Tijdelijke experimentenregeling Kiezen op Afstand

Regeling van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties houdende tijdelijke regels ter zake van experimenten in het kader van het project ‘Kiezen op Afstand’ (Tijdelijke experimentenregeling Kiezen op Afstand)

11 mei 2004

Nr. 0000021900

Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 6, derde lid, 7, 19, 20, vierde lid, 21, derde lid, 35, vierde lid, 38, derde lid, 41, derde lid, 42, derde lid, 46, 49, derde lid, en 50, derde lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand;

Besluit:

Hoofdstuk 1

Algemene bepaling

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Experimentenbesluit: Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand;

b. Experimentenwet: Experimentenwet Kiezen op Afstand.

Hoofdstuk 2

Bepalingen omtrent stemmen in een stemlokaal van eigen keuze

Artikel 2

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. experiment: experiment als bedoeld in artikel 3 van het Experimentenbesluit;

b. stempas: stempas als bedoeld in artikel 2, onder b, van het Experimentenbesluit;

c. kiezerspas: kiezerspas als bedoeld in artikel K 4, eerste lid, van de Kieswet, niet zijnde een stempas;

d. volmachtbewijs: volmachtbewijs als bedoeld in artikel L 6, eerste lid, van de Kieswet;

e. briefstembewijs: briefstembewijs als bedoeld in artikel M 2, eerste lid, van de Kieswet;

f. internet- of telefoonstembescheiden: de documenten, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Experimentenbesluit.

Artikel 3

1. Burgemeester en wethouders van een gemeente waar een experiment wordt gehouden, stellen tijdig voor de verkiezing het model vast van de stempas die tijdens het experiment wordt gebruikt.

2. De stempas bevat ten minste de gegevens en de echtheidskenmerken, bedoeld in bijlage 1 bij deze regeling. Naast de gegevens, bedoeld in de eerste volzin, kunnen burgemeester en wethouders andere gegevens op de stempas vermelden, voor zover deze van belang zijn voor de uitvoering van het experiment.

Artikel 4

1. De opgave, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het Experimentenbesluit, bevat de volgende gegevens:

a. gemeentecode, stemdistrictnummer en volgnummer en productienummer van de stempas;

b. naam, voornamen en geboortedatum van de kiesgerechtigde;

c. naam of kenmerk van de ambtenaar die de gegevens heeft opgenomen in de opgave;

d. aanduiding van een van de volgende redenen van opneming in de opgave:

1°. vervangen door kiezerspas;

2°. vervangen door volmachtbewijs;

3°. vervangen door briefstembewijs, onderscheidenlijk internet- of telefoonstembescheiden;

4°. vervangende stempas verstrekt krachtens artikel 5 van het Experimentenbesluit;

5°. ongeldig verklaard wegens ontbreken kiesgerechtigdheid of overlijden tenaamgestelde;

6°. ongeldig verklaard wegens vastgestelde ontvreemding of andere reden van onrechtmatig in omloop zijn.

2. Nadat het stembureau uitvoering heeft gegeven aan artikel N 1 van de Kieswet, onderscheidenlijk N 2 van het Kiesbesluit, wordt de opgave in het verzegelde pak gevoegd met de ingehouden ongeldige stempassen en volmachtbewijzen en de aantekeningen van het stembureau die daarop betrekking hebben.

Artikel 5

In afwijking van de Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 23 oktober 1989, nr. CW88/13/U76, tot vaststelling van de modellen, bedoeld in de Kieswet en het Kiesbesluit (Stcrt. 1989, 210), worden ten behoeve van het experiment voor de processen-verbaal, bedoeld in artikel N 10, derde lid, van de Kieswet en de artikelen J 30 en N 5, derde lid, van het Kiesbesluit, de modellen vastgesteld, die in bijlage 2 bij deze regeling zijn opgenomen.

Hoofdstuk 3

Bepalingen omtrent het stemmen met behulp van internet of telefoon

Artikel 6

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. kandidaatcode: kandidaatcode als bedoeld in artikel 38, tweede lid, van het Experimentenbesluit;

b. stemcode: stemcode als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van het Experimentenbesluit;

c. toegangscode: toegangscode als bedoeld in artikel 30, derde lid, van het Experimentenbesluit;

d. minister: Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;

e. voorziening: voorziening als bedoeld in artikel 2 van de Experimentenwet, waarbij de kiezer in staat word gesteld met behulp van internet of telefoon vanuit een andere plaats dan een stemlokaal zijn stem uit te brengen.

Artikel 7

De kandidaatcode wordt toegekend op een door de minister te bepalen wijze uit door hem beschikbaar gestelde nummers, met dien verstande dat:

a. de kandidaatcode uit een uniek en willekeurig getal van negen cijfers bestaat;

b. iedere kandidaatcode slechts aan één kandidaat, onderscheidenlijk de mogelijkheid om een blanco stem uit te brengen, wordt toegekend;

c. aan iedere op een overzicht van kandidatenlijsten vermelde kandidaat, alsmede aan de mogelijkheid om een blanco stem uit te brengen, zonder aanzien des persoons een aantal kandidaatcodes wordt toegekend dat ten minste gelijk is aan het aantal verzoeken van kiezers om met behulp van internet of telefoon te stemmen, dat op de dag van kandidaatstelling voor de desbetreffende verkiezing is ingewilligd.

Artikel 8

De voorziening is zodanig ingericht dat na het drie maal achtereen invoeren van een bestaande stemcode en een niet bij die stemcode behorende toegangscode, pas na zestig minuten opnieuw een toegangscode voor die stemcode kan worden ingevoerd.

Artikel 9

De teksten die de voorziening aan de kiezer toont, onderscheidenlijk laat horen, bij het uitbrengen van zijn stem, zijn opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling.

Artikel 10

De leden en de plaatsvervangende leden van een stembureau dat uitsluitend bestemd is voor het uitbrengen van stemmen met behulp van internet of telefoon ontvangen van de minister een vergoeding overeenkomstig bijlage 4 bij deze regeling.

Artikel 11

1. Van de stemming en de stemopneming wordt door het stembureau proces-verbaal opgemaakt overeenkomstig het model dat als bijlage 5 bij deze regeling is gevoegd.

2. Van een schorsing van de stemming wordt door het stembureau proces-verbaal opgemaakt, overeenkomstig het model dat als bijlage 6 bij deze regeling is gevoegd.

Artikel 12

1. De voorzitter van het stembureau draagt er zorg voor dat tezamen met het proces-verbaal, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van het Experimentenbesluit, een kopie van de versleutelde stemmen die aanwezig zijn in het geheugen van de voorziening alsmede een kopie van de onversleutelde stemmen in verzegelde vorm worden overgebracht naar de minister. De minister draagt er zorg voor, dat beide kopieën terstond worden overgebracht naar de burgemeester van ’s-Gravenhage.

2. Indien de stemming is hervat na een schorsing draagt de voorzitter van het stembureau, onderscheidenlijk de minister, er tevens zorg voor dat het proces-verbaal van schorsing, bedoeld in artikel 11, tweede lid, tezamen met het proces-verbaal van de zitting van het stembureau wordt overgebracht naar de burgemeester van ’s-⁠Gravenhage.

Hoofdstuk 4

Slotbepalingen

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2004.

Artikel 14

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke experimentenregeling Kiezen op Afstand.

Deze regeling wordt in de Staatscourant geplaatst, met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, Th.C. de Graaf.

Toelichting

Algemeen

De Experimentenwet Kiezen op Afstand (hierna te noemen: Experimentenwet) bevat de tijdelijke grondslag voor experimenten die tot doel hebben het stemmen tijdens verkiezingen voor de kiezer minder plaatsafhankelijk te maken. Het Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand (hierna te noemen: Experimentenbesluit) bevat in verband hiermee een uitvoerige regeling betreffende twee categorieën experimenten:

a. experimenten met internet- en/of telefoonstemmen voor kiesgerechtigden die vanuit het buitenland aan de verkiezing deelnemen, en

b. experimenten met stemmen in een stemlokaal naar keuze binnen de gemeente waar de kiesgerechtigde is geregistreerd.

Deze regeling bevat nadere regels betreffende deze beide categorieën van experimenten.

De bijlagen bij deze regeling liggen met het oog op hun omvang ter inzage bij de bibliotheek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Schedeldoekshaven 200, Den Haag.

Artikelsgewijs

Artikel 2, onderdeel b

De ‘stempas’ is een bijzonder type kiezerspas, die aan iedere kiesgerechtigde wordt toezonden in de gemeente waar een experiment wordt gehouden met stemmen in een stemlokaal naar keuze. Met deze stempas kan de kiezer zijn stem uitbrengen in ieder stemlokaal binnen het gebied waar het experiment wordt gehouden, zonder vooraf een gewone kiezerspas te hoeven aanvragen.

Artikel 3

Anders dan het model voor de oproepingskaart en de ‘gewone’ kiezerspas, wordt het model voor de stempas niet door de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties vastgesteld, maar door burgemeester en wethouders van de gemeente waar het experiment wordt gehouden. In bijlage 1 bij deze regeling is echter wel een lijst opgenomen van gegevens die op de stempas dienen te worden vermeld. Voorts bevat de bijlage een opsomming van echtheidskenmerken, waarvan de stempas er ten minste drie dient te bevatten.

Artikel 4

Het stembureau beschikt over een opgave van stempassen die niet mogen worden geaccepteerd. Mede om de kiezer die zich met een dergelijke stempas bij het stembureau vervoegt te kunnen informeren over de reden waarom hij met deze (ongeldige) stempas niet tot de stemming kan worden toegelaten en de wijze waarop hij alsnog kan stemmen, bevat de opgave enige achtergrondinformatie. Ook kan het stembureau met behulp van deze gegevens een indicatie verkrijgen omtrent de mogelijkheid van fraude met stempassen, en daar vervolgens naar handelen.

Artikel 5

In bijlage 2 zijn modellen opgenomen voor de onderstaande processen-verbaal, waarin rekening is gehouden met het gebruik van stempassen:

– Proces-verbaal van de geschorste zitting van een stembureau waar stembiljetten zijn gebruikt bij het stemmen in een willekeurig stemlokaal (Model SWS/J 38-1);

– Proces-verbaal van de geschorste zitting van een stembureau, waar een stemmachine is gebruikt bij het stemmen in een willekeurig stemlokaal (Model SWS/J 38-3);

– Proces-verbaal van de zitting van een stembureau waar stembiljetten zijn gebruikt bij het stemmen in een willekeurig stemlokaal (Model SWS/N 10-1);

– Proces-verbaal van de zitting van een stembureau, waar een stemmachine is gebruikt bij het stemmen in een willekeurig stemlokaal (Model SWS/N 10-3).

Deze modellen gelden uitsluitend in het gebied waar een experiment met stemmen in een stemlokaal van eigen keuze wordt gehouden.

Artikel 7

Teneinde schending van het stemgeheim door afluisteren van telefoonverbindingen te minimaliseren, stemt de kiezer door het intoetsen van een per kandidaat unieke code (artikel 38, tweede lid, van het Experimentenbesluit). Artikel 7 bevat nadere regels omtrent de wijze waarop deze kandidaatcodes worden toegekend. Per kandidaat (en evenzo voor de optie ‘blanco stem’) wordt een zeer groot aantal kandidaatcodes gegenereerd, die alle bestaan uit een uniek en willekeurig getal van negen cijfers.

Artikel 8

De kiezer die per internet of telefoon gaat stemmen, wordt geïdentificeerd met behulp van een door hem ingetoetste combinatie van twee codes, te weten de (door hemzelf in zijn registratieverzoek opgegeven) toegangscode en de (door de minister aan hem toegezonden) stemcode. Voorkomen dient te worden dat combinaties van stemcodes en toegangscodes door ‘trial and error’, en al of niet met gebruikmaking van speciaal daartoe geprogrammeerde computers, worden geraden. Anderzijds mag de kiezer die enkele malen achtereen per abuis een verkeerde combinatie van codes intoetst, niet om die reden het uitbrengen van zijn stem geheel onmogelijk worden gemaakt. Daarom bepaalt dit artikel, dat het drie maal achtereen invoeren van een bestaande stemcode en een niet bij die stemcode behorende toegangscode een wachttijd van een uur inluidt, waarna de kiezer alsnog kan stemmen – uiteraard nadat hij de juiste combinatie van stemcode en toegangscode heeft ingetoetst.

Artikel 9

Bijlage 3 bevat een overzicht van alle teksten die de stemdienst de kiezer die gebruik maakt van internet of telefoon toont, respectievelijk laat horen. Ook de mogelijke foutmeldingen die door de stemdienst kunnen worden gegenereerd, zijn in het overzicht opgenomen.

Artikel 10

Omdat de stemperiode ten minste een week bedraagt (artikel 39 van het Experimentenbesluit), vervullen de leden van het internet- en telefoonstembureau hun werkzaamheden gedurende een langere periode dan de leden van een regulier stembureau. Voorts is het internet- en telefoonstembureau gedurende de stemperiode 24 uur per dag geopend. De leden en de plaatsvervangende leden van het internet- en telefoonstembureau doen gedurende de stemperiode bij toerbeurt dienst. In de vergoeding die zij voor hun werkzaamheden ontvangen, is rekening gehouden met deze bijzondere omstandigheden en de zwaarte van de functie. Voorts is voorzien in toeslagen voor bereikbaarheidsdiensten en werkzaamheden tijdens ongebruikelijke uren.

Artikel 13

De regeling heeft terugwerkende kracht tot en met de datum waarop het Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand terugwerkt. De regeling blijft van kracht tot 1 januari 2008, zijnde de datum waarop de Experimentenwet Kiezen op Afstand vervalt.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Th.C. de Graaf

Naar boven