Wijziging diverse ministeriële regelingen i.v.m. aanpassing aan de Telecommunicatiewet

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 10 mei 2004, nr. WJZ 4028624, houdende wijziging van diverse ministeriële regelingen in verband met aanpassing aan de Telecommunicatiewet

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op:

– Richtlijn nr. 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L 108);

– de artikelen 3.4, eerste lid, 11.10, eerste en vijfde lid, 15.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

– artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

– de artikelen 18, derde lid, en 21 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit;

– de artikelen 2, zesde lid en 3, eerste lid, van het Besluit medegebruik omroepzendernetwerken, en

– de artikelen 11, 12, 14 en 18 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel I

Artikel 2 van het Besluit aanwijzing toezichthouders Telecommunicatiewet1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 15.1, eerste lid, onder a, b, d en e, en artikel 15.1, eerste lid, onder g’ vervangen door: artikel 15.1, eerste lid, onder a, c, e en f, en artikel 15.1, eerste lid, onder h.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Met het toezicht op de bepalingen, bedoeld in artikel 15.1, eerste lid, onder d, van de wet, zijn belast de ambtenaren van de directie markt en ordening, die behoren tot het cluster communicatieregelgeving van het directoraat-generaal Telecommunicatie en Post met uitzondering van de secretariaatsmedewerkers.

3. Het derde lid komt te luiden:

3. Met het toezicht op de naleving van de bepalingen, bedoeld in artikel 15.1, eerste lid, onder g, en artikel 15, eerste lid, onder h, voor zover het betreft artikel 18.9 van de wet zijn belast ambtenaren van de directie markt en ordening, die behoren tot het cluster veiligheid en kwaliteit van het directoraat-generaal Telecommunicatie en Post met uitzondering van de secretariaatsmedewerkers.

4. In het vierde lid wordt ‘artikel 15.1, eerste lid, onder g’ vervangen door: artikel 15.1, eerste lid, onder h.

5. In het vijfde lid wordt ‘artikel 15.1, eerste lid, onder a en d’ vervangen door: artikel 15.1, eerste lid, onder a en e.

Artikel II

De Subsidieregeling breedband Kenniswijk2 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel h, wordt ‘artikel 1.1, onderdeel h’ vervangen door: artikel 1.1, onderdeel k.

B

In artikel 3, onderdeel c, wordt ‘openbare telecommunicatiediensten, als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel f’ vervangen door: openbare elektronische communicatiediensten als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel g.

C

In artikel 7, derde lid, onderdeel a, wordt ‘openbare telecommunicatiediensten als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel f’ vervangen door: openbare elektronische communicatiediensten als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel g.

Artikel III

In artikel 2 van het Besluit 1-1-2 alarmcentrales3 wordt ‘artikel 11.10, vierde lid’ vervangen door: artikel 11.10, vijfde lid.

Artikel IV

In artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning4 wordt ‘vast openbaar telefoonnetwerk’ vervangen door: openbaar telefoonnetwerk op een vaste locatie.

Artikel V

In artikel 3, tweede en zevende lid, en in artikel 4, eerste lid, van de Regeling aanvraag en toelating vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte5 wordt ‘openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten’ telkens vervangen door: openbare elektronische communicatienetwerken of openbare elektronische communicatiediensten.

Artikel VI

Het Informatiestatuut Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit6 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel a, komt als volgt te luiden:

a. minister: Minister van Economische Zaken;

B

In de artikelen 3 en 17 wordt ‘telecommunicatie’ telkens vervangen door: elektronische communicatie.

C

Artikel 8, eerste lid, onderdeel e, komt als volgt te luiden:

e. verslagen van relevante overleggremia, waaronder in ieder geval het Overlegplatform Post en Telecommunicatie (OPT), het Nationaal Nummeroverleg (NNO) en relevant interdepartementaal overleg.

D

In artikel 9, tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Onderdeel c, komt te luiden:

c. Kosten (personeel en materieel) en opbrengsten per (markt)categorie, waarbij de volgende (markt)categorieën worden onderscheiden:

1°. openbare elektronische communicatienetwerken;

2°. openbare elektronische communicatiediensten;

3°. systemen voor voorwaardelijke toegang;

4°. toegang tot het programma-aanbod;

5°. vergunningen als bedoeld in artikel 20.7, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

6°. vergunningen als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, en 20.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

7°. nummers;

8°. diensten van certificatiedienstverleners;

9°. concessie post en geregistreerde postkoeriers.

De kosten van bezwaar en beroep alsmede de kosten van advisering aan de minister op grond van deze regeling worden hierbij afzonderlijk in beeld gebracht.

2. In onderdeel g wordt ‘aantal interconnectiegeschillen’ vervangen door:aantal geschillen.

E

Artikel 10, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1. Jaarlijks wordt voor 1 november ter goedkeuring aan de minister voorgelegd een document waarin de begroting, de meerjarenraming en een hierop gebaseerd tarievenstelsel zijn geïntegreerd.

F

In artikel 11, eerste lid, vervalt ‘die aansluit op het Tarievenbeleid Verkeer en Waterstaat’.

G

In artikel 12, achtste lid, wordt ‘post- en telecommunicatiemarkt’ vervangen door: postmarkt en de elektronische communicatiemarkt.

H

In het opschrift van artikel 18 en in het eerste lid wordt ‘Accountantsdienst’ telkens vervangen door: Auditdienst.

Artikel VII

In artikel 1, onderdeel g, van de Regeling gegevensverstrekking medegebruik omroepzendernetwerken7 wordt ‘het omroepzendernetwerk’ vervangen door: het openbaar elektronisch communicatienetwerk dat bestaat uit radiozendapparaten die geschikt zijn voor het verspreiden van programma’s.

Artikel VIII

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002 in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 mei 2004.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

1. Doelstelling en aanleiding

Deze regeling voorziet in de aanpassing van een besluit en een aantal ministeriële regelingen op grond van de Telecommunicatiewet en de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit. De aanpassingen zijn nodig in verband met de totstandkoming van de Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002.

De wijzigingen zijn technisch van aard. In de verschillende ministeriële regelingen worden begrippen aangepast aan het nieuwe begrippenapparaat van bovengenoemde wet en worden voorts verwijzingen naar de artikelen van genoemde wet aangepast. Daarnaast zijn enkele actualiseringen doorgevoerd in verband met de overkomst van het beleidsterrein elektronische communicatie en post naar het Ministerie van Economische Zaken.

2. Administratieve lasten

Dit besluit brengt geen administratieve lasten voor het bedrijfsleven met zich mee.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

  • 1

    Stcrt. 1998, 230; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 juli 2002, Stcrt. 127.

  • 2

    Stcrt. 2002, nr. 94; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 26 november 2003, Stcrt. 238.

  • 3

    Stcrt. 1998, 235.

  • 4

    Stcrt. 2003, 211

  • 5

    Stcrt. 2003, 207.

  • 6

    Stcrt. 1997, 142; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 1 oktober 2003 (Stcrt. Suppl. 214).

  • 7

    Stcrt. 2003, 194.

Naar boven