in verband daarmee wijziging van enige andere wetten.
BSD betreffende het handelen van de Inspectie van het Onderwijs op het beleidsterreinen Hoger Beroepsonderwijs periode 1945–200
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap/Rijksarchiefdienst PIVOT
Inspectie van het Onderwijs
Maart 2005
BSD: Basisselectiedocument
CFI: Centrale Financiën Instellingen
HBO: Hoger Beroepsonderwijs
RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek
WHW: Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek
WOT: Wet op het onderwijstoezicht
WVO: Wet op het Voortgezet Onderwijs
De PIVOT-rapporten Hoger Beroepsonderwijs en Een Academische zaak, deel II vormen de basis voor de hier opgenomen selectielijst.
De rapporten en het BSD zijn het resultaat van institutioneel onderzoek dat is uitgevoerd binnen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in overeenstemming met de afspraken die bij convenant van 9 februari 1995 tussen de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van het ministerie van OC&W en de Algemene Rijksarchivaris zijn gemaakt. In aansluiting hierop heeft de Inspectie van het Onderwijs de looptijd van het BSD verlengd van 1999 tot en met 2002. Dit is gebaseerd op eigen onderzoek van de Inspectie.
Het rapport beschrijft de taken en handelingen van de verschillende actoren op de beleidsterreinen.
In dit BSD wordt de neerslag van de handelingen gewaardeerd, op basis waarvan de daadwerkelijke selectie van archiefbescheiden uitgevoerd kan worden. Onder archiefbescheiden worden zowel de papieren bescheiden als gedigitaliseerde bescheiden verstaan; deze gedigitaliseerde bestanden vallen namelijk ook onder de Archiefwet 1995.
Tevens kan dit BSD dienen als leidraad bij de inrichting of herinrichting van de documentaire informatievoorziening.
Het BSD is als volgt samengesteld:
– een korte beschrijving van de beleidsterreinen;
– een verantwoording van de doelstelling van de selectie en de gehanteerde criteria;
– de lijsten van gewaardeerde handelingen.
Hoofdstuk 2. Beschrijving beleidsterrein Hoger Beroepsonderwijs
Het hoger beroepsonderwijs (hbo) is bestemd voor studenten vanaf ongeveer 18 jaar. Het hbo sluit aan bij het eindniveau havo, vwo en driejarig mbo. Het hoger beroepsonderwijs is gericht op de theoretische en praktische voorbereiding op de beroepspraktijk, waarvoor een hogere beroepsopleiding vereist is. Het hbo wordt gegeven aan een hogeschool, waarbinnen meestal verschillende soorten opleidingen aanwezig zijn.
De rol van de Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van het Hoger Beroepsonderwijs is het toezicht houden op de naleving van wet- en regelgeving door de scholen en op de kwaliteit van het onderwijs bij die scholen. Voorts houdt de Inspectie zich op de hoogte van de toestand van het onderwijs in het algemeen.
3.A. Doelstelling van de selectie
De selectie richt zich op de (administratieve) neerslag van het handelen door overheidsorganen, die vallen onder de werking van de Archiefwet 19951 . De selectielijst is tot stand gekomen op grond van een wettelijk voorgeschreven procedure. Deze procedure, welke zijn grondslag heeft in art. 5 van de Archiefwet 1995, is neergelegd in de artikelen 2 tot en met 5 van het Archiefbesluit 1995, Stb. 671.
De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving.
In dit BSD worden de handelingen van de verschillende organen geselecteerd op hun bijdrage aan de realisering van de selectiedoelstelling. Bij de selectie gaat het er om welke gegevensbestanden, behorend bij welke handeling, en berustend bij welke actor, bewaard moeten blijven met als doel het handelen van de rijksoverheid met betrekking tot het beleidsterrein op hoofdlijnen te kunnen reconstrueren.
Het handelen van overheidsorganen bestaat uit verschillende fasen in het beleidsproces. Deze fasen zijn o.a. agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsvaststelling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. Om de reconstructie van het handelen op hoofdlijnen mogelijk te maken, dient dus vooral de neerslag van de eerste vier en de laatste fase bewaard te blijven.
De gegevensbestanden kunnen zowel uit papieren- als uit digitale documenten bestaan.
Indien de neerslag in aanmerking komt voor vernietiging dan vermeldt het BSD een V met een termijn. De termijn gaat in na expiratiedatum of afdoening van de archivistische neerslag
Teneinde de selectiedoelstelling te operationaliseren zijn de in het Rapport Institutioneel Onderzoek geformuleerde handelingen gewogen aan de hand van de door PIVOT opgestelde selectiecriteria.
Uitgaande van de selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1993 een lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Bij de vaststelling van deze selectiecriteria is bepaald dat de bruikbaarheid van de criteria binnen afzienbare tijd zou worden geëvalueerd. In april 1996 werd met dat doel een werkgroep samengesteld. Bij de samenstelling van de werkgroep is gezorgd voor inbreng vanuit zowel de Rijksarchiefdienst/PIVOT als vanuit de zorgdragers. Op 26 november 1996 werden de resultaten tijdens een PIVOT-themabijeenkomst gepresenteerd, waarna als gevolg van discussie nog enige aanpassingen volgden. Op 29 april 1997 werden de herziene selectiecriteria door het afdelingswerkoverleg vastgesteld, waarop zij werden aangeboden aan het Convent van rijksarchivarissen en voor advies voorgelegd aan de Raad voor Cultuur en de Permanente Commissie Documentaire Informatievoorziening Rijksoverheid (PC Din). Na verwerking van de adviezen zijn de herziene selectiecriteria vastgesteld door het Convent van Rijksarchivarissen. In dit BSD zijn de criteria van 1997 gehanteerd.
De algemene selectiecriteria zijn positief geformuleerd, het zijn bewaarcriteria. De criteria geven de handelingen aan die met een B gewaardeerd worden, en waarvan de neerslag dus overgebracht dient te worden. De neerslag van de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt niet overgebracht en kan op termijn vernietigd worden.
Handelingen die gewaardeerd worden met B (Bewaren)
1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.
2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.
3. Handelingen die betrekking hebben verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren.
Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.
4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.
5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt.
Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.
6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.
Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.
Naast de algemene criteria kunnen er ten aanzien van bepaalde handelingen, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstellingen, in een BSD beleidsterrein-specifieke criteria worden geformuleerd, die met behulp van de algemene criteria niet kunnen worden gewaardeerd.
Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.
3.C. Verslag van de vaststellingsprocedure
Het Archiefbesluit 1995, artikel 5 onder d, 3° schrijft voor dat in de toelichting bij een selectielijst verslag wordt gedaan van de vaststellingsprocedure.
28 maart 2003 is het ontwerp-BSD door de Inspectie voor Onderwijs aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 2 februari 2004 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van de Inspectie voor Onderwijs, het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.
Op 14 september 2004 bracht de RvC advies uit (arc-2004.01272/2), hetwelk behoudens enkele tekstuele correcties aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen van de ontwerp-selectielijst:
– De termijn van handelingen 330 en 331 wordt gewijzigd in V 5 jaar;
– De waardering voor handeling 394 is gewijzigd in B 3 eindproducten, rest V.
Daarop werd het BSD op 7 februari 2005 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vastgesteld [C/S/05/262].
Hoofdstuk 4. De selectielijst Hoger Beroepsonderwijs
Aangegeven worden:
RIO nr.: dit is het corresponderende nummer van de handeling binnen het RIO.
Handeling: dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.
Periode: hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.
Grondslag: indien bekend aangegeven.
Product: Indien bekend aangegeven.
Waardering: door middel van plaatsing van de letters B en V wordt een waardering gegeven voor het ‘Bewaren’ dan wel ‘Vernietigen’ van de neerslag van de handeling. Bij de handelingen die met een B gewaardeerd zijn wordt het selectiecriterium vermeld dat tot dat voorstel geleid heeft. De te bewaren neerslag dient na afloop van de overbrengingstermijn overgebracht te worden naar de Rijksarchiefdienst in goede, geordende en toegankelijke staat.
Bij de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt zo mogelijk de termijn aangegeven, waarna de vernietiging kan plaatsvinden. De vernietigingstermijnen zijn ingevuld op grond van informatie uit bestaande vernietigingslijsten en gesprekken met vertegenwoordigers van het juridische en administratieve belang bij de zorgdrager.
Handeling: het goedkeuren van een tijdelijke benoeming door een gemeentelijke of bijzondere school van een leraar die geen bewijzen van bekwaamheid en voorbereiding kan overleggen
Periode: 1968–1986
Grondslag: WVO (Stb. 1967, 387), art. 33, lid 5 en art. 58, lid 6
Product: Beschikking
Waardering: V 70 jaar na geboorte
Handeling: het beoordelen van het instellingswerkplan van hogescholen andere dan de rijkshogescholen zonder rechtspersoonlijkheid
Periode: 1986–1993
Grondslag: Wet HBO (Stb. 1986, 289), art. 20, lid 9
Product: Verslag, rapportage
Waardering: B (3)
Handeling: het adviseren van de Minister van Onderwijs over de ontwikkeling van het HBO
Periode: 1968–
Grondslag: Wet HBO (Stb. 1986, 289), art. 188
WVO (Stb. 1967, 387), art. 115, lid 1
Product: Gedeelte Onderwijsverslag
Waardering: B (1)
Handeling: het rapporteren aan de Minister van Onderwijs over de toestand van het HBO
Periode: 1968 –
Grondslag: Wet HBO (Stb. 1986, 289), art. 188
WVO (Stb. 1967, 387), art. 115, lid 1
Product: Gedeelte onderwijsverslag
Waardering: B (3)
Handeling: het rapporteren over de toestand van het onderwijs op hogescholen (inidividuele instelling)
Periode: 1968–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.2.1b en d
WVO (Stb. 1967, 387), art. 115, lid 1
Wet HBO (Stb. 1986, 289), art. 188
Product: Rapport, gedeelte Onderwijsverslag
Waardering: V 20 jaar m.u.v. een aantal voorbeelddossiers: B (5)
Toelichting bij de waardering: Deze instellingen worden alle vanuit het hoofdkantoor te Utrecht gecontroleerd. Elke 5 jaar worden 12 rapporten over HBO/WO-instellingen bewaard, met een evenwichtige verdeling per schoolsoort
Handeling: het beoordelen van de naleving van de hoger onderwijs wet- en regelgeving door hogescholen
Periode: 1993–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.2.1c
WOT, Stb. 2002, 387, art. 3.2c en 14c
Product: Rapport, gedeelte Onderwijsverslag
Waardering: B (3)
Handeling: het voeren van overleg met de organen, het personeel en de studenten van hogescholen
Periode: 1993–2002
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.2.1e
Product: Rapport, gedeelte Onderwijsverslag
Waardering: V 5 jaar
Handeling: het instellen en ondersteunen van commissies van onafhankelijke deskundigen ter uitvoering van het onderzoek van de kwaliteit van de werkzaamheden van hogescholen en de kwaliteitszorg die zij hanteren
Periode: 1993–2002
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.3, lid 1, 5.2.1a en 1.18, lid 2
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B (3)/(5)
Handeling: het benoemen van de voorzitter en de leden van de commissie van onafhankelijke deskundigen die het onderzoek naar de kwaliteit van de werkzaamheden van hogescholen verricht
Periode: 1993–2002
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.3, lid 2
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar na einde zittingstermijn
Handeling: het toekennen van tegemoetkoming of een vergoeding aan de leden van de commissie van onafhankelijke deskundigen die het onderzoek naar de kwaliteit van de werkzaamheden van hogescholen verricht
Periode: 1993–2002
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.3, lid 2
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar na einde zittingstermijn
Handeling: het beoordelen van de kwaliteitszorg van bekostigde en aangewezen hogescholen door middel van de meta-evaluatie
Periode: 1993–2002
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 1.18, lid 2 en 5.2.1a
Product: Rapport, gedeelte Onderwijsverslag
Waardering: B (3)
Handeling: het adviseren van de Minister van Onderwijs en Landbouw over de kwaliteitszorg van bekostigde en aangewezen hogescholen
Periode: 1993–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 1.18, lid 2 en 5.2.1a
WOT (Stb. 2002, 387), art. 14d
Product:
Waardering: B (1)
Handeling: het uitoefenen van toezicht op de verbeteringen in de kwaliteit van het onderwijs aan de bekostigde en aangewezen hogescholen
Periode: 1993–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.2
WOT (Stb. 2002, 387), art. 3.2a en 14.c
Product: Rapport, gedeelte Onderwijsverslag
Waardering: B (3)
Handeling: het beoordelen van de kwaliteit van het onderwijs aan een hogeschool die om een aanwijzing verzocht heeft
Periode: 1993–
Grondslag: Circulaire van de staatssecretaris van OC&W van 19 juli 1993, Uitleg, OC&W-Regelingen, nr. 18c, CFI/F/BVH-93044153, aanwijzing ex art. 6.9 WHW
Product: Rapport
Waardering: B 3 eindproducten, rest V
Handeling: het behandelen van niet-vertrouwelijke klachten van scholen/instituten
Periode: 1992–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.2.1c
Product: Verslag, correspondentie
Waardering: V 5 jaar
1
Archiefwet 1995, Wet van 28 april 1995 (Stb. 276), houdende vervanging van de Archiefwet 1962 (Stb. 313) en in verband daarmee wijziging van enige andere wetten.
BSD betreffende het handelen van de Inspectie van het Onderwijs op het beleidsterrein Wetenschappelijk Onderwijs periode 1985–2002
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap/Rijksarchiefdienst PIVOT
Inspectie van het Onderwijs
Maart 2005
BSD: Basisselectiedocument
RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek
WHW: Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek
WWO: Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs
Het PIVOT-rapport Een Academische zaak, deel II vormt de basis voor de hier opgenomen selectielijst.
Het rapport en het BSD zijn het resultaat van institutioneel onderzoek (RIO-nummer 55) welke is uitgevoerd binnen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in overeenstemming met de afspraken die bij convenant van 9 februari 1995 tussen de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van het ministerie van OC&W en de Algemene Rijksarchivaris zijn gemaakt. In aansluiting hierop heeft de Inspectie van het Onderwijs de looptijd van het BSD verlengd van 1999 tot en met 2002. Dit is gebaseerd op eigen onderzoek van de Inspectie.
Het rapport beschrijft de taken en handelingen van de verschillende actoren op de beleidsterreinen.
In dit BSD wordt de neerslag van de handelingen gewaardeerd, op basis waarvan de daadwerkelijke selectie van archiefbescheiden uitgevoerd kan worden. Onder archiefbescheiden worden zowel de papieren bescheiden als gedigitaliseerde bescheiden verstaan; deze gedigitaliseerde bestanden vallen namelijk ook onder de Archiefwet 1995.
Tevens kan dit BSD dienen als leidraad bij de inrichting of herinrichting van de documentaire informatievoorziening.
Het BSD is als volgt samengesteld:
– een korte beschrijving van de beleidsterreinen;
– een verantwoording van de doelstelling van de selectie en de gehanteerde criteria;
– de lijsten van gewaardeerde handelingen.
Hoofdstuk 2. Beschrijving beleidsterrein Wetenschappelijk Onderwijs
Wetenschappelijk Onderwijs omvat het onderwijs dat gericht is op de voorbereiding tot de zelfstandige beoefening van de wetenschap of de beroepsmatige toepassing van wetenschappelijke kennis.
Het beleidsterrein Wetenschappelijk onderwijs is gesplitst in een gedeelte betreffende de universiteiten en een gedeelte landelijk onderwijsbeleid. Dit BSD richt zich op het laatstgenoemde. Het eerstgenoemde gedeelte is in een ander BSD behandeld.
3.A. Doelstelling van de selectie
De selectie richt zich op de (administratieve) neerslag van het handelen door overheidsorganen, die vallen onder de werking van de Archiefwet 19951 . De selectielijst is tot stand gekomen op grond van een wettelijk voorgeschreven procedure. Deze procedure, welke zijn grondslag heeft in art. 5 van de Archiefwet 1995, is neergelegd in de artikelen 2 tot en met 5 van het Archiefbesluit 1995, Stb. 671.
In aansluiting hierop heeft de Inspectie van het Onderwijs, in verband met de nadien sterk gewijzigde onderwijswetten, de looptijd van het BSD verlengd van 1999 tot en met 2002. Dit is gebaseerd op eigen onderzoek van de Inspectie.
In dit BSD worden de handelingen van de verschillende organen geselecteerd op hun bijdrage aan de realisering van de selectiedoelstelling. Bij de selectie gaat het er om welke gegevensbestanden, behorend bij welke handeling, en berustend bij welke actor, bewaard moeten blijven met als doel het handelen van de rijksoverheid met betrekking tot het beleidsterrein op hoofdlijnen te kunnen reconstrueren.
Het handelen van overheidsorganen bestaat uit verschillende fasen in het beleidsproces. Deze fasen zijn o.a. agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsvaststelling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. Om de reconstructie van het handelen op hoofdlijnen mogelijk te maken, dient dus vooral de neerslag van de eerste vier en de laatste fase bewaard te blijven.
De gegevensbestanden kunnen zowel uit papieren- als uit digitale documenten bestaan.
Indien de neerslag in aanmerking komt voor vernietiging dan vermeldt het BSD een V met een termijn. De termijn gaat in na expiratiedatum of afdoening van de archivistische neerslag.
Teneinde de selectiedoelstelling te operationaliseren zijn de in het Rapport Institutioneel Onderzoek geformuleerde handelingen gewogen aan de hand van de door PIVOT opgestelde selectiecriteria.
Uitgaande van de selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1993 een lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Bij de vaststelling van deze selectiecriteria is bepaald dat de bruikbaarheid van de criteria binnen afzienbare tijd zou worden geëvalueerd. In april 1996 werd met dat doel een werkgroep samengesteld. Bij de samenstelling van de werkgroep is gezorgd voor inbreng vanuit zowel de Rijksarchiefdienst/PIVOT als vanuit de zorgdragers. Op 26 november 1996 werden de resultaten tijdens een PIVOT-themabijeenkomst gepresenteerd, waarna als gevolg van discussie nog enige aanpassingen volgden. Op 29 april 1997 werden de herziene selectiecriteria door het afdelingswerkoverleg vastgesteld, waarop zij werden aangeboden aan het Convent van rijksarchivarissen en voor advies voorgelegd aan de Raad voor Cultuur en de Permanente Commissie Documentaire Informatievoorziening Rijksoverheid (PC Din). Na verwerking van de adviezen zijn de herziene selectiecriteria vastgesteld door het Convent van Rijksarchivarissen. In dit BSD zijn de criteria van 1997 gehanteerd.
De algemene selectiecriteria zijn positief geformuleerd, het zijn bewaarcriteria. De criteria geven de handelingen aan die met een B gewaardeerd worden, en waarvan de neerslag dus overgebracht dient te worden. De neerslag van de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt niet overgebracht en kan op termijn vernietigd worden.
Handelingen die gewaardeerd worden met B (Bewaren)
1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.
2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet perse consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.
3. Handelingen die betrekking hebben verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren.
Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.
4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.
5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt.
Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.
6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.
Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.
Naast de algemene criteria kunnen er ten aanzien van bepaalde handelingen, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstellingen, in een BSD beleidsterrein-specifieke criteria worden geformuleerd, die met behulp van de algemene criteria niet kunnen worden gewaardeerd.
Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.
3.C. Verslag van de vaststellingsprocedure
Het Archiefbesluit 1995, artikel 5 onder d, 3° schrijft voor dat in de toelichting bij een selectielijst verslag wordt gedaan van de vaststellingsprocedure.
28 maart 2003 is het ontwerp-BSD door de Inspectie voor Onderwijs aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 2 februari 2004 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van de Inspectie voor Onderwijs, het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.
Op 14 september 2004 bracht de RvC advies uit (arc-2004.01272/2), hetwelk behoudens enkele tekstuele correcties aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen van de ontwerp-selectielijst:
– De vernietigingstermijn van handeling 481 is is gewijzigd in V 5.
Daarop werd het BSD op 7 februari 2005 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vastgesteld [C/S/05/262].
Hoofdstuk 4. De selectielijst Wetenschappelijk Onderwijs
Aangegeven worden:
RIO nr.: dit is het corresponderende nummer van de handeling binnen het RIO.
Handeling: dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.
Periode: hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.
Grondslag: indien bekend aangegeven.
Product: Indien bekend aangegeven.
Waardering:door middel van plaatsing van de letters B en V wordt een waardering gegeven voor het ‘Bewaren’ dan wel ‘Vernietigen’ van de neerslag van de handeling. Bij de handelingen die met een B gewaardeerd zijn wordt het selectiecriterium vermeld dat tot dat voorstel geleid heeft. De te bewaren neerslag dient na afloop van de overbrengingstermijn overgebracht te worden naar de Rijksarchiefdienst in goede, geordende en toegankelijke staat.
Bij de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt zo mogelijk de termijn aangegeven, waarna de vernietiging kan plaatsvinden. De vernietigingstermijnen zijn ingevuld op grond van informatie uit bestaande vernietigingslijsten en gesprekken met vertegenwoordigers van het juridische en administratieve belang bij de zorgdrager.
4.1. Aanwijzen bijzondere universiteiten
Handeling: het beoordelen van de kwaliteit van het onderwijs aan een universiteit die om een aanwijzing verzocht heeft
Periode: 1993–
Grondslag: Circulaire van de Staatssecretaris van OenW van 19 juli 1993, Uitleg, OenW-Regelingen, nr. 18c, CFI/F/BVH-93044153, aanwijzing ex art 6.9 WHW
Product: Rapport
Waardering: B (3)
4.2. Toezicht op bekostigde universiteiten en de Open Universiteit, 1985–
Handeling: het verrichten van de meta-evaluatie van het kwaliteitsonderzoek bij bekostigde universiteiten
Periode: 1993–2002
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.2
Product: Rapport, gedeelte Onderwijsverslag
Waardering: B (3)
Handeling: het instellen van een Commissie van Onafhankelijke Deskundigen en het vaststellen van het aantal leden
Periode: 1993–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.3, lid 1 en 2
Product: Beschikking
Waardering: B (4)
Handeling: het benoemen van leden en de voorzitter van de Commissie van Onafhankelijke Deskundigen
Periode: 1993–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.3, lid 2
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar na einde zittingstermijn
Handeling: het uitoefenen van toezicht op de naleving van wet- en regelgeving door de bekostigde universiteiten en de Open Universiteit
Periode: 1985–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.2
WWO-2 (Stb. 1985, 562), art. 234
Wet van 14 november 1984 houdende Wet Open Universiteit (Stb. 1984, 573), art. 56, lid 1
Product: Rapport
Waardering: V 20 jaar m.u.v. een aantal voorbeelddossiers: B (5)
Toelichting op de waardering: Deze instellingen worden alle vanuit het hoofdkantoor te Utrecht gecontroleerd. Elke 5 jaar worden 12 rapporten over HBO/WO-instellingen bewaard, met een evenwichtige verdeling per schoolsoort (kath, prot.chr., neutraal en bijzonder neutraal
Handeling: het uitoefenen van toezicht op de verbeteringen in de kwaliteit van het wetenschappelijk onderwijs aan de bekostigde universiteiten en de Open Universiteit
Periode: 1985–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.2
WWO-2 (Stb. 1985, 562), art. 234
Product: Rapport, gedeelte Onderwijsverslag
Waardering: B (3)
Handeling: het verrichten van de evaluatie Bestuurlijke Hantering van de resultaten van visitaties bij bekostigde universiteiten
Periode: 1992–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 1.12 en 1.18
Product: Rapport
Waardering: B (3)
4.3. Toezicht op aangewezen universiteiten en bijzondere leerstoelen en lectoraten, 1960–
Handeling: het verrichten van de meta-evaluatie van het kwaliteitsonderzoek bij aangewezen universiteiten
Periode: 1993–2002
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 1.12 en 1.18
Product: Rapport, gedeelte Onderwijsverslag
Waardering: B (3)
Handeling: het verrichten van de evaluatie Bestuurlijke Hantering van de resultaten van visitaties bij aangewezen universiteiten
Periode: 1992–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 1.12 en 1.18
Product: Rapport
Waardering: B (3)
Handeling: het behandelen van niet-vertrouwelijke klachten van scholen/instituten
Periode: 1992–
Grondslag: WHW (Stb. 1992, 593), art. 5.2.1c
Product: Verslag, correspondentie
Waardering: V 5 jaar
1
Archiefwet 1995, Wet van 28 april 1995 (Stb. 276), houdende vervanging van de Archiefwet 1962 (Stb. 313) en in verband daarmee wijziging van enige andere wetten.
BSD betreffende het handelen van de Inspectie van het Onderwijs op het beleidsterrein Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie periode 1968–2002
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap/Rijksarchiefdienst PIVOT
Inspectie van het Onderwijs
Maart 2005
BSD: Basisselectiedocument
MBO: Middelbaar Beroepsonderwijs
RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek
VAVO: Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs
WEB: Wet Educatie en Beroepsonderwijs
WOT: Wet op het onderwijstoezicht
WVO: Wet op het Voortgezet Onderwijs
De PIVOT-rapporten Mammoetsporen, deel II en De Draden van de WEB vormen de basis voor de hier opgenomen selectielijst.
Het rapport en het BSD zijn het resultaat van institutionele onderzoeken (RIO-nummers 69 en 48) welke zijn uitgevoerd binnen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in overeenstemming met de afspraken die bij convenant van 9 februari 1995 tussen de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van het ministerie van OC&W en de Algemene Rijksarchivaris zijn gemaakt. In aansluiting hierop heeft de Inspectie van het Onderwijs, in verband met de nadien sterk gewijzigde onderwijswetten, de looptijd van het BSD verlengd van 1999 tot en met 2002. Dit is gebaseerd op eigen onderzoek van de Inspectie.
Het rapport beschrijft de taken en handelingen van de verschillende actoren op de beleidsterreinen.
In dit BSD wordt de neerslag van de handelingen gewaardeerd, op basis waarvan de daadwerkelijke selectie van archiefbescheiden uitgevoerd kan worden. Onder archiefbescheiden worden zowel de papieren bescheiden als gedigitaliseerde bescheiden verstaan; deze gedigitaliseerde bestanden vallen namelijk ook onder de Archiefwet 1995.
Tevens kan dit BSD dienen als leidraad bij de inrichting of herinrichting van de documentaire informatievoorziening.
Het BSD is als volgt samengesteld:
– een korte beschrijving van de beleidsterreinen;
– een verantwoording van de doelstelling van de selectie en de gehanteerde criteria;
– de lijsten van gewaardeerde handelingen.
Hoofdstuk 2. Beschrijving beleidsterrein Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
Het beleidsterrein Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (BVE) is samengesteld uit een drietal deelbeleidsterreinen: middelbaar beroepsonderwijs, voortgezet volwassenenonderwijs en BVE. Het laatste deelbeleidsterrein is ontstaan in 1996 bij de totstandkoming van de WEB. Bij die totstandkoming zijn de beide eerste deelbeleidsterreinen beëindigd en in BVE opgegaan. Aangezien er gedurende een overgangsperiode nog sprake is van documenten van middelbaar beroepsonderwijs en voortgezet volwassenenonderwijs, zijn beide nog afzonderlijk opgenomen.
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) vormde tot 1996 een onderdeel van het beleidsterrein voortgezet onderwijs. Sinds 1996 is het een onderdeel van het terrein BVE. De term middelbaar beroepsonderwijs bestaat niet meer, het mbo is nu vergelijkbaar met de beroepsopleidende leerweg binnen het beroepsonderwijs. De leerlingen van het mbo zijn niet meer volledig leerplichtig. Het onderwijs is bestemd voor leerlingen die een beroepskwalificatie willen behalen op een secundair niveau.
Het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) was, net als het mbo, tot 1996 een onderdeel van het beleidsterrein voortgezet onderwijs. Na 1996 werd het een onderdeel van het beleidsterrein BVE. Thans vormt het een onderdeel van de educatie. Het doel van de opleiding is het behalen van een diploma voortgezet onderwijs of een deel ervan. Het vavo was en is uitsluitend bestemd voor volwassenen.
Het beleidsterrein BVE omvat de opleidingen beroepsonderwijs en opleidingen educatie. Binnen het beroepsonderwijs zijn twee leerwegen te onderscheiden: de beroepsopleidende leerweg (vergelijkbaar met het ouder mbo) en de beroepsbegeleidende leerweg (vergelijkbaar met het voormalige leerlingwezen). Het vormingswerk en het deeltijd-mbo zin opgegaan in deze twee leerwegen en de vier deeltijdkwalificaties die daarin onderscheiden worden.
Het beroepsonderwijs is bestemd voor leerlingen die een beroepskwalificatie willen halen op secundair niveau. De instroom bestaat uit leerlingen die niet meer volledig leerplichtig zijn met een vooropleiding op het niveau van het vbo of mavo, op het niveau van de eerste fase voortgezet onderwijs en/of op het niveau van al dan niet gediplomeerde uitstromers uit de tweede fase van het voortgezet onderwijs.
Educatie bevat het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren, opleidingen gericht op de sociale zelfredzaamheid en Nederlands als tweede taal. Educatie is gericht op een goede aansluiting op het beroepsonderwijs en het voortgezet onderwijs. Daarnaast staat het leren functioneren in de samenleving centraal.
In het rapport De Draden van de WEB zijn de volgende deelbeleidsterreinen behandeld:
– volwasseneneducatie 1945–1995 en niet door de overheid bekostigd onderwijs 1945–1997;
– vormingswerk jeugdigen/vorming werkende jongeren 1945–1995;
– leerlingwezen/cursorisch beroepsonderwijs 1945–1995;
– educatie en beroepsonderwijs (uitgezonderd het vavo en het vroegere mbo).
De rol van de Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (alsmede op de deelbeleidsterreinen die erin zijn opgegaan) is het toezicht houden op de naleving van wet- en regelgeving door de scholen en op de kwaliteit van het onderwijs bij die scholen. Voorts houdt de Inspectie zich op de hoogte van de toestand van het onderwijs in het algemeen.
3.A. Doelstelling van de selectie
De selectie richt zich op de (administratieve) neerslag van het handelen door overheidsorganen, die vallen onder de werking van de Archiefwet 19951 . De selectielijst is tot stand gekomen op grond van een wettelijk voorgeschreven procedure. Deze procedure, welke zijn grondslag heeft in art. 5 van de Archiefwet 1995, is neergelegd in de artikelen 2 tot en met 5 van het Archiefbesluit 1995, Stb. 671.
De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving.
In dit BSD worden de handelingen van de verschillende organen geselecteerd op hun bijdrage aan de realisering van de selectiedoelstelling. Bij de selectie gaat het er om welke gegevensbestanden, behorend bij welke handeling, en berustend bij welke actor, bewaard moeten blijven met als doel het handelen van de rijksoverheid met betrekking tot het beleidsterrein op hoofdlijnen te kunnen reconstrueren.
Het handelen van overheidsorganen bestaat uit verschillende fasen in het beleidsproces. Deze fasen zijn o.a. agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsvaststelling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. Om de reconstructie van het handelen op hoofdlijnen mogelijk te maken, dient dus vooral de neerslag van de eerste vier en de laatste fase bewaard te blijven.
De gegevensbestanden kunnen zowel uit papieren- als uit digitale documenten bestaan.
Indien de neerslag in aanmerking komt voor vernietiging dan vermeldt het BSD een V met een termijn. De termijn gaat in na expiratiedatum of afdoening van de archivistische neerslag
Teneinde de selectiedoelstelling te operationaliseren zijn de in het Rapport Institutioneel Onderzoek geformuleerde handelingen gewogen aan de hand van de door PIVOT opgestelde selectiecriteria.
Uitgaande van de selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1993 een lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Bij de vaststelling van deze selectiecriteria is bepaald dat de bruikbaarheid van de criteria binnen afzienbare tijd zou worden geëvalueerd. In april 1996 werd met dat doel een werkgroep samengesteld. Bij de samenstelling van de werkgroep is gezorgd voor inbreng vanuit zowel de Rijksarchiefdienst/PIVOT als vanuit de zorgdragers. Op 26 november 1996 werden de resultaten tijdens een PIVOT-themabijeenkomst gepresenteerd, waarna als gevolg van discussie nog enige aanpassingen volgden. Op 29 april 1997 werden de herziene selectiecriteria door het afdelingswerkoverleg vastgesteld, waarop zij werden aangeboden aan het Convent van rijksarchivarissen en voor advies voorgelegd aan de Raad voor Cultuur en de Permanente Commissie Documentaire Informatievoorziening Rijksoverheid (PC Din). Na verwerking van de adviezen zijn de herziene selectiecriteria vastgesteld door het Convent van Rijksarchivarissen. In dit BSD zijn de criteria van 1997 gehanteerd.
De algemene selectiecriteria zijn positief geformuleerd, het zijn bewaarcriteria. De criteria geven de handelingen aan die met een B gewaardeerd worden, en waarvan de neerslag dus overgebracht dient te worden. De neerslag van de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt niet overgebracht en kan op termijn vernietigd worden.
Handelingen die gewaardeerd worden met B (Bewaren)
1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.
2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.
3. Handelingen die betrekking hebben verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren.
Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.
4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen.
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.
5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt.
Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.
6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.
Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.
Naast de algemene criteria kunnen er ten aanzien van bepaalde handelingen, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstellingen, in een BSD beleidsterrein-specifieke criteria worden geformuleerd, die met behulp van de algemene criteria niet kunnen worden gewaardeerd.
Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.
3.C. Verslag van de vaststellingsprocedure
Het Archiefbesluit 1995, artikel 5 onder d, 3° schrijft voor dat in de toelichting bij een selectielijst verslag wordt gedaan van de vaststellingsprocedure.
28 maart 2003 is het ontwerp-BSD door de Inspectie voor Onderwijs aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 2 februari 2004 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van de Inspectie voor Onderwijs, het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.
Op 14 september 2004 bracht de RvC advies uit (arc-2004.01272/2), hetwelk behoudens enkele tekstuele correcties heeft geen aanleiding gegeven tot wijzigingen van de ontwerp-selectielijst.
Daarop werd het BSD op 7 februari 2005 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vastgesteld [C/S/05/262].
Hoofdstuk 4. De selectielijst Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
Aangegeven worden:
RIO nr.: dit is het corresponderende nummer van de handeling binnen het RIO.
Handeling: dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.
Periode: hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.
Grondslag: indien bekend aangegeven.
Product: Indien bekend aangegeven.
Waardering: door middel van plaatsing van de letters B en V wordt een waardering gegeven voor het ‘Bewaren’ dan wel ‘Vernietigen’ van de neerslag van de handeling. Bij de handelingen die met een B gewaardeerd zijn wordt het selectiecriterium vermeld dat tot dat voorstel geleid heeft. De te bewaren neerslag dient na afloop van de overbrengingstermijn overgebracht te worden naar de Rijksarchiefdienst in goede, geordende en toegankelijke staat.
Bij de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt zo mogelijk de termijn aangegeven, waarna de vernietiging kan plaatsvinden. De vernietigingstermijnen zijn ingevuld op grond van informatie uit bestaande vernietigingslijsten en gesprekken met vertegenwoordigers van het juridische en administratieve belang bij de zorgdrager.
RIO nr.: 267 (Institutioneel onderzoek RIO nr. 48)
Handeling: het uitbrengen van een verslag over de naleving van de wettelijke voorschriften en over de toestand van het leerlingwezen, het deeltijdberoepsonderwijs en de specifiek scholing aan de Minister van Onderwijs
Periode: 1968–1995
Grondslag: WLW 1966, art. 56
WCBO 1992, art. 4.2
Product: Verslag
Waardering: B (1)
RIO nr.: 340 (Institutioneel onderzoek RIO nr. 69)
Handeling: het toezien op het naleven van de wettelijke bepalingen en voorschriften bij scholen voor mbo
Periode: 1968–1995
Grondslag: WVO, Wet van 14-02-1963, Stb. 40, art. 118, lid 1
WVO, Stb. 1986, 552, art. 115, lid 1
WVO, Stb. 1993, 666, art. 115, lid 1
Product: Verslagen zoals schoolbezoekverslag, jaarverslag, onderwijsverslag, examenverslag, aspectrapportages
Waardering: V 20 jaar m.u.v. een aantal voorbeelddossiers: B (5)
Toelichting bij de waardering: van elk van de 3 kantoren die het BVE controleren worden 1x per 5 jaar 2 rapporten per schoolsoort bewaard. Totaal: (3 x 2 x 4 =) 24
RIO nr.: 341 (Institutioneel onderzoek RIO nr. 69)
Handeling: het evalueren van de stand van het mbo met betrekking tot de kwaliteit ervan
Periode: 1968–1995
Product: Rapportages aan de minister
Waardering: B (3)
RIO nr.: 343 (Institutioneel onderzoek RIO nr. 69)
Handeling: het doen van voorstellen aan de minister indien deze in het belang van het mbo worden geacht
Periode: 1968–1995
Grondslag: WVO, Wet van 14-02-1963, Stb. 40, art. 119, lid 3
WVO, Stb. 1986, 552, art. 116, lid 3
WVO, Stb. 1993, 666, art. 116, lid 3
Product: Advies
Waardering: B (1)/B (5)
Opmerking: Na overbrenging kan deze rubriek vervallen. Wordt gecontinueerd in de rubriek BVE
Voor zover van overeenkomstige toepassing, gelden de bewaarvoorschriften als bij het Voortgezet Onderwijs (153 en 156 VO).
RIO nr.: 616 (Institutioneel onderzoek RIO nr. 69)
Handeling: het toezien op het naleven van de wettelijke bepalingen en voorschriften bij scholen voor VAVO
Periode: 1968–1995
Grondslag: WVO, Wet van 14-02-1963, Stb. 40, art. 118, lid 1
WVO, Stb. 1986, 552, art. 115, lid 1
WVO, Stb. 1993, 666, art. 115, lid 1
Product: Verslagen zoals schoolbezoekverslag, jaarverslag, onderwijsverslag, examenverslag
Waardering: V 20 jaar m.u.v. een aantal voorbeelddossiers: B (5)
Toelichting bij de waardering: van elk van de 3 kantoren die het BVE controleren worden 1x per 5 jaar 2 rapporten per schoolsoort bewaard. Totaal: (3 x 2 x 4 =) 24
RIO nr.: 617 (Institutioneel onderzoek RIO nr. 69)
Handeling: het evalueren van de stand van het vavo met betrekking tot de kwaliteit ervan
Periode: 1968–1995
Product: Rapportages aan de minister
Waardering: B (3)
RIO nr.: 619 (Institutioneel onderzoek RIO nr. 69)
Handeling: het doen van voorstellen aan de minister indien deze in het belang van het vavo worden geacht
Periode: 1968–1995
Grondslag: WVO, Wet van 14-02-1963, Stb. 40, art. 119, lid 3
WVO, Stb. 1986, 552, art. 116, lid 3
WVO, Stb. 1993, 666, art. 116, lid 3
Product: Advies
Waardering: B (1)/B (5)
Opmerking: Na overbrenging kan deze rubriek vervallen. Wordt gecontinueerd in de rubriek BVE
RIO nr.: 495 (Institutioneel onderzoek RIO nr. 48)
Handeling: het uitbrengen van een verslag over de naleving van de wettelijke voorschriften door instellingen, exameninstellingen en agrarische innovatie- en praktijkcentra en over de toestand van educatie en beroepsonderwijs
Grondslag: Wet educatie en beroepsonderwijs 1995, art. 5.1
Periode: 1996–
Product: Verslagen zoals schoolbezoekverslag, jaarverslag, onderwijsverslag, examenverslag, aspectrapportages
Waardering: V 20 jaar m.u.v. een aantal voorbeelddossiers: B (5)
Toelichting bij de waardering: van elk van de 3 kantoren die het BVE controleren worden 1x per 5 jaar 2 rapporten per schoolsoort bewaard. Totaal: (3 x 2 x 4 =) 24
Handeling: het benoemen van de leden van een commissie van onafhankelijke deskundigen die de kwaliteit van de werkzaamheden van instellingen, exameninstellingen en agrarische innovatie- en praktijkcentra beoordelen
Grondslag: Wet educatie en beroepsonderwijs 1995, art. 5.3. eerste lid
Periode: 1996–2003
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar na opheffing commissie
Handeling: het rapporteren over haar bevindingen omtrent het middelbaar beroepsonderwijs aan de minister
Periode: 1996–
Grondslag: WEB, Stb. 1995/501, art. 5.2, lid 3
Product: Rapportages
Waardering: B (3)
Handeling: het benoemen van de leden van een commissie van onafhankelijke deskundigen die de kwaliteit van de werkzaamheden van instellingen, exameninstellingen en agrarische innovatie- en praktijkcentra beoordelen
Grondslag: Wet educatie en beroepsonderwijs 1995, art. 5.3. eerste lid
Periode: 1996–2003
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar na opheffing commissie
1
Archiefwet 1995, Wet van 28 april 1995 (Stb. 276), houdende vervanging van de Archiefwet 1962 (Stb. 313) en in verband daarmee wijziging van enige andere wetten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2005-114-p17-SC70003.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.