Wijziging Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 april 2004, nr. VGB/VL 2473607 houdende wijziging van de Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op:

– richtlijn nr. 2003/118/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 december 2003 (PbEU, L 327) houdende wijziging van de bijlagen bij de richtlijnen nr. 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad voor wat betreft de maximumgehalten aan residuen van acefaat, 2,4-D en parathion-methyl;

– richtlijn nr. 1999/39/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 mei 1999 (PbEG, L 124) tot wijziging van richtlijn 96/5/EG inzake bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters;

– richtlijn nr. 1999/50/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 mei 1999 (PbEG, L 139) tot wijziging van richtlijn 91/321/EEG inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding;

– rectificatie van richtlijn 2000/42/EG van de Commissie van 22 juni 2000 houdende wijziging van bijlagen bij de richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met in begrip van groeten en fruit (PbEU 2004, L 7);

– rectificatie van richtlijn 2002/79/EG van de Commissie van 2 oktober 2002 houdende wijziging van bijlagen bij de richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met in begrip van groeten en fruit (PbEU 2003, L 342);

– artikel 1 van het Residubesluit;

Besluit:

Artikel I

De Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onder a, komt als volgt te luiden:

a. onbewerkte of bewerkte eet- of drinkwaren, met uitzondering van:

1. specerijen, bedoeld in het Warenwetbesluit Specerijen en kruiden;

2. de waren, bedoeld in het Warenwetbesluit Visserijproducten, slakken en kikkerbillen;

3. de waren, bedoeld in de Warenwetregeling Zuigelingenvoeding;

4. de waren, bedoeld in de Warenwetregeling Babyvoeding;

voor zover de producten uit de genoemde productgroepen onder 1 en 2 niet met name in Bijlage II zijn genoemd, in welk geval het residugehalte niet hoger mag zijn dan in de desbetreffende bijlage met inachtneming van de daarbij gestelde aanwijzingen is aangegeven;.

B

In Bijlage II worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. In de kolom Motief komen de cijfers te vervallen.

b. De in de kolommen opgenomen tekst, behorende bij de bestrijdingsmiddelen genoemd in de bijlage van deze regeling, wordt vervangen door de in de kolommen opgenomen tekst van die bijlage bij deze regeling.

c. De naam van het bestrijdingsmiddel cyprofram wordt vervangen door cyprofuram.

d. Het motief komt als volgt te luiden:

Motief:

1. Aanpassing aan richtlijn 2003/118/EG van 5 december 2003 (PbEU L 327).

2. Middelen die acefaat bevatten, zijn niet meer voor gebruik in Europese Gemeenschap toegelaten. De maximumgehalten zijn aangepast aan de Codex-maximumgehalten; de maximumgehalten in citrusvruchten, pitvruchten, perziken, pruimen, tomaten, aubergines, bloemkoolachtigen, sluitkoolachtigen, sla, bonen (met peul), erwten (met peul), en artisjokken zijn op de ondergrens van de bepaling gezet en opgenomen in overige.

3. Middelen die parathion-methyl bevatten, zijn niet meer voor gebruik in Europese Gemeenschap toegelaten.

De maximumgehalten in fruit en groenten zijn op de ondergrens van de bepaling gezet en opgenomen in overige.

4. Rectificatie, vermeld in PbEU, L 342 van 30 december 2003, betreffende richtlijn 2002/79/EG van 2 oktober 2002 (PbEG, L 291).

Bij prochloraz in plaats van granaatappels te lezen papaja’s.

5. Rectificatie, vermeld in PbEG L 327 van 16 december 2003, betreffende richtlijn 2000/42/EG van 22 juni 2000 (PbEG L 158).

Bij thiabendazool in plaats van granaatappels te lezen papaja’s.

Artikel II

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

2. In afwijking van het eerste lid treden de bepalingen met betrekking tot acefaat en parathion-methyl in werking met ingang van 1 december 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

In de eerste plaats dient deze regeling een einde te maken aan een situatie van overlappende regelgeving op het terrein van de residuen in levensmiddelen die was ontstaan door de wijziging van de Warenwetregeling Babyvoeding van 20 september 1999 (Stcrt. 1999, nr. 182) en door de wijziging van de Warenwetregeling Zuigelingenvoeding van 20 september 1999 (Stcrt. 1999, nr. 182).

In de tweede plaats strekt deze regeling tot uitvoering van richtlijn nr. 2003/118/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 december 2003 houdende wijziging van de bijlagen bij de richtlijnen nr. 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad voor wat betreft de maximumgehalten aan residuen van acefaat, 2,4-D en parathion-methyl, verder te noemen: richtlijn 2003/118/EG. Middelen die acefaat of parathion-methyl bevatten zijn niet meer voor gebruik in Europese Gemeenschap toegelaten. Het gebruik van bestaande voorraden is echter nog mogelijk. De nu vastgestelde maximumgehalten gelden dan ook vanaf 1 december 2004.

Voor producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit, worden de residugehalten vastgesteld op een zodanig niveau dat voor een effectieve gewasbescherming nodig is. Hierbij is de hoeveelheid residu zo klein mogelijk en tegelijk toxicologisch aanvaardbaar, mede gelet op de geschatte inname via de voeding. De maximum residugehalten (MRL’s) komen overeen met de bovengrens van de hoeveelheden residu die naar verwachting in producten kunnen worden gevonden wanneer goede landbouwpraktijken in acht zijn genomen. Hetzelfde geldt voor producten van dierlijke oorsprong.

Richtlijn 2003/118/EG stelt voor een aantal producten van plantaardige oorsprong diverse MRL's en zonodig nadere voorwaarden vast. De maatregelen die in deze richtlijn zijn getroffen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.

Bovendien worden bij deze regeling uitvoering gegeven aan rectificaties van twee richtlijnen. Het betreft hier

– rectificatie van richtlijn 2000/42/EG van de Commissie van 22 juni 2000 houdende wijziging van bijlagen bij de richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met in begrip van groeten en fruit (PbEU 2004, L 7);

– rectificatie van richtlijn 2002/79/EG van de Commissie van 2 oktober 2002 houdende wijziging van bijlagen bij de richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met in begrip van groeten en fruit (PbEU 2003, L 342).

Tenslotte wordt de naam van het bestrijdingsmiddel cyprofram in de huidige bijlage bij de regeling gewijzigd in cyprofuram.

In onderstaande transponeringstabel wordt het verband weergegeven tussen richtlijn 2003/118/EG en deze regeling.

Richtlijn

2003/118/EG

Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen

artikel 1

geen omzetting vereist

artikel 2, 3 en 4

Bijlage II

artikel 5, 6 en 7

geen omzetting vereist

Administratieve lasten

Deze regeling leidt niet tot administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Bijlage, behorend bij artikel I

Bestrijdingsmiddel, bestanddeel daarvan of omzettings-

product

Omzettingsproducten inbegrepen in toege-

laten maximum-

gehalten

Maximumgehalten aan residuen uitgedrukt als

Toegelaten maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

Voet-

noot

Motief

acefaat

geen

acefaat

oliehoudende zaden

0,05*

 

1

 

(voor de metaboliet methamidofos, zie aldaar)

 

thee

0,05*

 

1

   

hop

0,05*

 

1

   

overige

0,02*

 

2

       

2,4-D

      

a) plantaardige pro-

ducten

esters van 2,4-D

som van 2,4-D en de esters van 2,4-D, uitgedrukt als 2,4-D

citrusvruchten

1

 

1

   

oliehoudende zaden

0,1*

  
   

thee

0,1*

  
   

hop

0,1*

  
   

overige

0,05*

  

b) dierlijke producten

geen

2,4-D

nieren (uitgezonderd pluimveenier)

1

  
   

melk

0,01*

  
   

eieren

0,01*

  
   

overige

0,05*

  
       

parathion-methyl

paraoxon-methyl

som van parathion-methyl en paraoxon-methyl, uitgedrukt als parathion-methyl

erwten

0,2

 

1

   

oliehoudende zaden

0,05*

 

1

   

thee

0,05*

 

1

   

hop

0,05*

 

1

   

overige

0,02*

 

3

       

prochloraz

metabolieten, die het deel 2, 4, 6-trichloor-

fenol bevatten

som van metabolieten, die het deel 2, 4, 6-trichloorfenol bevatten en prochloraz, uitgedrukt als prochloraz

citrusvruchten

10

  
   

noten

0,1*

  
   

avocado's

5

  
   

mango's

5

  
   

ananassen

5

  
   

papaja's

5

 

4

   

knoflook

0,5

  
   

sjalotten

5

  
   

sla en dergelijke

5

  
   

kruiden

5

  
   

gekweekte padde-

stoelen

2

  
   

erwten

0,3

  
   

lijnzaad

0,5

  
   

zonnebloempitten

0,5

  
   

kool- en raapzaad

0,5

  
   

andere oliehoudende

zaden

0,1*

  
   

thee

0,1*

  
   

hop

1

  
   

rijst

1

  
   

gerst en haver

0,5

  
   

rogge, tarwe en triticale

0,2

1)

 
   

rundervet

2

1)

 
   

runderlever

0,5

1)

 
   

rundernieren

0,1*

1)

 
   

overig vlees

0,02*

  
   

melk

0,1*

  
   

eieren

0,05*

  
   

overige

   
       

thiabendazool

      

a) plantaardige pro-

ducten

geen

thiabendazool

citrusvruchten

5

  
   

noten

0,1*

  
   

appelen

5

  
   

peren

5

  
   

avocado's

15

  
   

bananen

5

  
   

mango's

5

  
   

papaja's

10

 

5

   

broccoli

5

  
   

gekweekte padde-

stoelen

10

  
   

bewaaraardappelen

15

  
   

thee

0,1*

  
   

hop

0,1*

  
   

marmelades

 

16)

 
   

overige plantaardige producten

0,05*

  
       

b) dierlijke producten

5-hydroxy-thiaben-

dazool

som van thiabendazool en 5-hydroxy-thiaben-

dazool

rundvlees, schapenvlees, geitenvlees

 

19)

 
   

melk

 

19)

 
   

overige dierlijke producten

0,1*

  
  • 1

    Stcrt. 1984, 54; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 18 maart 2004 (Stcrt. 62 en gerectificeerd in Stcrt. 69)

Naar boven