Aan: de Ministers
Onderwerp: Acties tsunamiramp Azië
Doelstelling: informatieverstrekking
Juridische grondslag: geen
Relaties met andere circulaires: geen
Ingangsdatum: 13 januari 2005
Geldig tot:
In het kader van de hulpacties ten behoeve van de slachtoffers van de
ramp in Azië hebben werkgevers en werknemers in het bedrijfsleven en
bij de overheid een aantal hartverwarmende initiatieven genomen. Het betreft
hier onder meer het schenken van een of meer uren salaris, het doneren van
vakantie-uren en het zich aanmelden als vrijwilliger om ter plaatse hulp te
verlenen. Ter ondersteuning van die initiatieven zal het Ministerie van Financiën
het equivalent van de belasting- en premieopbrengsten van door werknemers
gedoneerde vakantie-uren overmaken aan giro 555 van de Samenwerkende Hulporganisaties
ten behoeve van de hulp aan de slachtoffers van de zeebeving in Azië.
Hiermee kan alsnog het volledige bedrag aan donaties via vakantie-uren ten
goede komen aan de nationale actie.
De bijzondere maatregel met betrekking tot de loonheffing en premie werknemersverzekeringen
geldt alleen voor situaties waarbij de werknemer afziet van vakantie-uren
en is niet van toepassing op het schenken van een of meer uren salaris. Om
voor deze bijzondere maatregel in aanmerking te komen moeten uiterlijk 31
maart 2005 de volgende gegevens zijn aangeleverd bij de aanspreekpunten van
de Belastingdienst (zie www.belastingdienst.nl):
a. het bedrag aan loonheffing en premies werknemersverzekeringen dat is
(of zal worden) ingehouden over de geschonken vakantie-uren;
b. de datum waarop de tegenwaarde van de geschonken vakantie-uren is overgemaakt
aan de hulporganisaties.
Bovendien geldt als voorwaarde dat de betaling aan de hulporganisaties
eveneens uiterlijk 31 maart 2005 moet hebben plaatsgevonden.
Omdat het de overheidswerkgever niet past om ambtenaren die vakantie-uren,
bedoeld in artikel 22 van het ARAR, willen verkopen ten behoeve van de slachtoffers
van de ramp in Azië te beperken in het aantal uren dat zij willen verkopen,
is besloten dat geen maximum geldt voor het aantal vakantie-uren dat voor
dit doel wordt verkocht en dat geen rekening behoeft te worden gehouden met
het minimum aantal vakantie-uren, bedoeld in artikel 22, dertiende en zestiende
lid en artikel 23, tweede lid, van het ARAR.
Ambtenaren die met gebruikmaking van de hiervoor beschreven faciliteiten
vakantie-uren willen verkopen dienen dit vóór 1 februari 2005
op te geven door middel van een speciaal daartoe bestemd formulier dat als
bijlage bij deze brief is gevoegd. Dit formulier kan ook worden gedownload
via www.minbzk.nl.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor
deze,
De directeur-generaal Management Openbare Sector,
R.IJ.M. Kuipers.