Wijziging Subsidieregeling volksgezondheid

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 april 2004, nr. MEVA/ABA/2466759, houdende wijziging van de Subsidieregeling volksgezondheid

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 20 van het Besluit volksgezondheidssubsidies en artikel 32 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid;

Besluit:

Artikel I

Aan artikel 22 van de Subsidieregeling volksgezondheid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Artikel 9, zevende lid, is niet van toepassing op de subsidie voor het jaar 2003.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Op 16 september 2003 is in brieven aan de sectorfondsen aangegeven dat het voornemen bestaat de subsidiëring van de sectorfondsen met ingang van 2005 te beëindigen. Over de (gevolgen van de) subsidiebeëindiging is vervolgens overleg gevoerd met de bij de sectorfondsen betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties. In dit overleg is in het bijzonder de mogelijkheid aan de orde geweest om, gegeven de voorgenomen beëindiging van de subsidierelatie en de besluitvorming met betrekking tot de subsidiekortingen, te komen tot afspraken op basis waarvan sociale partners in staat zijn het toekomstige arbeidsmarktbeleid ten behoeve van de instellingen en werknemers, vanaf 1 januari 2005, op een andere leest en in een afgeslankte vorm over meerdere jaren voort te zetten.

De uit het overleg voortvloeiende afspraken behelzen ondermeer het voor het subsidiejaar 2003 buiten werking stellen van artikel 9, zevende lid, van de Subsidieregeling volksgezondheid. In dit lid is bepaald dat ten hoogste 10% van de verleende instellingssubsidie mag worden gereserveerd. Het buitenwerking stellen van het lid betekent dat het bedrag van de verleende instellingssubsidie 2003, voorzover dat in 2003 niet is besteed aan de doeleinden waarvoor het is verstrekt, alsnog in z’n geheel in 2004 aan die doeleinden mag worden besteed.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven