Wijziging Subsidieregeling ESF-3 en ESF3-beleidskader 2001

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 mei 2005, Directie Arbeidsmarktbeleid, nr AM/ESM/05/28339, tot wijziging van de Subsidieregeling ESF-3 en het ESF3-beleidskader 2001 als bedoeld in artikel 4 van die subsidieregeling

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Subsidieregeling ESF-3;

Besluit:

Artikel I

Bijlage 1, bedoeld in artikel 11, zesde lid, van de Subsidieregeling ESF-31 wordt vervangen door bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel II

Aan artikel 2a, eerste lid, van de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 juni 2001, nr. AM/ESM/01/40870, houdende ESF3-beleidskader 2001 als bedoeld in artikel 4 van de Subsidieregeling ESF-32 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel III

Bijlage 2 bij het ESF-3 Beleidskader 2001, behorende bij de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 juni 2001, nr. AM/ESM/01/40870, houdende ESF3-beleidskader 2001 als bedoeld in artikel 4 van de Subsidieregeling ESF-3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de lijst van tot het doen van aanvragen gerechtigde organisaties wordt ‘Stichting Sectorfonds Verzekeringsbedrijfstak’ vervangen door: Stichting Sectorfonds Financiële Dienstverlening.

2. Aan de lijst van tot het doen van aanvragen gerechtigde organisaties wordt toegevoegd:

Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen

Stichting Scholing en Werving NS

Stichting Fonds voor Arbeidsmarktbeleid en Opleidingen Thuiszorg.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlage 1 bij deze regeling in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 mei 2005.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Bijlage 1

Bijlage 1, bedoeld in artikel 11, zesde lid, van de Subsidieregeling ESF-3, bij Subsidieregeling ESF-3 door begunstigde ten behoeve van evaluatie vast te leggen gegevens

De door de begunstigde ten behoeve van evaluatie vast te leggen gegevens omvatten in ieder geval met betrekking tot:

a. Activerend arbeidsmarktbeleid voor werkzoekenden en arbeidsgehandicapten:

(bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Subsidieregeling ESF-3)

• identificerend kenmerk project

– door de minister toegekend projectnummer;

– verondersteld wordt dat dit kenmerk een zodanige koppeling met de projectadministratie mogelijk maakt, dat gegevens kunnen worden toegevoegd over de aard van het project, de – gemiddelde – kosten per deelnemer, de aanvragende en uitvoerende organisaties en dergelijke;

• identificerend kenmerk deelnemers

– naam, adres, postcode, woonplaats;

• persoongegevens deelnemers

– geboortedatum;

– geslacht;

– al dan niet woonachtig doelstelling 2 gebied (koppeling met postcode);

– fase-indeling (onbekend; fase 1, 2, 3 of 4 danwel fase A of B; fase nog nader te bepalen);

• ingangsdatum uitkering

• aard van het ingezette (vanuit ESF-gelden bekostigde) trajectinstrument

• duur van de toepassing van het trajectinstrument

– startdatum toepassing;

– einddatum toepassing;

b. Inzetbaarheid beroepsbevolking:

(bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Subsidieregeling ESF-3)

1e Preventie instroom in arbeidsongeschiktheid en verbetering arbeidsomstandigheden

• identificerend kenmerk project

– door de minister toegekend projectnummer;

– verondersteld wordt dat dit kenmerk een zodanige koppeling met de projectadministratie mogelijk maakt, dat gegevens kunnen worden toegevoegd over de aard van het project (onderscheiden in a. werkende zonder startkwalificatie, b. opscholing van werknemers, en c. sectoroverschrijdende scholing), de – gemiddelde – kosten per deelnemer, de aanvragende en uitvoerende organisaties en dergelijke;

• identificerend kenmerk deelnemers

– naam, adres, postcode, woonplaats;

• persoongegevens deelnemers

– geboortedatum;

– geslacht;

– al dan niet woonachtig doelstelling 2 gebied (koppeling met postcode);

• bedrijfstak

– 2-cijferige SBI-codering CBS;

• omvang bedrijf

– al dan niet 250 naar full-time werkweek herleiden werknemers die werkzaam zijn bij de juridische eenheid;

• opleidingsniveau vóór toepassing maatregel

– conform indeling Wet educatie en beroepsonderwijs;

– conform de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

• opleidingsniveau na toepassing maatregel

– al dan niet afronding opleiding;

– conform indeling Wet educatie en beroepsonderwijs;

– conform de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

– al dan niet EVC;

• beschrijving van de oorzaken voor risico’s op verzuim/arbeidsrisico’s en welke preventieve maatregelen daarop genomen worden. (Bijvoorbeeld: veel beeldschermwerk onder hoge tijdsdruk kan leiden tot RSI-verschijnselen. Een RSI-consulent is aangesteld en geschoold in het herkennen van belastende arbeidsomstandigheden.)

2e Vergemakkelijken van de combinatie arbeid en zorg

• identificerend kenmerk project

– door de minister toegekend projectnummer;

– verondersteld wordt dat dit kenmerk een zodanige koppeling met de projectadministratie mogelijk maakt, dat gegevens kunnen worden toegevoegd over de aard van het project, de – gemiddelde – kosten per deelnemer, de aanvragende en uitvoerende organisaties en dergelijke;

• identificerend kenmerk deelnemers (indien van toepassing)

– naam, adres, postcode, woonplaats;

• persoongegevens deelnemers (indien van toepassing)

– geboortedatum;

– geslacht;

– al dan niet woonachtig doelstelling 2 gebied (koppeling met postcode);

• combinatiefuncties

– gerealiseerd aantal combinatiefuncties;

– functiebeschrijving;

– duur van de functie;

– indien personeel op combinatiefuncties geschoold wordt, zie dan gegevens conform c. scholing van werkenden;

• dagarrangementen

– beschrijving van de projecten en de resultaten.

c. scholing van werkenden:

(bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Subsidieregeling ESF-3)

• identificerend kenmerk project

– door de minister toegekend projectnummer;

– verondersteld wordt dat dit kenmerk een zodanige koppeling met de projectadministratie mogelijk maakt, dat gegevens kunnen worden toegevoegd over de aard van het project (onderscheiden in a. werkende zonder startkwalificatie, b. opscholing van werknemers, en c. sectoroverschrijdende scholing), de – gemiddelde – kosten per deelnemer, de aanvragende en uitvoerende organisaties en dergelijke;

• identificerend kenmerk deelnemers

– naam, adres, postcode, woonplaats;

• persoongegevens deelnemers

– geboortedatum;

– geslacht;

– al dan niet woonachtig doelstelling 2 gebied (koppeling met postcode);

• bedrijfstak

– 2-cijferige SBI-codering CBS;

• omvang bedrijf

– al dan niet 250 naar full-time werkweek herleiden werknemers die werkzaam zijn bij de juridische eenheid;

• opleidingsniveau vóór toepassing maatregel

– conform indeling Wet educatie en beroepsonderwijs;

– conform de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

• opleidingsniveau na toepassing maatregel

– al dan niet afronding opleiding;

– conform indeling Wet educatie en beroepsonderwijs;

– conform de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

– al dan niet EVC;

• omschrijving outplacementtraject (indien van toepassing);

• omschrijving toegepast instrument ter ontwikkeling van loopbaanadvisering, bedrijfsopleidingsplan of persoonlijk opleidingsplan (indien van toepassing).

d. Artikel 4, tweede lid van de ESF-verordening 1784/99:

(bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van de Subsidieregeling ESF-3)

• identificerend kenmerk project

– door de minister toegekend projectnummer;

– verondersteld wordt dat dit kenmerk een zodanige koppeling met de projectadministratie mogelijk maakt, dat gegevens kunnen worden toegevoegd over de aard van het project, de – gemiddelde – kosten per deelnemer, de aanvragende en uitvoerende organisaties en dergelijke;

• omschrijving van (specifieke aard van) projectaanpak en resultaten

Indien van toepassing:

• identificerend kenmerk deelnemers

– naam, adres, postcode, woonplaats;

• persoongegevens deelnemers

– geboortedatum;

– geslacht;

– al dan niet woonachtig doelstelling 2 gebied (koppeling met postcode);

– fase-indeling (onbekend; fase 1, 2, 3 of 4, danwel fase A of B; fase nog nader te bepalen);

• ingangsdatum uitkering

• aard van het ingezette (vanuit ESF-gelden bekostigde) trajectinstrument

• duur van de toepassing van het trajectinstrument

– startdatum toepassing;

– einddatum toepassing;

e. Bestrijding voortijdig schoolverlaten

(bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van de Subsidieregeling ESF-3); of

f. Versterking beroepsbegeleidende leerweg:

(bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel f, van de Subsidieregeling ESF-3); of

g. Praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs:

(bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel g, van de Subsidieregeling ESF-3)

• identificerend kenmerk project

– door de minister toegekend projectnummer;

– verondersteld wordt dat dit kenmerk een zodanige koppeling met de projectadministratie mogelijk maakt, dat gegevens kunnen worden toegevoegd over de aard van het project (onderscheiden in bestrijding van voortijdig schoolverlaten, versterking van beroepsbegeleidende leerweg, praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs) de – gemiddelde – kosten per deelnemer, de aanvragende en uitvoerende organisaties en dergelijke;

• identificerend kenmerk deelnemers

– naam, adres, postcode, woonplaats;

• persoongegevens deelnemers

– geboortedatum;

– geslacht;

– al dan niet woonachtig doelstelling 2 gebied (koppeling met postcode);

• opleidingsniveau vóór en na toepassing van de maatregel

– BBL en VSV: aantal behaalde deelkwalificatie(s), conform Wet educatie beroepsonderwijs;

– praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs: aantal plaatsingen op de arbeidsmarkt.

Toelichting

De in artikel I vervatte wijziging voorziet erin dat de verwijzingen in Bijlage 1 van de Subsidieregeling ESF-3 naar de inmiddels niet meer bestaande Monitor Scholing en activering vervallen. Tevens is in deze bijlage een aanpassing opgenomen in verband met het Besluit experimenten SUWI (Stb. 2004, 132).

Met de wijziging die is opgenomen in artikel II wordt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangemerkt als aanvrager in de zin van artikel 2a van de regeling van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 juni 2001, nr. AM/ESM/01/40870, houdende ESF3-beleidskader 2001 als bedoeld in artikel 4 van de Subsidieregeling ESF-3.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt toegevoegd aan de kring van aanvragers omdat hij verantwoordelijk is voor het beheer van de Nederlandse politie, en de enige is die de korpsen financiert. Een aanvraag voor de scholing van politiekorpsen kan derhalve niet door de reeds bestaande aanvragers uitgevoerd worden. Daarbij is het om veiligheids- en privacy redenen niet wenselijk dat derde partijen betrokken worden bij de administratieve, organisatorische en controlerende aspecten die komen kijken bij een ESF-traject in de politie-organisatie.

Tot slot strekt de wijziging die is neergelegd in artikel III er toe dat de lijst van organisaties die gerechtigd zijn om subsidie op grond van de Subsidieregeling ESF-3 aan te vragen wordt geactualiseerd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

  • 1

    Stcrt. 2001, 118; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 15 juli 2004 (Stcrt. 133).

  • 2

    Stcrt. 2002, 46; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 13 december 2004 (Stcrt. 240).

Naar boven