Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2004, 91 pagina 12 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2004, 91 pagina 12 | beleidsregel |
4 mei 2004 IVW
DS-200526/04
Divisie Scheepvaart
Het hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Gelet op artikel 4.15, eerste lid, van het Vissersvaartuigenbesluit 2002;
Besluit:
Deze beleidsregel is van toepassing op vissersvaartuigen die zijn geregistreerd in het register, bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen.
Aan het gestelde in artikel 4.15, lid 1, van het Vissersvaartuigenbesluit 2002 wordt voldaan, indien:
a. de installatie is ontworpen en geconstrueerd in overeenstemming met de regels van een erkend klassenbureau;
b. in aanvulling op het gestelde onder a een risico analyse is uitgevoerd;
c. voor de geklasseerde vissersvaartuigen is voorzien in een klasse notatie.
1. De schipper draagt zorg voor het periodiek doen uitvoeren van de noodzakelijke controles en onderhoudswerkzaamheden.
2. De schipper ziet er op toe dat het verlies van koudemiddel zo veel mogelijk wordt voorkomen.
3. Een installatie waaruit door lekkage of ander defect koudemiddel is ontsnapt wordt pas bijgevuld met koudemiddel als de lekkage of het defect is verholpen.
4. Lekkage van koudemiddelen en andere defecten dienen zo spoedig mogelijk te worden verholpen.
Voor controle van de goede werking van de installatie gelden de volgende maatregelen:
1. Controle en lekdetectie
a. controle op correct functioneren en lekkage ten minste 1 keer per 12 maanden bij installaties met een inhoud van 3 kilogram koudemiddelinhoud of meer;
b. controle op correct functioneren en lekkage ten minste 1 keer per 3 maanden bij installaties met een inhoud van 30 kilogram koudemiddelinhoud of meer;
c. controle op correct functioneren en lekkage ten minste 1 keer per maand bij installaties met een inhoud van 300 kilogram koudemiddelinhoud of meer;
d. elke ruimte waarin een installatie met een koudemiddelinhoud van 1000 kilogram of meer is ondergebracht, is voorzien van permanent werkende detectieapparatuur;
e. in elke visverwerkingruimte waar als gevolg van lekkage van het toegepaste koudemiddel de MAC-waarde kan worden overschreden is permanent werkende detectieapparatuur aanwezig.
2. De schipper is in staat op verzoek informatie te verschaffen over de staat van onderhoud van de koel- en vriesinstallatie.
3. De controles en reparaties worden uitgevoerd door een ter zake kundig persoon.
Onder een ter zake kundig persoon, als genoemd in artikel4, lid 3, wordt verstaan:
a. een gediplomeerde monteur;
b. een bemanningslid met een werktuigkundige bevoegdheid krachtens de Zeevaartbemanningswet.
In verband met het gestelde in artikel 4, lid2, verdient het aanbeveling een installatiegebonden logboek bij te houden waarin ten minste onderstaande gegevens worden geregistreerd.
a) de aard van controle, onderhoud en reparatiewerkzaamheden die aan de installatie zijn verricht;
b) de storingen en alarmeringen met betrekking tot de installatie;
c) de feitelijke hoeveelheid koudemiddel die in de installatie aanwezig is voor de normale werking van de installatie;
d) de hoeveelheid en de soort koudemiddel die aan de installatie wordt toegevoegd;
e) de hoeveelheid en de soort koudemiddel die uit de installatie wordt afgetapt;
f) de resultaten van uitgevoerde lekdetecties;
g) de persoon die bovengenoemde werkzaamheden heeft verricht en, indien van toepassing, de naam van de onderneming waarbij die persoon in dienst is;
h) een waarmerk dat is afgegeven door de onder g bedoelde persoon met betrekking tot de door hem verrichte handelingen.
De MAC-waarde is de maximaal aanvaarde concentratie van een gas, damp, nevel of stof in de lucht op de werkplek. MAC-waarden mogen niet worden beschouwd als in algemene zin toelaatbare geachte waarden of waarden waarnaar gestreefd moet worden, maar als een uiterste bovengrens die niet mag worden overschreden. Bij de vaststelling ervan wordt zoveel mogelijk als uitgangspunt gehanteerd dat die concentratie bij herhaalde blootstelling ook gedurende een langere of zelfs een arbeidsleven omvattende periode - voorzover de huidige kennis reikt - in het algemeen de gezondheid van zowel de werknemers alsook van hun nageslacht niet benadeelt.
Doordat synthetische koudemiddelen vaak milieu onvriendelijk zijn worden tegenwoordig ook natuurlijke koudemiddelen toegepast. Voor deze koudemiddelen bestaan voor het gebruik aan boord vooralsnog niet in alle gevallen passende voorschriften. In een dergelijk geval kunnen de voorwaarden waaraan de installatie aan boord moet voldoen worden bepaald middels een risico analyse. Hierbij wordt rekening gehouden met de eisen te stellen aan de installatie en aan de veiligheid van de opvarenden. Voor identieke installaties kan gebruik worden gemaakt van reeds uitgevoerde risico analyses.
Belangrijk aandachtspunt is dat onderhoud en controle op lekdichtheid niet slechts in het kader van reeds opgetreden storingen mag plaatsvinden, als zogenaamd correctief onderhoud. Onderhoud en controle op lekdichtheid dienen preventief te worden uitgevoerd. Preventief betekent dat er controles op het correct functioneren van de installatie en op mogelijke oorzaken van lekkage van koudemiddel worden uitgevoerd.
Op grond van de Europese verordening nr. 2037/2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen en het Besluit ozonlaagafbrekende stoffen Wms 2003 worden installatie- en onderhoudswerkzaamheden aan koelinstallaties uitgevoerd door personen die beschikken over een diploma dat is afgegeven door een erkende instelling.
De bemanningsleden met een werktuigkundige bevoegdheid krachtens de Zeevaartbemanningswet kunnen eenvoudige controle, onderhoud en reparatiewerkzaamheden aan de installaties aan boord van Nederlandse zeeschepen uitvoeren.
Voor het uitvoeren van deze en van de onder artikel 4 genoemde werkzaamheden, kan de IVW DS (Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Scheepvaart) brochure `De Ozonlaag, koudemiddelen en de scheepvaart' worden gebruikt. Deze brochure is in elk geval aan boord aanwezig indien het koudemiddel in de installatie een ozonlaag afbrekende stof is.
De in deze beleidsregel opgenomen voorwaarden geven een minimum vereist niveau van veiligheid aan. Andere constructies en uitvoeringen zijn toegestaan indien ten genoegen van het hoofd van de Scheepvaartinspectie wordt aangetoond dat een gelijkwaardig veiligheidsniveau bereikt is.
Deze beleidsregel is van toepassing op het beleid van de IVW DS in Nederland. Om die reden is het toepassingsbereik van deze beleidsregel beperkt zoals in artikel 1 aangegeven. Zonder deze beperking zou de beleidsregel ook in de Nederlandse Antillen en Aruba van toepassing zijn.
Het hoofd van de Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2004-91-p12-SC65077.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.