Besluit vrijstelling afvalstoffenbelasting baggerspecie Proefproject Meers

Besluit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 april 2004, nr. BWL/2004023244, houdende de aanwijzing van het Proefproject Meers op grond van de Wet belastingen op milieugrondslag (Besluit vrijstelling afvalstoffenbelasting baggerspecie proefproject Meers)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 17 van de Wet belastingen op milieugrondslag;

Besluit:

Artikel 1

Als project inzake rivierverruiming als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder c, van de Wet belastingen op milieugrondslag, wordt aangewezen het Proefproject Meers, waarvan de grenzen van het projectgebied zijn aangegeven in de besluiten op grond van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein van 6 augustus 1996 en van 31 juli 2001, die als bijlagen bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 3 mei 2004.

Artikel 3

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen die ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Rijnstraat 8, Den Haag.

Artikel 4

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit vrijstelling afvalstoffenbelasting baggerspecie Proefproject Meers.

Tegen het besluit kan degene, die rechtstreeks door het besluit in zijn belang wordt getroffen, binnen zes weken na de dag van bekendmaking een bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, t.a.v. de directeur Bodem, Water, Landelijk Gebied, IPC 625, Postbus 30945, 2500 GX Den Haag. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en ten minste te bevatten de naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit alsmede de reden⁠(en) waarom tegen het besluit bezwaar wordt gemaakt.

Den Haag, 21 april 2004.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel.

Toelichting

1. Inleiding

Met dit besluit tot aanwijzing van Proefproject Meers, wordt uitvoering gegeven aan artikel 17, eerste lid, onder c, van de Wet belastingen op milieugrondslag (hierna: Wbm), op grond waarvan van afvalstoffenbelasting als bedoeld in die wet is vrijgesteld de definitieve verwijdering van baggerspecie voorzover de definitieve verwijdering geschiedt in het kader van een door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aangewezen project inzake rivierverruiming, de baggerspecie afkomstig is uit het aangewezen projectgebied, en de baggerspecie in dat projectgebied wordt geborgen. De vrijstelling geldt derhalve niet voor baggerspecie afkomstig van dergelijke projecten die elders wordt gestort of baggerspecie afkomstig van buiten het projectgebied die wordt gestort in een baggerspecieplaats die is gelegen binnen het betreffende projectgebied.

De projecten, bedoeld in dit artikel, betreffen eenmalige projecten ter bescherming van het land tegen overstroming door extra ruimte voor waterberging en waterafvoer te creëren in verband met de verwachte veranderingen van het klimaat, waarbij de uit de betreffende projecten vrijkomende baggerspecie binnen de ruimtelijke begrenzing daarvan wordt geborgen. De vrijstelling is gecreëerd om tegemoet te komen aan de wens van het kabinet om de vrijgekomen baggerspecie die kan worden gestort in baggerspeciestortplaatsen binnen de grenzen van dergelijke projecten, niet extra te belasten door de afvalstoffenbelasting ingevolge de Wbm daarop van toepassing te laten zijn.

2. Proefproject Meers

De Grensmaaslocatie Meers ligt halverwege Maastricht en Roosteren tussen rivierkilometer 30,0 en 34,0 in een grote meanderbocht.

Het project Grensmaas heeft tot doel het bereiken van het gewenste beschermingsniveau tegen hoogwater, natuurontwikkeling en grindwinning. Deze doelstellingen zullen met name worden bereikt door het verbreden van de rivier de Maas. De daarbij vrijkomende niet-vermarktbare dekgrond wordt geborgen in dekgrondbergingen in het rivierbed van de Maas. De daarvoor noodzakelijke maatregelen (waaronder ter plaatse van de locatie Meers) alsmede een integraal kader voor de nieuwe ruimtelijke structuur van het Grensmaasgebied zullen onderdeel uitmaken van het thans nog in procedure zijnde Provinciaal Omgevingsplan Limburg Aanvulling Grensmaas.

Een groot deel van de locatie Meers wordt, vooruitlopend op de uitvoering van het Grensmaasproject, gerealiseerd als proefproject (Proefproject Meers). Het Proefproject Meers betreft de aanleg van het zuidelijke deel van de stroomgeulverbreding, weerdverlaging en een dekgrondberging. De uitvoering van dit Proefproject is in 2002 van start gegaan en zal naar verwachting in 2008 gereed zijn. Aansluitend zal de rest van de locatie Meers tot uitvoering worden gebracht. De maatregelen die in het kader van Proefproject Meers worden uitgevoerd sluiten qua ontwerp direct aan op de overige ingrepen op de locatie Meers.

Met het onderhavige besluit wordt slechts het Proefproject Meers aangewezen als rivierverruimingsproject waarbij de definitieve verwijdering van baggerspecie, mits de baggerspecie afkomstig is uit het aangewezen projectgebied en de baggerspecie in dat projectgebied wordt geborgen, is vrijgesteld van afvalstoffenbelasting. Ten aanzien van de overige onderdelen van het Grensmaasproject (inclusief het resterende deel van de locatie Meers) zal in de nabije toekomst worden beoordeeld of ook deze worden vrijgesteld van de afvalstoffenbelasting.

3. Projectgebied

De in het kader van het Proefproject Meers voorgenomen maatregelen zijn opgenomen in de besluiten op grond van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein van 6 augustus 1996 en 31 juli 2001.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Naar boven