Wijziging Subsidieregeling milieugerichte technologie

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 mei 2004, DGM/LMV, nr. 2004 04367, houdende wijziging van de Subsidieregeling milieugerichte technologie (Subsidieprogramma piek)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel I

Aan hoofdstuk 2 van de Subsidieregeling milieugerichte technologie1 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

Paragraaf 2.3

Subsidieprogramma piek

Artikel 2.3.1

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a. wegvoertuig: motorrijtuig dat is toegelaten tot het verkeer op de weg ingevolge hoofdstuk III van de Wegenverkeerswet 1994;

b. vrachtwagen: wegvoertuig met een toegestane massa van meer dan 3500 kg, ingericht voor het vervoer van lading, inclusief de daarop gemonteerde opbouw en de daarop aanwezige koelinstallaties en laad- en lossystemen;

c. bestelwagen: wegvoertuig met een maximum toegestane massa van 3500 kg, ingericht voor het vervoer van lading, inclusief de daarop gemonteerde opbouw en de daarop aanwezige koelinstallaties en laad- en lossystemen;

d. aanhangwagen: voertuig, ingericht voor het vervoer van lading, inclusief de daarop gemonteerde opbouw en de daarop aanwezige koelinstallaties en laad- en lossystemen;

e. trailer: voertuig, ingericht voor het vervoer van lading, inclusief de daarop gemonteerde opbouw en de daarop aanwezige koelinstallaties en laad- en lossystemen;

f. piekniveau: maximaal geluidsniveau, veroorzaakt door de op een vrachtwagen, bestelwagen, aanhangwagen of trailer aanwezige onderdelen, en gemeten en beoordeeld overeenkomstig de door TNO TPD ontwikkelde meetmethode zoals die is vastgelegd in het rapport ‘meetmethoden voor piekgeluiden bij laden en lossen’ van 11 november 2002, kenmerk DGT-RPT-020131 of een andere methode die is ontwikkeld in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, welke methode is ontwikkeld op basis van onderzoekingen die een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale onderzoekingen wordt nagestreefd;

g. geluidarme onderdelen: onderdelen, bestemd voor een vrachtwagen, bestelwagen, aanhangwagen of trailer, die een piekniveau veroorzaken van ten hoogste 60 dB(A) of, ingeval onderdelen de voertuigaandrijving van een vrachtwagen betreffen, van ten hoogste 65 dB(A);

h. eigenvervoerder: degene die het vervoer van goederen verzorgt met een of meer vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers die uitsluitend bestemd zijn voor of afkomstig zijn van de onderneming van de betrokken persoon;

i. beroepsvervoerder: degene die tegen vergoeding van daarvoor gemaakte kosten het vervoer van goederen voor derden verzorgt met een of meer vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers;

j. vervoerder: eigenvervoerder of beroepsvervoerder.

Artikel 2.3.2

Het subsidieprogramma piek heeft tot doel het stimuleren van de toepassing van geluidarme onderdelen op vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers.

Artikel 2.3.3

1. Een project komt voor subsidie in aanmerking indien het project betrekking heeft op:

a. vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers, bestemd voor de Nederlandse markt, die door of onder verantwoordelijkheid van de producent of importeur van deze voertuigen van geluidarme onderdelen worden voorzien;

b. vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers die door of onder verantwoordelijkheid van de vervoerder van geluidarme onderdelen worden voorzien;

c. geluidarme onderdelen die als losse componenten door de producent of importeur daarvan in Nederland op de markt worden gebracht.

2. Een project dat betrekking heeft op vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers die van een kenteken zijn voorzien, komt slechts voor subsidie in aanmerking indien de desbetreffende voertuigen in gebruik zijn genomen op of na 1 oktober 2001.

3. Een project komt slechts voor subsidie in aanmerking indien de aanvrager door overlegging van een akoestisch rapport kan aantonen dat het betreffende geluidarme onderdeel voldoet aan een piekniveau van ten hoogste 60 dB(A) of ingeval het onderdeel de voertuigaandrijving van een vrachtwagen betreft van ten hoogste 65 dB(A).

Artikel 2.3.4

Een project komt voorts slechts voor subsidie in aanmerking indien het een preconcurrentieel ontwikkelingsproject, demonstratieproject, markintroductieproject of toepassingsproject betreft:

a. waarbij ten minste het in de onderstaande tabel voor de desbetreffende categorie van projecten en geluidarme onderdelen aangegeven aantal vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens, trailers is betrokken, of

b. waarvan de subsidiabele kosten ten minste het in de onderstaande tabel voor de desbetreffende categorie van projecten en geluidarme onderdelen aangegeven bedrag bedragen.

Geluidarme onderdelen

 

Preconcurrentieel

ontwikkelings-

project

Demonstratie-

project

Marktintroductie-

project

Toepassings-

project

Stille motor-

aandrijving

Minimum subsidiabele

kosten

€ 50.000,–

€ 50.000,–

€ 100.000,–

€ 100.000,–

 

Minimum aantal vracht-

wagens

n.v.t.

5

10

20

 

Minimum aantal bestel-

wagens

n.v.t.

10

20

40

      

Stille deur-

vergrendeling

Minimum aantal voertuigen

2

5

10

20

      

Overige geluidarme onderdelen

Minimum subsidiabele

kosten

n.v.t.

€ 25.000,–

€ 25.000,–

€ 25.000,–

Artikel 2.3.5

In afwijking van artikel 1.3, eerste lid, onderdelen a, onder 2°, en b, kunnen de berekening van het uurloon en de vaststelling van het opslagpercentage voor algemene kosten met inbegrip van kosten van toezichthoudende personeel geschieden overeenkomstig een voor de gehele organisatie van de subsidieaanvrager geldende en controleerbare methodiek.

Artikel 2.3.6

In afwijking van artikel 1.4 is het maximum subsidiebedrag voor:

a. een preconcurrentieel ontwikkelingsproject: € 200.000,–;

b. een demonstratieproject: € 60.000,–;

c. een marktintroductieproject: € 100.000,–;

d. een toepassingsproject: €120.000,–.

Artikel 2.3.7

Kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de datum van indiening van een aanvraag tot subsidieverlening worden niet tot de subsidiabele kosten gerekend.

Artikel 2.3.8

Het subsidieplafond voor het jaar 2004 bedraagt € 850.000,–. Van dit bedrag is maximaal € 400.000,– beschikbaar voor preconcurrentiele ontwikkelingsprojecten

Artikel 2.3.9

Bij de subsidieverlening wordt beslist in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat, wanneer de subsidieaanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, als datum van de ontvangst van de aanvraag geldt.

Artikel 2.3.10

Indien het een project betreft dat betrekking heeft op vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers, draagt de subsidieontvanger er zorg voor dat deze voertuigen uiterlijk zes maanden na de datum waarop de subsidie is verleend, van de in de subsidieaanvraag genoemde geluidarme onderdelen zijn voorzien, dan wel, ingeval het project meer dan de helft van een wagenpark of meer dan 25 vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers betreft, de eerste helft van de voertuigen waarop het project betrekking heeft, uiterlijk zes maanden na de datum waarop de subsidie is verleend, van de in de subsidieaanvraag genoemde geluidarme onderdelen zijn voorzien en de tweede helft van de vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers waarop het project betrekking heeft, uiterlijk binnen 12 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend, in gebruik wordt genomen voorzien van de in de subsidieaanvraag genoemde onderdelen.

Artikel 2.3.11

Een aanvraag tot subsidieverlening kan worden ingediend door producenten en importeurs van vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens, trailers of geluidarme onderdelen en door vervoerders

Artikel 2.3.12

Aanvragen tot subsidieverlening en tot subsidievaststelling worden ingediend bij de Novem met gebruikmaking van een bij die organisatie verkrijgbaar formulier. Een aanvraag tot subsidieverlening kan worden ingediend vanaf 17 mei 2004 tot en met 15 juli 2004.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 mei 2004.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel.

Toelichting

Relatie met andere subsidieregels

Deze regeling voorziet in een uitbreiding van de Subsidieregeling milieugerichte technologie met het Subsidieprogramma piek. Die regeling is een programma in de zin van het Besluit milieusubsidies. Dat besluit, dat met name procedurele regels bevat, is van toepassing op de verstrekking van subsidie krachtens deze regeling. Daarnaast gelden voor het Subsidieprogramma piek de algemene regels die in hoofdstuk 1 van de Subsidieregeling milieugerichte technologie zijn opgenomen voorzover hiervan in de onderhavige regeling niet is afgeweken.

Doel en reikwijdte

In 1998 is het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer (hierna: besluit) in werking getreden. Dat besluit bevat algemene milieueisen voor detailhandel en ambachtsbedrijven. In dit besluit zijn ook geluidsvoorschriften opgenomen, waaronder voorschriften voor het tegengaan van geluidsoverlast bij het laden en lossen. Geluidsoverlast die wordt veroorzaakt door het af- en aanrijden van vrachtwagens maar ook door bijvoorbeeld lawaaiige koelinstallaties op de vrachtwagens, dichtslaande deuren en dergelijke. Met name de daarbij optredende piekniveaus kunnen hinderlijk zijn voor de omgeving.

Voor het laden en lossen is in voorschrift 1.1.1. onder b, van bijlage 2 bij dat besluit vastgelegd dat de piekvoorschriften niet van toepassing zijn tussen 19.00 uur en 21.00 uur op het laden en lossen in de onmiddellijke nabijheid van inrichtingen die vallen onder de reikwijdte van dat besluit. De werking van deze bepaling was in eerste instantie bedoeld voor een periode van drie jaar, tot 1 december 2001, en is later verlengd tot 1 december 2004. Het voornemen is deze bepaling te verlengen tot 1 december 2007. Daartoe zal een wijziging van het besluit plaatsvinden. Hieronder wordt hierop nader ingegaan.

De reden waarom het laden en lossen in de aangegeven periode niet aan de piekvoorschriften hoeft te voldoen, is dat er onvoldoende technische mogelijkheden zijn om de hoge piekgeluiden te voorkomen. In 1999 is daarom door de Ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Economische Zaken en Verkeer & Waterstaat het Meerjarenprogramma PIEK opgezet. Dit stimuleert de ontwikkeling en toepassing van technieken en gedrag, die het bevoorradingsverkeer- en de laad- en loshandelingen bij detailhandel en ambachtsbedrijven in de bewoonde omgeving stiller maken. Het programma heeft inmiddels geleid tot een groot aantal direct toepasbare technieken om die activiteiten stiller te maken. Wel is gebleken dat een seriematige productie van een aantal van deze geluidarme technieken op korte termijn nog niet zal plaatsvinden. Tevens is duidelijk geworden dat bepaalde technieken de gewenste reductie nog niet of alleen in een proefopstelling hebben gehaald. Mede in verband hiermee is het voornemen de termijn voor de invoering van de normstelling voor piekgeluiden bij het laden en lossen tussen 19.00 uur en 21.00 uur in het hiervoor genoemde besluit opnieuw met drie jaar te verlengen. Dit betreft een verlenging tot 1 december 2007. Benadrukt moet worden dat dit een laatste verlenging zal zijn.

Om de toepassing van de in het Meerjarenprogramma PIEK ontwikkelde nieuwe geluidarme technieken voor vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens en trailers in de praktijk verder te bevorderen, is besloten de onderhavige subsidieregeling in het leven te roepen. De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft van de komst van dit subsidieprogramma onder meer melding gemaakt in de beantwoording van vragen van het kamerlid Eurlings aan de Minister van Verkeer en Waterstaat (Kamerstukken 2002–2003, 303, Aanhangsel van de handelingen).

De regeling voorziet in de subsidiëring van projecten waarbij nieuwe stillere vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers op Nederlandse markt worden gebracht of projecten waarbij geluidarme onderdelen op bestaande vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers worden aangebracht. Daarnaast heeft de regeling betrekking op projecten waarbij de geluidarme onderdelen als losse componenten door producenten of importeurs op de markt worden gebracht. In onderstaande tabel is een indicatief overzicht opgenomen van producten die als geluidarm onderdeel op vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers kunnen worden toegepast. Een project komt ingevolge artikel 2.2.3. derde lid, slechts voor subsidie in aanmerking indien het maximale piekniveau van de toe te passen geluidarme voorziening niet hoger is dan 60 dB(A), of niet hoger dan 65 dB(A) ingeval de voorziening de aandrijving van een vrachtwagen betreft. Het piekniveau wordt gemeten op een afstand van 7,5 meter. In de tweede kolom van de tabel zijn deze waarden weergegeven.

Geluidarm onderdeel

Toegestane emissie

Basisaandrijving bestel-

wagen

60 dB(A)

Basisaandrijving vracht-

wagen

65 dB(A)

Intelligente snelheids-

begrenzer

60 dB(A)

Achteruitrijdsignalering

60 dB(A)

Laadklep

60 dB(A)

Opbouw bestelwagen

60 dB(A)

Opbouw vrachtwagen

60 dB(A)

Opbouw trailer

60 dB(A)

Opbouw aanhangwagen

60 dB(A)

Koelinstallatie

60 dB(A)

Stuwage lading

60 dB(A)

Deurvergrendeling

voertuig

60 dB(A)

Remsysteem vrachtwagen

60 dB(A)

Automatisch laad/lossysteem

60 dB(A)

Meeneemheftruck

60 dB(A)

De regeling zal naar verwachting leiden tot een bredere toepassing van geluidarme onderdelen op vrachtwagens en bestelwagens. Hiermee zal een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de oplossing van de geluidsproblemen in stedelijke gebieden. Wel is van belang dat de geluidarme onderdelen die voor subsidie in aanmerking kunnen komen, zijn beoordeeld op een afstand van 7,5 meter. In binnenstedelijke situaties kan het voorkomen dat de afstand bij het laden en lossen minder is dan 7,5 meter. Het aanschaffen van ‘stil’ materieel is dus geen garantie dat er geen geluidsproblemen meer ontstaan.

De regeling voorziet in de subsidiëring van preconcurrentieel ontwikkelings-, demonstratie-, marktintroductie- en toepassingsprojecten. Een preconcurrentieel ontwikkelingsproject betreft een project waarbij de fabricage van een eerste prototype niet voor commerciële doeleinden kan worden aangewend. Een demonstratieproject heeft tot doel aan de markt te tonen dat een nieuw product of een voor Nederland nieuwe toepassing van een product, ook in de praktijk voldoet. Daarbij zal het om een relatief klein aantal producten gaan. Een marktintroductieproject is bedoeld om een product breed in de markt te introduceren. De laatste categorie van projecten die valt onder de regeling zijn de toepassingsprojecten. In die gevallen zijn de verkoopaantallen nog beperkt en zijn de producten met de nieuwe technologie nog duur. Binnen deze projectcategorie gaat het om grotere aantallen van producten.

Doelgroepen

Importeurs en producenten van vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers met geluidarme technieken als ook transportondernemers die een nieuwe vrachtwagen, bestelwagen, aanhangwagen of trailer met een of meerdere geluidarme onderdelen willen aanschaffen, kunnen een subsidieaanvraag indienen. Ook vervoerders die een of meer voertuigen van hun bestaande wagenpark van een of meerdere geluidarme onderdelen willen voorzien, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Hierbij moet het wel gaan om voertuigen die in gebruik zijn genomen op of na 1 oktober 2001. Met de datum van 1 oktober 2001 is aansluiting gezocht bij Richtlijn 1999/96/EG (invoering Euro III voor vrachtwagens). Daarnaast kunnen producenten en importeurs die ‘losse’ geluidarme onderdelen op de markt brengen een subsidieaanvraag indienen. Hieronder vallen ook de carrosseriebouwers. Volledigheidshalve wordt er op gewezen dat in artikel 1.2 van de Subsidieregeling milieugerichte technologie 2004 is bepaald dat de subsidieaanvrager zijn project in hoofdzaak in Nederland moet laten uitvoeren.

Beoordelingsaspecten aanvragen

Voor alle projecten geldt dat de beoordeling zal plaatsvinden op basis van de in artikel 1.2, tweede lid, van de Subsidieregeling milieugerichte technologie genoemde aspecten.

Daarnaast zal uit de aanvraag moeten blijken dat de geluidarme onderdelen voldoen aan de hierboven genoemde emissiewaarden. De aanvrager moet dit aantonen door middel van een akoestisch rapport (artikel 2.3.3, derde lid).

Een groot aantal geluidarme producten is in het kader van het eerder genoemde Meerjarenprogramma PIEK onderzocht. De relevante akoestische informatie over deze producten is verkrijgbaar bij de betrokken producent of importeur. Indien het project betrekking heeft op een geluidarm onderdeel dat niet is meegenomen in het kader van het Meerjarenprogramma PIEK zal de aanvrager voor eigen rekening een onderzoek moeten verrichten. Dit akoestisch onderzoek zal moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de door TNO TPD ontwikkelde meetmethode DGT-RPT-020131 ‘meetmethoden voor piekgeluiden bij laden en lossen’ van 11 november 2002. De integrale tekst van deze meetmethode is verkrijgbaar bij Novem en ook te raadplegen op de website van TNO.

Verplichtingen subsidieontvanger

Op grond van artikel 14, tweede lid, van het Besluit milieusubsidies is de subsidieontvanger verplicht bij de afronding van het project een eindrapport uit te brengen met een beschrijving van de voor het programma relevante gegevens en resultaten van het project. De documenten dienen schriftelijk (en bij voorkeur ook digitaal) te worden aangeleverd.

Aanmelding EU in verband met technisch voorschrift

De ontwerpregeling is op 16 februari 2004 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2004/0041/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217).

Het ontwerp van de regeling is niet gemeld bij het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie, omdat de voorgenomen voorschriften, gezien hun doelstelling en gezien het effect van de maatregel, geen significante handelsbelemmeringen opleveren.

Uitvoering subsidieprogramma

De uitvoering van het subsidieprogramma is gemandateerd aan Novem. Aanvragen tot subsidieverlening dienen dan ook te worden ingediend bij Novem. Aanvragen tot subsidieverlening die na sluitingsdatum worden ontvangen, worden niet meer in behandeling genomen. De tekst van het subsidieprogramma, het aanvraagformulier en informatie over geluidseisen kunnen worden opgevraagd bij: Novem.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

  • 1

    Stcrt. 2004, nr. 34.

Naar boven