Wijziging Subsidieregeling jonge agrariërs

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 juni 2005, nr. TRCJZ/2005/1723, houdende wijziging van de Subsidieregeling jonge agrariërs

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op titel II, hoofdstuk I, van verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van de Europese Unie van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PbEG L160);

Gelet op verordening (EG) nr. 817/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 april 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (PB L 153);

Gelet op het programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling voor Nederland met betrekking tot de programmaperiode 2000–2006, zoals goedgekeurd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen bij beschikking nr. C (2000) 2751 def. van 28 september 2000, inclusief de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen goedgekeurde wijzigingen van dit programmeringsdocument;

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling jonge agrariërs1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 10.000.000,00’ vervangen door: € 15.000.000,00.

2. Aan het derde lid worden, onder vervanging van het leesteken punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, de volgende onderdelen toegevoegd:

c. c. voor de provincie Noord-Brabant ten bedrage van: € 500.000,00;

d. voor de provincie Noord-Holland ten bedrage van: € 500.000,00;

e. voor de provincie Overijssel ten bedrage van: € 600.000,00;

f. voor de provincie Zeeland ten bedrage van: € 300.000,00.

B

In artikel 9, tweede lid, wordt ‘in de provincie Gelderland, onderscheidenlijk in de provincie Limburg’ vervangen door: in de provincie Gelderland, onderscheidenlijk in de provincie Limburg, onderscheidenlijk in de provincie Noord-Brabant, onderscheidenlijk in de provincie Noord Holland, onderscheidenlijk in de provincie Overijssel, onderscheidenlijk in de provincie Zeeland.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 april 2005.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

In de brief van 27 mei 2005 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken 2004–2005, 29 800 XIV, nr. 84) heb ik, in antwoord op de vragen gesteld door het lid van de SGP-fractie Van der Vlies en het lid van de LPF-fractie Van As, aangekondigd het budget, dat dit jaar beschikbaar is voor de Subsidieregeling jonge agrariërs (hierna: subsidieregeling), te willen verhogen met € 5.000.000,00. Ook meldde ik dat naast de provincies Gelderland en Limburg, ook de provincies Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel en Zeeland additionele financiële middelen ter beschikking hebben gesteld ten behoeve van de in de desbetreffende provincies gevestigde jonge agrariërs. Tegen deze achtergrond kondigde ik aan de subsidieregeling te zullen wijzigen, aan welk voornemen de onderhavige regeling uitvoering geeft (Artikel I).

De onderhavige regeling werkt terug tot en met de datum van de inwerkingtreding van de oorspronkelijke subsidieregeling. Dit betekent dat bij de door loting bepaalde rangschikking eerst het met de onderhavige regeling tot € 15.000.000,00 opgehoogde budget wordt aangesproken. Bij overschrijding van dit subsidieplafond worden – overeenkomstig de in artikel 9, tweede lid, van de subsidieregeling neergelegde systematiek – de provinciale budgetten aangesproken.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2005, 71.

Naar boven