Instellingsbesluit Comité Doelmatigheid, Inspectie-Effectiviteit en Transparantie

20 mei 2005

Nr. HDJZ/LUV/2005-1189

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het comité: het Comité Doelmatigheid, Inspectie-Effectiviteit en Transparantie;

b. de inspectie: de Inspectie Verkeer en Waterstaat;

c. de staatssecretaris: de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 2

1. Er is een Comité Doelmatigheid, Inspectie-Effectiviteit en Transparantie.

2. Het comité heeft tot taak het niveau van de dienstverlening en de daarmee verband houdende kosten van activiteiten waarvoor door de Luchtvaarttoezichteenheden van de Inspectie Verkeer en Waterstaat tarieven in rekening worden gebracht, te onderzoeken en te beoordelen.

3. Het comité doet onderzoek naar de inspectieactiviteiten van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en beoordeelt de daarmee verband houdende voorstellen voor tariefheffingen. Het comité gebruikt bij zijn onderzoek de volgende toetsingscriteria:

a. doelmatigheid,

b. kwaliteit,

c. inspectie-effectiviteit,

d. transparantie, en

e. kostendekkendheid.

4. Het comité kan overleg voeren over de financiële aspecten van lange-termijnontwikkelingen die van belang zijn voor de Luchtvaarttoezichteenheden van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Daarbij kan tevens rekening worden gehouden met vooruitzichten, trends en verwachtingen vanuit de optiek van het luchtvaartbedrijfsleven en personen die actief zijn in de luchtvaart.

Artikel 3

1. Het comité bestaat uit dertien leden, onder wie de voorzitter, en twaalf plaatsvervangende leden.

2. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden handelen zonder last en ruggespraak.

3. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden door de staatssecretaris benoemd en kunnen door de staatssecretaris worden geschorst en ontslagen.

4. Als voorzitter, tevens lid, van het comité wordt benoemd de heer R.L.O. Linschoten.

5. Als lid van het comité worden benoemd:

a. namens de grote commerciële luchtvaart: de heer Y. de Haan;

b. namens de kleine commerciële luchtvaart: mevrouw D. Eikelenboom en de heer S. Kooiman;

c. namens de recreatieve luchtvaart: de heer F. Paymans;

d. namens de luchthaven Schiphol: mevrouw M. Schermerhorn;

e. namens de regionale en kleine luchtvaartterreinen en heliplatforms: de heer P. Sterks;

f. namens de grote luchtvaarttechnische bedrijven: de heer F. Schaefers;

g. namens de kleine luchtvaarttechnische bedrijven: de heer F. Jansen;

h. namens de Inspectie Verkeer en Waterstaat: de heren J.H. Wilbrink, J. van Lieshout, S. Veenstra, en G.W.M. Beltman.

6. De in het vijfde lid genoemde en bedoelde instellingen en organisaties wijzen ieder een of meer plaatsvervangers aan.

Artikel 4

1. De bevindingen van het comité worden, zo vaak als het comité dit noodzakelijk acht, gerapporteerd aan de organisaties die in het comité zijn vertegenwoordigd, doch ten minste eenmaal per kalenderjaar.

2. De bevindingen van het comité worden neergelegd in een rapport waarin aanbevelingen aan de staatssecretaris ten aanzien van de toekomstige tarieven, bedoeld in artikel 2, tweede lid, zijn opgenomen.

Artikel 5

De commissie kan zich laten bijstaan door externe deskundigen en instanties.

Artikel 6

1. Het comité wordt bijgestaan door een secretaris. De secretaris is geen lid van het comité.

2. Als secretaris van het comité wordt benoemd de heer I.B. Sneep van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

3. De secretaris is voor zijn werkzaamheden voor het comité uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van het comité.

4. Na opheffing van het comité, of zoveel eerder als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, worden de archiefbescheiden van het comité overgedragen aan het centraal archief van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 7

1. Behoudens de beperkingen die bij of krachtens wet zijn gesteld, verstrekken de leden van het comité elkaar de informatie die nodig is om hun werkzaamheden in het comité adequaat te kunnen uitvoeren.

2. Een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van het comité en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijke voorschrift ter zake van de gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 8

De staatssecretaris stelt vóór 1 januari 2007 een verslag op over de werking en de effectiviteit van het comité. Indien het verslag daartoe aanleiding geeft, kan de staatssecretaris de geldigheid van dit besluit telkens verlengen voor de duur van één jaar.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 10

Dit besluit vervalt op 1 januari 2007.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.

Toelichting

De door de Inspectie Verkeer en Waterstaat gehanteerde tarieven voor inspectietaken in de luchtvaart zijn in 2003 door de luchtvaartsector ter discussie gesteld. In overleg met de luchtvaartsector heb ik in februari 2004 een commissie ingesteld, met vertegenwoordigers uit de luchtvaartsector en van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, die onder leiding stond van de heer R.L.O. Linschoten.

Deze commissie had als opdracht om mij een advies te doen toekomen omtrent de wijze waarop de kosten van de inspectietaken van de Inspectie VenW in de luchtvaart het best kunnen worden doorberekend.

Op 11 oktober 2004 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de voorstellen van de commissie en de wijze waarop ik daar invulling aan denk te geven (Kamerstukken II, 2004–2005, 29 800 XII, nr. 3). Het advies van de commissie luidde onder andere om een doelmatigheidstoets te verrichten als basis van toekomstige tariefstelling én om een overlegstructuur tussen de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de luchtvaartsector in te stellen met behulp waarvan de sector inzicht kan worden gegeven in de kwaliteit, de inspectie-effectiviteit, de doelmatigheid, de kosten en de tariefopbrengsten van de eenheden van de Inspectie Verkeer en Waterstaat die toezicht houden op de luchtvaart.

Met de instelling van het Comité Doelmatigheid, Inspectie-Effectiviteit en Transparantie geef ik invulling aan bovengenoemde adviezen van de commissie. In dit comité nemen zitting vertegenwoordigers van (branche)organisaties van luchtvaartbedrijven, van personen actief in de luchtvaart en van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

Het comité heeft tot taak het niveau van dienstverlening en de daarmee verband houdende kosten van activiteiten – waarvoor door de Luchtvaarttoezichteenheden van de Inspectie VenW tarieven in rekening worden gebracht – te onderzoeken en te beoordelen. Het comité doet onderzoek naar de inspectieactiviteiten van de Inspectie VenW en beoordeelt de daarmee verband houdende voorstellen voor tariefheffingen, waarbij als toetsingscriteria worden gebruikt:

– doelmatigheid,

– kwaliteit,

– inspectie-effectiviteit,

– transparantie, en

– kostendekkendheid.

Het comité wordt opgedragen om zijn bevindingen neer te leggen in een rapport, waarin aanbevelingen ten aanzien van de toekomstige tarieven zijn opgenomen. De aanbevelingen wegen zwaar mee in het besluitvormingsproces dat leidt tot de vaststelling van de Regeling tarieven luchtvaart zoals die met ingang van 1 januari 2007 moet gaan gelden. Indien aanbevelingen van het comité niet worden overgenomen, zal het comité daarvan gemotiveerd mededeling worden gedaan.

Het comité beëindigt zijn werkzaamheden uiterlijk op 31 december 2006.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Naar boven