Wijziging Regeling randapparaten en radioapparaten

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 10 mei 2004, nr. EZT/5439129.JZ, houdende wijziging van de Regeling randapparaten en radioapparaten in verband met eisen voor radioapparaten die bestemd zijn voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op beschikking nr. 2004/71/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 september 2003 betreffende essentiële eisen ten aanzien van radioapparatuur die bedoeld is om op niet-SOLAS-schepen te worden gebruikt voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS) (PbEU L 16) en op artikel 6, derde lid, van het Besluit randapparaten en radioapparaten;

Besluit:

Artikel I

De Regeling randapparaten en radioapparaten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d komt te luiden:

d. beschikking nr. 2004/71/EG: beschikking nr. 2004/71/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 september 2003 betreffende essentiële eisen ten aanzien van radioapparatuur die bedoeld is om op niet-SOLAS-schepen te worden gebruikt voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS) (PbEU L 16);

2. Onderdeel f komt te luiden:

f. beschikking nr. 2003/213/EG: beschikking nr. 2003/213/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 maart 2003 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bedoeld is om op niet-SOLAS-schepen te worden gebruikt en om deel te nemen aan het automatische identificatiesysteem (AIS) (PbEU L 81);

3. Onderdeel g komt te luiden:

g. Agentschap Telecom: Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken.

B

In artikel 3, tweede lid, worden de woorden ‘beschikking nr. 2000/638/EG’ vervangen door: beschikking nr. 2004/71/EG.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 4 september 2004, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, onder 2 en 3, welke onderdelen terugwerken tot en met 12 juni 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 mei 2004.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling randapparaten en radioapparaten in verband met de implementatie van beschikking nr. 2004/71/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 september 2003 betreffende essentiële eisen ten aanzien van radioapparatuur die bedoeld is om op niet-SOLAS-schepen te worden gebruikt voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS) (PbEU L 16) (hierna: beschikking nr. 2004/71/EG). Beschikking nr. 2004/71/EG strekt tot uitvoering van artikel 3, derde lid, onderdeel e, van Richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (PbEG L 91) (hierna: de richtlijn).

In artikel 3 van de richtlijn zijn de essentiële eisen neergelegd waar randapparaten en radioapparaten aan moeten voldoen. De in artikel 3, eerste lid, van de richtlijn genoemde essentiële eisen hebben betrekking op de gezondheid en veiligheid van de gebruiker of van anderen en op de elektromagnetische compatibiliteit. Artikel 3, eerste lid, van de richtlijn is geïmplementeerd in artikel 6, eerste lid, van het Besluit randapparaten en radioapparaten (hierna: het besluit).

De in artikel 3, tweede lid, van de richtlijn genoemde essentiële eis geldt specifiek voor radioapparaten. Radioapparaten moeten zo zijn geconstrueerd, dat zij het voor aarde/ruimtecommunicatie toegewezen spectrum en de satellietcapaciteit efficiënt gebruiken, zonder schadelijke interferentie te veroorzaken. Artikel 3, tweede lid, van de richtlijn is geïmplementeerd in artikel 6, tweede lid, van het besluit.

Op grond van artikel 3, derde lid, van de richtlijn kan de Commissie van de Europese Gemeenschappen – naast de in artikel 3, eerste en tweede lid, van de richtlijn neergelegde essentiële eisen – bijzondere essentiële eisen formuleren welke onder meer kunnen inhouden dat randapparaten of radioapparaten zodanig zijn geconstrueerd dat zij geschikt zijn voor bepaalde voorzieningen die de toegang tot alarmdiensten moeten waarborgen (artikel 3, derde lid, onderdeel e, van de richtlijn). De voorschriften inzake de bijzondere essentiële eisen worden neergelegd in een beschikking van de Commissie. Beschikking nr. 2004/71/EG is één van de beschikkingen die de Europese Commissie op grond van artikel 3, derde lid, van de richtlijn heeft vastgesteld. Artikel 6, derde lid, van het besluit biedt de basis voor het stellen van regels ter uitvoering van de voorschriften van de Commissie. Dergelijke regels zijn neergelegd in de Regeling randapparaten en radioapparaten. Ter implementatie van beschikking nr. 2004/71/EG is artikel 3, tweede lid, van de Regeling randapparaten en radioapparaten aangepast.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 juni 2003, nr. WJZ/03/02756, houdende wijziging van enkele ministeriële regelingen in verband met de overgang van het Agentschap Telecom naar het Ministerie van Economische Zaken is ten onrechte artikel 1, onderdeel f, van de Regeling randapparaten en radioapparaten gewijzigd. Dit had artikel 1, onderdeel g, moeten zijn. Een en ander is hersteld in artikel I, onderdeel A, onder 2 en 3, van de onderhavige regeling.

Artikel I, onderdeel B

Met de wijziging van artikel 3, tweede lid, wordt uitvoering gegeven aan beschikking nr. 2004/71/EG.

Beschikking nr. 2004/71/EG behelst een bijzondere essentiële eis voor radioapparaten, die:

a. zijn bedoeld voor gebruik op niet-SOLAS-schepen (schepen die niet vallen onder het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974 (SOLAS-verdrag) van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), d.w.z. een kleine categorie zeeschepen en verder schepen voor de binnenvaart en de pleziervaart);

b. zijn bedoeld voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS), zoals vastgesteld in hoofdstuk IV van het SOLAS-verdrag, en

c. worden gebruikt in de maritieme mobiele dienst (artikel 1.28 van de radioreglementen van de Internationale Telecommunicatieunie (ITU)) of in de maritieme mobiele satellietdienst (artikel 1.29 van de radioreglementen van de ITU).

Deze radioapparaten moeten zodanig zijn ontworpen dat een correcte werking in een maritieme omgeving is gegarandeerd, dat in noodsituaties aan alle operationele eisen van GMDSS is voldaan, dat de communicatie duidelijk en degelijk is en dat de analoge of digitale verbinding betrouwbaar is.

Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Regeling randapparaten en radioapparaten gold deze bijzondere essentiële eis reeds voor radioapparaten uit bovenvermelde categorie, die zijn bestemd om te worden geïnstalleerd op niet-SOLAS-zeeschepen.

Artikel 3, tweede lid, strekte tot implementatie van beschikking nr. 2000/638/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 september 2000 over de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e, van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bestemd is om op niet-SOLAS-zeeschepen te worden geïnstalleerd voor deelname aan het wereldwijde maritiem nood- en veiligheidssysteem en die niet onder Richtlijn 967/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen valt (PbEG L 269) (hierna: beschikking nr. 2000/638/EG).

Beschikking nr. 2004/71/EG vervangt beschikking nr. 2000/638/EG, met als doel om te bewerkstelligen dat de daarin neergelegde bijzondere essentiële eis van toepassing wordt op zowel draagbare als geïnstalleerde radioapparaten, bestemd voor deelname aan het GMDSS en bestemd voor gebruik op alle niet-SOLAS-schepen. Deze vervanging is noodzakelijk gebleken voor een goed (blijven) functioneren van het GMDSS.

Teneinde beschikking nr. 2004/71/EG in de Nederlandse regelgeving te implementeren, dient de verwijzing in artikel 3, tweede lid, van de Regeling randapparaten en radioapparaten te worden aangepast aan de nieuwe beschikking. De onderhavige wijziging van de regeling voorziet daarin.

Als gevolg van de wijziging van artikel 3, tweede lid, zal de daarin neergelegde bijzondere essentiële eis, met ingang van 4 september 2004, ook gelden voor radioapparaten, die:

a. zijn bedoeld om te worden gebruikt op niet-SOLAS-schepen voor de pleziervaart en de binnenvaart, en

b. bedoeld zijn om te worden gebruikt, maar niet zijn geïnstalleerd op niet-SOLAS-schepen (draagbare radioapparatuur).

Artikel II

Aangezien artikel I, onderdeel A, onder 2 en 3 slechts een tekstuele wijziging betreft, is besloten om deze onderdelen met terugwerkende kracht tot en met 12 juni 2003, in werking te laten treden.

Het resterende deel van de regeling treedt in werking met ingang van 4 september 2004.

Met ingang van deze datum is beschikking nr. 2004/71/EG van toepassing.

Administratieve lasten

Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Regeling randapparaten en radioapparaten geldt slechts dat áls radioapparaten worden gebruikt in de maritieme mobiele (satelliet)dienst, deze radioapparaten aan een extra essentiële eis moeten voldoen.

Voor degene die de radioapparaten in de handel brengt betekent dit, dat hij moet aantonen dat de apparaten ook aan de extra essentiële eis voldoen. Dit moet blijken uit de achterliggende technische documentatie. De informatieverplichting voor degene die de apparaten in de handel brengt wijzigt als gevolg hiervan slechts marginaal. In die zin zijn de gevolgen voor de administratieve lasten dan ook zeer beperkt.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

  • 1

    Stcrt. 2000, 90; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 5 juni 2003 (Stcrt. 108).

Naar boven