Beleidsregels financieel maatregelenbeleid IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en WWIK

Beleidsregels van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 januari 2005, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/SFI/05/1107, houdende wijziging van de Beleidsregels financieel maatregelenbeleid IOAW, IOAZ en Bbz 2004 in verband met de inwerkingtreding van de Wet werk en inkomen kunstenaars

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 59d, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 59d, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 55, derde lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 en 50, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars;

Besluit:

Artikel I

De Beleidsregels financieel maatregelenbeleid IOAW, IOAZ en Bbz 20041 worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen e, f, g, h en i worden verletterd tot f, g, h, i en j.

2. Na onderdeel d wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. WWIK: Wet werk en inkomen kunstenaars;.

3. In onderdeel f wordt de zinsnede `de vaststelling van de ten laste van de gemeente gebleven kosten, de vergoeding en de aanvullende uitkering, bedoeld in de artikelen 59c van de IOAW, 59c van de IOAZ en 54, eerste lid, van het Bbz 2004' vervangen door: de vaststelling van de ten laste van de gemeente gebleven kosten, de vergoeding en de aanvullende uitkering, bedoeld in de artikelen 59c van de IOAW, 59c van de IOAZ, 54, eerste lid, van het Bbz 2004 en de vaststelling van de vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van WWIK.

4. In onderdeel g wordt de zinsnede `het niet hebben voldaan door burgemeester en wethouders aan de bij of krachtens respectievelijk de IOAW, de IOAZ of het Bbz 2004 gestelde regels' vervangen door: het niet hebben voldaan door burgemeester en wethouders aan de bij of krachtens respectievelijk de IOAW, de IOAZ, het Bbz 2004 of de WWIK gestelde regels.

5. In onderdeel h wordt de zinsnede `het verslag, bedoeld in de artikelen 54, eerste lid, van de IOAW, 54, eerste lid, van de IOAZ en 54, eerste lid, van het Bbz 2004' vervangen door: het verslag, bedoeld in de artikelen 54, eerste lid, van de IOAW, 54, eerste lid, van de IOAZ, 54, eerste lid, van het Bbz 2004 en artikel 46, eerste lid, van de WWIK.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede `de bevoegdheid, bedoeld in de artikelen 59d, derde lid, aanhef en onder b, van de IOAW, 59d, derde lid, aanhef en onder b, van de IOAZ en 55, derde lid, aanhef en onder b, van het Bbz 2004' vervangen door: de bevoegdheid, bedoeld in de artikelen 59d, derde lid, aanhef en onder b, van de IOAW, 59d, derde lid, aanhef en onder b, van de IOAZ, 55, derde lid, aanhef en onder b, van het Bbz 2004 en 50, vijfde lid, aanhef en onder b, van de WWIK.

2. In het zesde lid wordt de zinsnede `een uitvoering in strijd met de IOAW, IOAZ of Bbz 2004' vervangen door: een uitvoering in strijd met de IOAW, IOAZ, Bbz 2004 of WWIK.

C

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a. Wijziging wettelijke grondslag

Deze beleidsregels berusten mede op artikel 50, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars.

D

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels financieel maatregelenbeleid IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en WWIK.

Artikel II

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst, en werken terug tot en met 1 januari 2005.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 13 januari 2005.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,H.A.L. van Hoof.

Toelichting

De IOAW, de IOAZ, het Bbz 2004 én de nieuwe Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) kennen een gelijke wijze van comptabele correctie van een onrechtmatige uitvoering door middel van het opleggen van een financiële maatregel, en tevens gelijkluidende wetsartikelen op grond waarvan de minister de bevoegdheid heeft af te zien van het opleggen van een financiële maatregel. De minister kan afzien van het opleggen van een financiële maatregel, indien de tekortkomingen in de gemeentelijke uitvoering naar zijn oordeel van bijzondere aard of geringe betekenis zijn, of indien burgemeester en wethouders zich naar zijn oordeel voldoende hebben ingespannen om de tekortkomingen op te heffen.

Ten aanzien van de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 was in de Beleidsregels financieel maatregelenbeleid IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (Stcrt. 30 januari 2004, 20) reeds aangegeven op welke wijze de minister gebruikmaakt van zijn bevoegdheid. Deze beleidsregels zijn met ingang van 1 januari 2005 ook van toepassing voor de nieuwe WWIK en voorzien van een nieuwe citeertitel, luidende Beleidsregels financieel maatregelenbeleid IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en WWIK. Ten aanzien van de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 is het financieel maatregelenbeleid inhoudelijk ongewijzigd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof.

1 Stcrt. 2004, 20.

Naar boven