Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2005, 10 pagina 11 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2005, 10 pagina 11 | Besluiten van algemene strekking |
Mandaatbesluit voor uitvoering Wet op het specifiek cultuurbeleid
2 december 2004
Nr. DK/AZ/2004/59966
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Met instemming van het bestuur van het Fonds Amateurkunst en Podiumkunsten (het FAPK);
Besluit:
In de regeling wordt verstaan onder:
a. de Staatssecretaris: de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
b. het FAPK: het Fonds Amateurkunst en Podiumkunsten;
c. mandaat: mandaat als bedoeld in titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
d. genormeerde ensembles: ensembles en instellingen op het gebied van kleinschalig muziektheater die in het kader van de Cultuurnota 2005–2008 een genormeerd subsidiebedrag ontvangen van minder dan € 100.000,00 per jaar.
1. Aan het bestuur van het FAPK wordt mandaat verleend om besluiten te nemen ter uitvoering van op grond van de Wet op het specifiek cultuurbeleid verleende meerjarige instellingssubsidies aan genormeerde ensembles in het kader van de Cultuurnota 2005–2008.
2. Het mandaat heeft uitsluitend betrekking op de bevoegdheden als bedoeld in:
– artikel 21 lid 2 Bbcu (bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing per boekjaar);
– artikel 23 lid 4 Bbcu (bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing van verzekeringsplicht);
– artikel 26 lid 2 Bbcu (bepalen percentage reserveringen);
– artikel 27 lid 3 Bbcu (toestemming voor overgang rechtspersoon);
– artikel 35 lid 2 Bbcu (bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing van titel 2.9 BW);
– artikel 49 Bbcu (buiten toepassing laten van artikelen die zijn gemandateerd);
– artikel 6 Regeling (betalen van voorschotten conform besluit tot verlening);
– artikel 4:29 Awb (het ten voordele wijzigen van het besluit tot subsidieverlening);
– artikel 4:55 Awb (aanpassen bevoorschotting);
v artikel 4:56 Awb (opschorten bevoorschotting);
– artikel 4:57 Awb (terugvorderen onverschuldigd betaalde bedragen).
3. Het bestuur van het FAPK neemt geen besluiten op bezwaarschriften.
Het is het bestuur van het FAPK niet toegestaan van het aan hem verleende mandaat als bedoeld in artikel 2 ondermandaat te verlenen.
De Staatssecretaris kan het bestuur van het FAPK per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Het bestuur van het FAPK oefent zijn bevoegdheid uit met inachtneming van deze instructies.
1. De directeur van het FAPK wordt mandaat verleend om de door het bestuur genomen besluiten te ondertekenen.
2. De ondertekening van de besluiten, bedoeld in artikel 2 lid 1, luidt als volgt:
‘DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP,
voor deze:
HET BESTUUR VAN HET FONDS VOOR AMATEURKUNST EN PODIUMKUNSTEN,
voor deze ondertekend door:
DE DIRECTEUR VAN HET FONDS VOOR AMATEURKUNST EN PODIUMKUNSTEN’.
In elk besluit als bedoeld in artikel 2 lid 1 wordt vermeld dat de belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend is gemaakt, bezwaar kunnen maken door indiening van een bezwaarschrift bij de Staatssecretaris. Het bezwaarschrift wordt ingediend bij de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.
1. Aan het bestuur van het FAPK wordt volmacht en machtiging verleend tot het verrichten van feitelijke handelingen samenhangend met of ter voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid.
2. Het bestuur is bevoegd aan de directeur en medewerkers ondervolmacht en -machtiging te verlenen tot het verrichten van feitelijke handelingen samenhangend met of ter voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid.
Dit mandaat wordt door de Staatssecretaris en het bestuur van het FAPK gezamenlijk geëvalueerd op zijn uitvoerbaarheid. Deze evaluatie zal uiterlijk op 1 januari 2007 zijn afgerond. De evaluatie kan aanleiding zijn te besluiten het mandaat te herzien.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatbesluit FAPK.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 2 december 2004.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.C. van der Laan.
De zogenaamde genormeerde ensembles ontvangen in het kader van de Cultuurnota 2005–2008 een genormeerd subsidiebedrag, dat zonder uitzondering minder dan € 100.000,00 per jaar bedraagt. Voor een aanvulling op de cultuurnotasubsidie kunnen de genormeerde ensembles subsidie aanvragen bij het FAPK. Dat is ook thans staande praktijk. Deze lijn wordt ook gevolgd bij het kleinschalig muziektheater.
Gelet op deze bestendige praktijk en op de overige werkzaamheden van het FAPK, die nauw samenhangen met het werkterrein van zowel de ensembles als instellingen op het gebied van kleinschalig muziektheater, is besloten het FAPK te belasten met de uitvoering van de cultuurnotasubsidies, verleend aan de genormeerde ensembles.
Een aantal bevoegdheden die samenhangen met de meerjarige instellingssubsidies wordt aan het bestuur van het FAPK gemandateerd. Deze bevoegdheden zijn genoemd het tweede lid van artikel 2.
De bevoegdheid tot het verlenen van een meerjarige instellingssubsidie wordt niet aan het bestuur van het FAPK gemandateerd. De besluiten tot verlening van meerjarige instellingssubsidies zijn reeds genomen. De meerjarige instellingssubsidies zijn verleend voor de periode 1 januari 2005 tot 31 december 2008. Het verlenen van een meerjarige instellingssubsidie voor de cultuurnotaperiode 2005–2008 is geschied met inachtneming van het bepaalde in de Wet op het specifiek cultuurbeleid. Het in de Wet neergelegde beoordelingskader leent zich niet voor mandatering. Het beoordelingskader bestaat uit advisering door de Raad voor Cultuur, waarbij alle aanvragen om meerjarige instellingssubsidie intersubjectief worden beoordeeld.
De bevoegdheden tot het intrekken, ten nadele wijzigen en vaststellen van een meerjarige instellingssubsidie worden evenmin gemandateerd.
Artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht verzet zich tegen mandatering van de bevoegdheid te beslissen op een bezwaarschrift, indien het besluit waartegen het bezwaar zicht richt ook reeds in mandaat is genomen. Dat heeft tot gevolg dat het bestuur van het FAPK geen beslissingen op bezwaar dient te nemen, wanneer het bezwaar zich richt tegen een besluit dat op grond van dit mandaatsbesluit door het bestuur van het FAPK is genomen.
Het bestuur van het FAPK beschikt over specifieke kennis die in het kader van de gemandateerde bevoegdheden noodzakelijk is. Met het oog hierop acht de Staatssecretaris het niet toelaatbaar dat het bestuur van het FAPK de gemandateerde bevoegdheden opnieuw mandateert.
De Algemene wet bestuursrecht bevat in artikel 10:6 de mogelijkheid de gemandateerde instructies te geven. Van deze mogelijkheid zal, zo nodig, gebruik worden gemaakt.
In artikel 2 is een beslismandaat opgenomen. Op grond van dit beslismandaat kan het bestuur van het FAPK bepaalde bevoegdheden van de Staatssecretaris uitoefenen. Het beslismandaat regelt niet wie de besluiten namens de Staatssecretaris ondertekent. Daarvoor is een ondertekeningsmandaat noodzakelijk. Op grond van artikel 10:11 Awb behoeft een ondertekeningsmandaat niet schriftelijk te worden verleend. Gelet op de nagestreefde transparantie is er evenwel voor gekozen in het mandaatbesluit tevens een ondertekeningsmandaat op te nemen. De directeur van het FAPK is bevoegd de besluiten te ondertekenen.
Met de voorgeschreven ondertekening wordt enerzijds aangegeven dat het bestuur van het FAPK de besluiten als bedoeld in artikel 2 lid 1 namens de Staatssecretaris heeft genomen en anderzijds dat de ondertekening namens het FAPK geschiedt door de directeur.
Artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht verzet zich tegen mandatering van de bevoegdheid te beslissen op een bezwaarschrift, indien het besluit waartegen het bezwaar zich richt ook reeds in mandaat is genomen. Dat brengt met zich dat een instelling niet bij het FAPK, maar bij de Staatssecretaris bezwaar dient te maken tegen een besluit, dat in mandaat door het FAPK is genomen. In dit artikel is bepaald op welke wijze het bestuur van het FAPK de instellingen over de mogelijkheid van het maken van bezwaar dient te informeren.
Het bestuur van het FAPK zal bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden moeten kunnen beschikken over informatie van de instelling etc. Dit artikel maakt het mogelijk dat het bestuur van het FAPK of één van de medewerkers van het FAPK zich rechtstreeks tot de instelling wendt met een verzoek om inlichtingen etc.
Gelet op het feit dat mandaat aan niet ondergeschikten geen algemene praktijk is, valt niet in te schatten of de reikwijdte van het mandaat niet te krap of te ruim is en of deze vorm blijkt te werken. Met name het (lager) vaststellen van de subsidie is nu niet gemandateerd, omdat deze situatie zich pas na afloop van de cultuurnotaperiode 2005–2008 (in 2009) voor zal doen. Op basis van de evaluatie kan besloten worden het FAPK hiervoor alsnog mandaat te verlenen. Het intrekken of ten nadele wijzigen van de subsidie is vooralsnog een zaak van de Staatssecretaris. Het FAPK zal op basis van zijn ervaringen situaties die een eventuele intrekking of nadelige wijziging rechtvaardigen onder de aandacht van de Staatssecretaris brengen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.C. van der Laan
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2005-10-p11-SC68526.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.