Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Defensie | Staatscourant 2005, 11 pagina 11 | Overig |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen
Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2005
Besluit van de Minister van Defensie houdende vaststelling van een nieuwe algemene regeling inzake de verlening van mandaat, volmacht en machtiging (Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2005)
21 december 2004
Nr. F/2004013912.2
De Minister van Defensie,
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. ministerie: het Ministerie van Defensie;
b. bewindspersoon: de Minister van Defensie, onderscheidenlijk de Staatssecretaris van Defensie;
c. Secretaris-Generaal: de Secretaris-Generaal van het ministerie, waaronder mede begrepen de functionaris die door de Secretaris-Generaal schriftelijk is aangewezen om bij afwezigheid van de Secretaris-Generaal diens functie waar te nemen;
d. diensthoofd: degene die is belast met de leiding van een dienstonderdeel van het ministerie;
e. mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon besluiten te nemen;
f. volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
g. machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
1. Aan de Secretaris-Generaal wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot aangelegenheden als bedoeld in het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2005.
2. De verlening van bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, omvat niet:
a. de bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien;
b. de bevoegdheid tot het beslissen op een bezwaarschrift indien het besluit waartegen het bezwaar zich richt door een bewindspersoon of door de Secretaris-Generaal is genomen;
c. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten of tot het verrichten van andere handelingen, neergelegd in een document, gericht tot:
1°. de Koningin;
2°. de Raad van State of de Raad van State van het Koninkrijk, in gevallen waarin de Raad wordt gehoord over voorstellen van wet en ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur, alsmede over voorstellen tot goedkeuring van verdragen door de Staten-Generaal;
3°. de ministerraad of de ministerraad van het Koninkrijk;
4°. een minister of een staatssecretaris;
5°. de kamers der Staten-Generaal;
6°. de Algemene Rekenkamer.
1. De Secretaris-Generaal kan de aan hem verleende bevoegdheden geheel of gedeeltelijk doorverlenen aan functionarissen binnen zijn dienstonderdeel, dan wel aan de overige diensthoofden. De Secretaris-Generaal kan daarbij toestaan dat verdere doorverlening plaatsvindt.
2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
3. De Secretaris-Generaal draagt er zorg voor dat een register wordt aangehouden van de functionarissen binnen het ministerie aan wie krachtens het eerste lid mandaat, volmacht of machtiging is verleend. In dit register wordt tevens de inhoud van de verleende bevoegdheden vastgelegd.
Een document dat krachtens mandaat, volmacht of machtiging wordt ondertekend bevat aan het slot de volgende formule:
De Minister/Staatssecretaris van Defensie,
voor deze:
........ (functie, handtekening en naam van de ondertekenaar).
De Algemene mandaatregeling Defensie 1992 wordt ingetrokken.
Na de inwerkingtreding van dit besluit berusten de Mandaatregeling 1992 SG-diensthoofden, de Submandaatregeling dienstonderdeel SG 1995, alsmede de krachtens die regelingen vastgestelde besluiten, op artikel 3, eerste lid.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
Dit besluit wordt aangehaald als: Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2005.
Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen dit besluit door binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een bezwaarschrift in te dienen bij de Minister van Defensie.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Toelichting
Het Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2005 vervangt de Algemene mandaatregeling Defensie 1992. De aanleiding voor deze vervanging is de totstandkoming van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2005, waarin een nieuw besturingsmodel voor het Ministerie van Defensie is vastgelegd. Als gevolg hiervan was een groot aantal verwijzingen in de Algemene mandaatregeling Defensie 1992 niet meer juist. Ook bleek de in die mandaatregeling opgenomen terminologie niet geheel aan te sluiten bij die van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die per 1 januari 1998 is aangevuld met een algemene regeling omtrent mandaat. Ten slotte kon, eveneens als gevolg van de algemene regeling in de Awb, een groot aantal bepalingen worden geschrapt.
De in verband met een en ander aan te brengen wijzigingen in de Algemene mandaatregeling Defensie 1992 bleken dermate omvangrijk dat niet is gekozen voor wijziging van dat besluit, doch voor intrekking en vervanging door een geheel nieuwe regeling.
In dit artikel zijn, evenals in artikel 1 van de Algemene mandaatregeling Defensie 1992, de gebruikelijke begripsbepalingen opgenomen. Nieuw zijn de definities die zijn opgenomen in de onderdelen f en g: ‘volmacht’ en ‘machtiging’. De definitie van ‘mandaat’ is gewijzigd, in aansluiting op de terminologie van de Awb.
Artikel 10:1 van de Awb omschrijft ‘mandaat’ als de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (i.c. de Minister van Defensie) besluiten te nemen. Besluiten zijn schriftelijke publiekrechtelijke rechtshandelingen (art. 1:3 van de Awb). Publiekrechtelijk wil zeggen dat het gaat om handelingen die als typisch voor de overheid worden beschouwd, bijvoorbeeld het nemen van beschikkingen. Rechtshandelingen zijn handelingen die worden verricht met de bedoeling om bepaalde rechtsgevolgen in het leven te roepen. De krachtens mandaat genomen besluiten gelden juridisch gezien als besluiten van de Minister van Defensie zelf.
Naast het nemen van besluiten worden namens de Minister van Defensie ook privaatrechtelijke rechtshandelingen verricht, zoals bijvoorbeeld het afsluiten van verwervingsovereenkomsten met derden. Voor het sluiten van dergelijke overeenkomsten namens de Minister van Defensie is ‘volmacht’ vereist.
Tenslotte worden namens de Minister van Defensie handelingen verricht die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Een voorbeeld van deze handelingen is de behandeling van klachten op grond van hoofdstuk 9 van de Awb. In een dergelijk geval is sprake van ‘machtiging’.
Het eerste lid van dit artikel komt inhoudelijk overeen met artikel 2 van de Algemene mandaatregeling Defensie 1992. Aan de Secretaris-Generaal wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot in beginsel alle aangelegenheden als bedoeld in het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2005.
Het tweede lid brengt op deze verlening van bevoegdheden een aantal beperkingen aan.
De beperkingen in de onderdelen a en b van het tweede lid houden verband met artikel 10:3 van de Awb. Ingevolge artikel 10:3, tweede lid, onder a, van de Awb wordt mandaat in ieder geval niet verleend indien het betreft een bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien. Als algemeen verbindend voorschrift, vastgesteld vanwege het Rijk, wordt beschouwd een naar buiten werkende algemene regel, vastgesteld bij of krachtens wet dan wel, in bijzondere gevallen, bij of krachtens zelfstandige algemene maatregel van bestuur. Interne defensieregels ontberen het element ‘naar buiten werkende’ van algemeen verbindende voorschriften. Ter zake van de vaststelling van interne voorschriften wordt derhalve wel mandaat verleend. Overigens kan het in de praktijk wenselijk blijken te zijn dat een bepaald intern werkend defensievoorschrift ter vaststelling aan de Minister van Defensie wordt aangeboden.
Overeenkomstig artikel 10.3, derde lid, van de Awb kan het mandaat zich niet uitstrekken tot het beslissen op een bezwaarschrift indien degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, het besluit krachtens mandaat heeft genomen. Hiermee wordt de objectiviteit van de beslissing op het bezwaarschrift gewaarborgd.
De beperkingen, die in onderdeel c van het tweede lid zijn opgenomen, komen grotendeels overeen met die in artikel 3 van de Algemene mandaatregeling Defensie 1992.
In artikel 3 is de mogelijkheid opgenomen om ondermandaat, onderscheidenlijk -volmacht of -machtiging te verlenen. Op deze wijze kunnen de bevoegdheden op lagere niveaus in de organisatie worden gelegd. Een besluit tot het verlenen van ondermandaat, -volmacht of -machtiging zal, indien algemeen van aard, steeds schriftelijk moeten worden genomen en dient in beginsel op dezelfde wijze te zijn bekendgemaakt als het besluit waarin de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, -volmacht of -machtiging is vastgelegd. Vandaar dat in het tweede lid een bekendmakingsvoorschrift is opgenomen (mededeling in de Staatscourant).
Het derde lid bevat de verplichting om een zogenoemd ‘mandaatregister’ aan te leggen. Deze verplichting was eerder in artikel 5 van de Algemene mandaatregeling Defensie 1992 neergelegd.
Artikel 4 bevat het gebruikelijke ondertekeningsblok, dat overeenkomt met dat in artikel 12 van de van de Algemene mandaatregeling Defensie 1992.
Aangezien de Algemene mandaatregeling Defensie 1992 wordt ingetrokken, vervalt ook de bepaling op basis waarvan een aantal ondermandaatregelingen (de Mandaatregeling 1992 SG-diensthoofden, de Submandaatregeling dienstonderdeel SG 1995 en krachtens die regelingen vastgestelde regelingen) is vastgesteld. Artikel 6 verschaft aan deze regelingen een nieuwe basis.
De Minister van Defensie,
H.G.J. Kamp
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2005-11-p11-SC68488.html