Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | Staatscourant 2005, 113 pagina 27 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | Staatscourant 2005, 113 pagina 27 | Overig |
Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 20 mei 2005, nr. 2005051425, houdende de vaststelling van het subsidieplafond voor 2005 voor subsidiëring ingevolge artikel 50a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, gelet op artikel 38a van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985;
Besluit:
Het subsidieplafond voor het jaar 2005 bedraagt:
• Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK): € 0,–;
• voor processtimulering Interreg III: € 710.000,–;
• voor processtimulering uitvoering Nota Ruimte: € 200.000,–;
• voor doelsubsidies vakorganisaties en overige programmasubsidies: € 459.500,–.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Deze regeling voorziet in de wettelijk verplichte bekendmaking van het voor 2005 beschikbare plafondbedrag voor het verlenen van subsidies op het terrein van de ruimtelijke ordening. Per categorie activiteiten is een maximumbedrag genoemd.
De Wet en het Besluit op de Ruimtelijke Ordening bevatten voorschriften over onder andere indiening, beoordeling en verdere afwikkeling van subsidieaanvragen. Daarnaast worden bij de beoordeling van subsidieaanvragen onderstaande, door de minister vastgestelde, criteria (beleidsregels) gehanteerd.
De subsidies voor de regeling processtimulering Nationale Landschappen en processtimulering Stedelijke netwerken zijn met ingang van 1 januari 2005 beëindigd.
Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)
Het beschikbare subsidiebudget zal conform de in de staatscourant d.d. 28 januari 2003 gepubliceerde regeling worden besteed.
Processtimulering in het kader van Interreg III programma’s
Betreft het subsidieplafond 2005 voor de in de staatscourant d.d. 4 april 2003 gepubliceerde regeling.
Processtimulering uitvoering Nota Ruimte
Het ruimtelijk beleid is gericht op krachtige steden en een vitaal platteland, versterking van de internationale concurrentiepositie, borging van veilgheid en borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden. In de begroting van het Directoraat-Generaal Ruimte is beperkt ruimte opgenomen voor mede financiering van projekten en activiteiten die bijdragen aan het proces van doorwerking van het beleid uit de Nota Ruimte. Als speerpunten voor stimulering van de doorwerking gelden het beleid voor de stedelijke netwerken, de nationale landschappen en de relatie tussen ruimte en water.
Uitwerking van de hoofddoelen van de Nota Ruimte geven het volgende beeld:
Krachtige steden en een vitaal platteland
Krachtige steden zijn steden die kansen bieden aan burgers en veilig en prettig zijn om in te verblijven. Maatregelen die hieraan bijdragen zijn herstructurering, stedelijke vernieuwing, transformatie en ontwikkeling van stedelijke centra. Samenwerking, afstemming en taakverdeling tussen steden en stedelijke regio’s zijn belangrijk bij het creëren van kansen om een oplossing te bieden voor problemen die spelen op economisch en sociaal-cultureel gebied. Datzelfde geldt voor behoud van het stedelijk draagvlak voor voorzieningen, benutting van reeds gedane investeringen (in onder meer infrastructuur) en behoud van voldoende stedelijke ‘massa’ en de daarbijbehorende economische agglomeratievoordelen. Het beleid is daarom gericht op bundeling van de verstedelijking in (nationaal) stedelijke netwerken.
Grote delen van Nederland staan aanzienlijke veranderingen te wachten in de agrarische sector. Leefbaarheid en vitaliteit van verschillende gebieden neemt af. In combinatie met de consequenties van klimaatsverandering en de daling van de bodem zijn deze ontwikkelingen van grote invloed op het ruimtegebruik, water- en bodembeheer en de ecologische en landschappelijke ontwikkeling.
In de Nota Ruimte worden ruimtelijke voorwaarden voor een vitaal platteland gecreëerd. Het gaat er daarbij om de middelen en de inzet enerzijds te richten op een vernieuwd sociaal-economisch draagvlak met behoud van de sociaal-culturele identiteit en anderzijds gericht bij te dragen aan kwaliteitsborging en -verbetering van de groene ruimte (water, natuur, toerisme, recreatie en landschapsontwikkeling).
Versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland
Herstel van het groeivermogen van de Nederlandse economie is nodig en dat vraagt om maatregelen op een breed scala van beleidsterreinen. Zo zal er ruimte nodig zijn voor internationaal opererende bedrijven in de grootstedelijke gebieden en rond de mainports. Tevens is een goed functionerende verkeers- en vervoersinfrastructuur en een betrouwbare bereikbaarheid een belangrijke randvoorwaarde voor groeibevordering. Verder wil het rijk de innovatiekracht vergroten door uitwisseling en toepassing van kennis en verdergaande netwerk- en clustervorming te stimuleren.
Borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden
De Nota Ruimte biedt de benodigde ruimtelijke randvoorwaarden voor borging en ontwikkeling van (inter) nationale waarden op het terrein van ecologie, landschap en cultuur. Dit komt in het bijzonder tot uitdrukking in het beleid voor de nationale landschappen en de ecologische hoofdstructuur.
Om de veiligheid tegen overstromingen beter te waarborgen en de schade door wateroverlast en watertekorten beter te voorkomen is in de Nota Ruimte opgenomen dat ‘water’, als een structurerend principe, een integraal onderdeel wordt van de ruimtelijke planvorming en zullen ingrijpende aanpassingen in het watersysteem en de waterhuishouding doorgevoerd worden.
Verder draagt het ruimtelijk beleid bij om ook de externe veiligheid voor de burgers te vergroten.
Verbetering van de sociale veiligheid is een integraal onderdeel van het beleid gericht op krachtige steden.
De subsidievrager is een overheid, dan wel een samenwerkingsverband van publieke lichamen, provincies, schappen. Particulieren komen niet in aanmerking als aanvrager. Projecten zijn gericht op een aantoonbare verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied waarop het project betrekking heeft en leveren een bijdrage aan het bereiken van bovenstaande doelen.
Het te verlenen subsidiebedrag vormt maximaal 75% van de totale werkelijke kosten, tot een maximum van € 100.000,–
Subsidieverlening voor nieuwe aanvragen is mede afhankelijk van de ruimte in het voor doelsubsidies beschikbare budget.
De aanvrager dient in het subsidieverzoek aan te tonen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– Het project is zowel financieel als bestuurlijk haalbaar;
De te subsidiëren activiteiten dienen in 2005 plaats te vinden of te worden gestart. Voor reeds afgeronde activiteiten wordt geen subsidie verleend.
– Het project is uitvoeringsgericht; Het subsidieverzoek bevat informatie over de organisatiestructuur, het draagvlak, de planning, een gedetailleerde begroting, concrete resultaten waarnaar gestreefd wordt en indien van toepassing ter zake doende offertes.
Het subsidieverzoek bevat tevens een overzicht van het totale projectbudget, inclusief bijdragen van eventuele medefinanciers, waaruit blijkt dat een financiële bijdrage in de vorm van een subsidie uit dit budget noodzakelijk is.
Aanvragen voor nieuwe subsidies kunnen tot 1 september 2005 worden ingediend.
Aanvragen voor subsidie voor projecten kunnen onder vermelding van ‘Verzoek om bijdrage aan processtimulering uitvoering Nota Ruimte’ naar onderstaand adres worden gestuurd:
Ministerie van VROM, Directoraat-Generaal Ruimte
IPC 360 en/of IPC 370
Postbus 30940
2500 GX Den Haag
Inlichtingen kunnen worden ingewonnen bij de afdeling Publieksvoorlichting van het Ministerie van VROM 070 3393939
Doelsubsidies vakorganisaties en overige subsidies 2005
De minister van VROM verleent in een aantal gevallen doelsubsidies aan vakorganisaties die een nationaal of internationaal forum bieden voor het ontwikkelen en het uitwisselen van kennis op het vlak van planologie en ruimtelijke ordening in Nederland. De activiteiten van deze organisaties leveren een duidelijke bijdrage aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen van het Directoraat-Generaal Ruimte. Voor deze subsidies worden bij voorkeur meerjarige afspraken gemaakt, die regelmatig worden getoetst. Op dit moment bestaan meerjarige afspraken met het NIROV, IFHP, ISOCARP en Forum Stedelijke Vernieuwing.
Naast doelsubsidies worden subsidies aan andere overheden, privaatrechtelijke instellingen en maatschappelijke organisaties verleend ten behoeve van de uitvoering van projecten en activiteiten op het vlak van planologie en ruimtelijke ordening in Nederland, die een vernieuwende bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen van het Directoraat-Generaal Ruimte.
De subsidie-aanvrager is een rechtspersoon, overheid dan wel een privaatrechtelijke instelling.
Beoordeling van doelsubsidies aan vakorganisaties
• Nieuwe aanvragen voor een doelsubsidie worden getoetst op de relevantie van de bijdrage die de organisatie én de voorgenomen activiteiten bieden aan het ontwikkelen en uitwisselen van kennis op het vlak van planologie en ruimtelijke ordening in Nederland. De subsidie-aanvrager zal in ieder geval concreet moeten aantonen te beschikken over reeds opgebouwde ervaring en kennis en voldoende bereik binnen het vakgebied. Tevens dient te worden aangetoond dat de activiteiten anders dan met een financiële bijdrage in de vorm van een subsidie uit dit budget niet kunnen worden gerealiseerd.
• Gezien het meerjarig karakter van doelsubsidies, is subsidieverlening voor nieuwe aanvragen mede afhankelijk van de ruimte in het voor doelsubsidies beschikbare budget.
Beoordeling van overige subsidies
• De te subsidiëren activiteiten dienen in 2005 plaats te vinden of te worden gestart. Subsidieaanvragen dienen te zijn ingediend voor afronding van de te subsidiëren activiteiten.
• De activiteit of het project waarvoor subsidie wordt gevraagd heeft tot doel nieuwe kennis en inzichten te stimuleren op het vlak van planologie en ruimtelijke ordening in Nederland en daarmee ook een vernieuwende bijdrage te leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen van DGR.
• De subsidie-aanvrager moet aantonen dat anders dan met een financiële bijdrage in de vorm van een subsidie uit dit budget, de activiteit of het project niet kan worden gerealiseerd.
Voorwaarden doelsubsidies aan vakorganisaties
• Aanvragen voor nieuwe doelsubsidies kunnen tot 1 september 2005 worden ingediend.
• Aanvragen voor doelsubsidies waarover reeds meerjarige afspraken zijn gemaakt dienen voor 1 maart 2005 te worden ingediend.
• Bij de aanvraag voor een doelsubsidie dienen de volgende bescheiden te worden gevoegd: een beschrijving van de doelstellingen en beoogde resultaten voor de periode 2005 – 2006, een (concept) werk- en activiteitenplan voor het kalenderjaar 2005, een begroting van inkomsten en uitgaven voor het jaar 2005, de (voorlopige) resultatenrekening en balans over het jaar 2004, alsmede een specificatie van die activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.
• Aan een subsidieverlening worden nadere voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden hebben betrekking op de te subsidiëren activiteiten, de hoogte en duur van de subsidie, te genereren andere inkomsten, en de wijze en termijn van bevoorschotting en verantwoording.
• Aanvragen voor overige subsidies ten behoeve van activiteiten en projecten die starten in 2005 dienen uiterlijk 1 september 2005 te worden ingediend. Op deze aanvragen wordt voor 1 november 2005 beslist.
• Bij de aanvraag voor een subsidie dienen de volgende bescheiden te worden gevoegd: een beschrijving van de doelstelling en de activiteiten, beoogde resultaten en de wijze waarop hieraan bekendheid wordt gegeven, een gespecificeerde begroting van inkomsten en uitgaven voor de activiteit of het project waarvoor subsidie wordt gevraagd, inzicht in de noodzaak van een financiële bijdrage in de vorm van een subsidie.
• Aan een subsidieverlening worden nadere voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden hebben betrekking op de te subsidiëren activiteiten, de hoogte van de subsidie en te genereren andere inkomsten, en de wijze en termijn van verantwoording.
Aanvragen kunnen naar onderstaand adres worden gestuurd:
Ministerie van VROM, Directoraat-Generaal Ruimte
Directie Visievorming en Ontwerp, IPC 350
Postbus 30940
2500 GX Den Haag
Nadere informatie kan worden ingewonnen bij het cluster Bedrijfsvoering en Ondersteuning van de Directie Visievorming en Ontwerp (070 – 339 2538).
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Sybilla M. Dekker
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2005-113-p27-SC70404.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.