Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie | Staatscourant 2005, 103 pagina 13 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie | Staatscourant 2005, 103 pagina 13 | Overig |
Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 27 mei 2005, nr. 5349656/05/DVB, tot het verlengen van een besluitmoratorium en een vertrekmoratorium voor asielzoekers afkomstig uit Ivoorkust
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
Gelet op artikel 43, aanhef onder b, en artikel 45, lid 4 van de Vreemdelingenwet 2000;
Overwegende:
dat de verwachting bestaat dat de situatie in Ivoorkust, ten gevolge waarvan asielzoekers stellen bescherming te behoeven, van korte duur zal zijn;
dat als gevolg hiervan een besluitmoratorium voor asielaanvragen van personen afkomstig uit Ivoorkust zal worden verlengd tot 27 november 2005;
dat in deze situatie voor Ivoorkust een vertrekmoratorium nog immer is geïndiceerd en derhalve wordt verlengd, eveneens tot 27 november 2005.
Besluit:
De termijn, bedoeld in artikel 42 van de Vreemdelingenwet 2000, wordt voor vreemdelingen afkomstig uit Ivoorkust, die een aanvraag hebben ingediend tot verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel, verlengd met één jaar.
De verstrekkingen voorzien bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers of een ander wettelijk voorschrift dat soortgelijke verstrekkingen regelt, worden voor vreemdelingen afkomstig uit Ivoorkust niet beëindigd.
Overeenkomstig artikel 4, tweede lid, onder b van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen (RVA 2005), geeft de indiening van een tweede of volgende asielaanvraag door asielzoekers afkomstig uit Ivoorkust recht op opvang.
Overeenkomstig artikel 3, derde lid, aanhef en onder h van de Regeling verstrekkingen Asielzoekers, bestaat er voor vreemdelingen die onder de werking vallen van artikel 45, vierde lid van de Vreemdelingenwet 2000 een recht op opvang.
Artikel 1, 2, en 3 van dit besluit zijn niet van toepassing op vreemdelingen afkomstig uit Ivoorkust op wie de volgende bepalingen van toepassing zijn: artikel 30, dan wel artikel 31, tweede lid, onder h, i, en k van de Vreemdelingenwet 2000 en het beleid hieromtrent zoals neergelegd in C1/6.4 Vreemdelingencirculaire 2000.
Dit besluit treedt in werking twee dagen na publicatie in de Staatscourant en geldt tot 27 november 2005.
Met artikel 1 van het onderhavige besluit is het besluitmoratorium verlengd voor vreemdelingen afkomstig uit Ivoorkust, inhoudende dat de wettelijke termijn waarbinnen op de asielaanvraag een beschikking gegeven dient te worden, verlengd wordt met een periode van één jaar. Het besluitmoratorium wordt verlengd tot 27 november 2005.
Gezien de recente positieve ontwikkelingen in Ivoorkust kan worden gesteld dat er uitzicht bestaat op het verbeteren van de veiligheidssituatie in dit land. Hierbij bestaat de verwachting dat de situatie in Ivoorkust, ten gevolge waarvan asielzoekers stellen bescherming te behoeven, van korte duur zal zijn; dit vanwege de vredesregeling Linas-Marcousis, waarvan de uitvoering wordt afgewacht. De periode waarvoor het besluitmoratorium geldt geeft de mogelijkheid nadere ontwikkelingen in de situatie af te wachten. De individuele vreemdelingen zullen in de komende periode wel in de gelegenheid worden gesteld zich omtrent de asielaanvraag te doen horen.
Met artikel 2 van het onderhavige besluit wordt het vertrekmoratorium dat geldt voor asielzoekers afkomstig uit Ivoorkust sedert 27 november 2004 verlengd. Dit houdt in dat verstrekkingen voorzien bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers of een ander wettelijk voorschrift dat soortgelijke verstrekkingen regelt, niet worden beëindigd. Het gaat daarbij concreet om verstrekkingen op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen (Rva 2005) en de gemeentelijke voorzieningen op grond van de Invoeringswet Vreemdelingenwet 2000 en de voormalige Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (Zorgwet VVTV). Ingevolge het onderhavige besluit worden verstrekkingen op grond van bovengenoemde wettelijke voorschriften, daar waar het gaat om rechtmatig verwijderbare asielzoekers respectievelijk rechtmatig verwijderbare ex-VVTV’ers, gedurende het vertrekmoratorium niet beëindigd.
De categorie vreemdelingen op wie het vertrekmoratorium van toepassing is, wordt geacht rechtmatig verblijf te hebben als bedoeld in artikel 45, vijfde lid Vreemdelingenwet 2000.
In artikel 3 van het onderhavige besluit is tot uitdrukking gebracht dat ingevolge de Memorie van Toelichting bij de Vreemdelingenwet 2000 en de Vreemdelingencirculaire 2000, tijdens de werking van een vertrekmoratorium de opvang ook wordt opengesteld voor vreemdelingen voor wie de opvang reeds was beëindigd op het moment waarop het vertrekmoratorium wordt ingesteld. Om opnieuw voor opvang in aanmerking te komen is geen nieuwe asielaanvraag noodzakelijk. Wel moet men eerder een asielaanvraag hebben ingediend en moet men zich melden bij het Aanmeldcentrum Ter Apel om voor opvang in aanmerking te komen.
Als deze vreemdelingen een nieuwe aanvraag indienen, gebaseerd op de omstandigheid dat een vertrekmoratorium van kracht is, dan geeft het indienen van deze aanvraag, gelet op artikel 4, tweede lid, aanhef en onder b regeling verstrekkingen asielzoekers, recht op opvang, behoudens de in artikel 5 van dit besluit genoemde uitzonderingen.
Bij artikel 5 van het onderhavige besluit is bepaald dat het besluitmoratorium en het vertrekmoratorium (inclusief het recht op opvang bij indiening van een tweede of volgende aanvraag) niet van toepassing zijn op vreemdelingen afkomstig uit Ivoorkust op wie de volgende bepalingen van toepassing zijn: artikel 30, dan wel 31, tweede lid, onder h, i en k van de Vreemdelingenwet 2000. De in artikel 30 Vreemdelingenwet 2000 opgenomen imperatieve afwijzingsgronden staan toepassing van artikel 43 en van artikel 45, vierde lid Vreemdelingenwet 2000 in de weg. Dit is eveneens het geval indien artikel 31, tweede lid onder h, i en k Vreemdelingenwet 2000 van toepassing is. Bij artikel 31, tweede lid onder k, Vreemdelingenwet 2000 wordt verwezen naar het openbare orde beleid zoals neergelegd in C1/5.13 Vreemdelingencirculaire 2000. Het beleid zoals neergelegd in C1/6.4 Vreemdelingencirculaire 2000 is van toepassing.
In het onderhavige besluit is de facto bepaald dat het besluitmoratorium voor Ivoorkust wordt verlengd en eindigt op 27 november 2005. Op deze datum eindigt tevens het op grond van het onderhavige besluit verlengde vertrekmoratorium. Met betrekking tot de beëindiging van het vertrekmoratorium zij het nog gewezen op het volgende. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in de Memorie van Toelichting bij de Vreemdelingenwet 2000 herleven de rechtsgevolgen van de afwijzing van de beschikking in ieder geval op 27 november 2005 of zoveel eerder de Minister het besluit intrekt. Tegen de beëindiging van rechtswege staan overigens geen rechtsmiddelen open.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
M.C.F. Verdonk
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2005-103-p13-SC70170.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.