Wijziging Regelingen toezicht Wck en jaarlijkse opgave Wck

Regeling van de Minister van Financiën tot wijziging van de Regeling toezicht Wet op het consumentenkrediet en de Regeling jaarlijkse opgave Wet op het consumentenkrediet

16 april 2004

Nr. FM 2004-480 M

De Minister van Financiën,

Gelet op de artikelen 24, tweede lid, 25, tweede lid en 62, tweede lid, van de Wet op het consumentenkrediet;

Besluit:

Artikel I

De Regeling toezicht Wet op het consumentenkrediet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel e, vervalt.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid vervalt.

2. Het zesde lid wordt vernummerd tot vijfde lid.

C

In artikel 5, tweede lid, wordt de zinsnede ‘tweede tot en met zesde lid’ vervangen door: tweede tot en met vijfde lid.

D

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘tweede tot en met vijfde lid’ vervangen door: tweede tot en met vierde lid.

2. In het derde lid, laatste volzin, wordt ‘zesde lid’ vervangen door: vijfde lid.

E

Bijlage I wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage I.

F

Bijlage II wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage II.

Artikel II

De bijlage, behorende bij de Regeling jaarlijkse opgave Wet op het consumentenkrediet2 , wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage ‘jaarlijkse opgave’.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Financiën.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

Sinds 1 mei 2001 is de Minister van Financiën verantwoordelijk voor de zorg voor het consumentenkrediet.1 Met de inwerkingtreding op 3 maart 2002 van het Mandaatbesluit 2002 Wet op het consumentenkrediet2 heeft de Minister van Financiën een aantal van zijn bevoegdheden op grond de Wet op het consumentenkrediet (Wck) gemandateerd aan de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Bij ministerieel besluit van 16 oktober 19923 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken accountants aangewezen en opdracht verleend om gegevens te verzamelen ten behoeve van het door hem uit te oefenen toezicht op vergunninghouders. In de Regeling toezicht Wet op het consumentenkrediet4 worden regels gesteld ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden door deze ‘aangewezen accountants’.

De taak van de accountants tot het verzamelen van gegevens valt in drie onderdelen uiteen. Ten eerste coördineren de accountants de rapportage aan de Minister van Financiën en de AFM van het jaarlijks onderzoek dat de huisaccountant van de vergunninghouder op grond van artikel 25 Wck instelt. Het jaarlijks onderzoek vindt plaats aan de hand van bijlage I als bedoeld in artikel 2 van de Regeling toezicht Wet op het consumentenkrediet. Daarnaast stellen de accountants een vierjaarlijks onderzoek in bij de vergunninghouders op grond van bijlage II als bedoeld in artikel 3 van de Regeling toezicht Wet op het consumentenkrediet. Ten slotte, indien daartoe aanleiding bestaat, kunnen de aangewezen accountants een zogenaamd ad hoc-onderzoek instellen na opdracht daartoe van de Minister van Financiën, op grond van artikel 62, tweede lid, Wck.

Artikel I, onderdeel A tot en met D

Ingevolge de Aanpassingswet herziening adviesstelsel5 , aangaande de sanering van het adviesstelsel op het niveau van de centrale overheid, is hoofdstuk VII van de Wck, betreffende de adviescommissie, vervallen. De Adviescommissie consumentenkrediet is daarmee opgeheven. Als gevolg van het vervallen van hoofdstuk VII van de Wck is ook het daarop gebaseerde Besluit Adviescommissie consumentenkrediet van rechtswege vervallen. In aansluiting hierop voorzien de onderdelen A tot en met D van artikel I erin dat de bepalingen in de Regeling toezicht Wet op het consumentenkrediet waarin nog naar de Adviescommissie consumentenkrediet werd verwezen, zijn vervallen.

Artikel I, onderdeel E en F

Zowel bijlage I als bijlage II zijn, voornamelijk op technische en redactionele punten, gewijzigd. De belangrijkste wijziging van bijlage I betreft de uitbreiding van de gegevens die elk jaar moeten worden bijgevoegd bij het verzenden van het verslag. Zo dient, indien een vergunninghouder via internet kredietaanbiedingen doet, bij ieder verslag het internetadres van de betreffende vergunninghouder te worden vermeld. De reden hiervoor is dat het de aangewezen accountant duidelijk moet zijn met welke internetsites hij bij de beoordeling rekening moet houden. De wijzigingen in bijlage II zijn voornamelijk redactioneel van aard. Het vervallen van de vraag met betrekking tot de Klachtenregeling van de Vereniging Financiers Nederland (VFN) is de belangrijkste inhoudelijke wijziging van bijlage II. Deze vraag is komen te vervallen aangezien bijlage II zich richt op alle vergunninghouders terwijl slechts een deel daarvan, namelijk de leden van de VFN, zich kunnen aansluiten bij de Klachtenregeling van de VFN.

Artikel II

Op grond van artikel 24 Wck is de vergunninghouder verplicht jaarlijks opgave te doen van de aantallen verleende kredieten en het totaal van de kredietsommen, alsmede van het aantal van de nog lopende kredieten en de uitstaande saldi daarvan. De vergunninghouder maakt voor de rapportage van deze jaarlijkse opgave gebruik van de bijlage bedoeld in artikel 1 van de Regeling jaarlijkse opgave Wet op het consumentenkrediet6 . De wijziging van deze bijlage heeft betrekking op het jaartal. Inhoudelijk is de bijlage gelijk gebleven.

Zoals hierboven aangegeven zijn de wijzigingen in beide bijlagen voornamelijk redactioneel en technisch van aard. De enige inhoudelijke wijziging betreft het toevoegen van het internetadres van de aanbieder van consumentenkrediet aan het verslag van bijlage I. Deze toevoeging aan bijlage I en de verder redactionele en technische aanpassingen van beide bijlagen zijn van dien aard dat zij geen verzwaring van de administratieve lasten met zich mee brengen.

De niet in de Staatscourant gepubliceerde bijlagen bij deze regeling liggen ter inzage bij het Ministerie van Financiën en zijn in te zien op de internetpagina’s van het ministerie.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

  • 1

    Stcrt. 1992, 189; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 maart 2003 (Stcrt. 2003, 61).

  • 2

    Stcrt. 1993, 101; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 maart 2003 (Stcrt. 2003, 61).

Naar boven