Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000 (eenentwintigste wijziging)

Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 8 april 2004, nr. INDuit04-1908(AUB), houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (eenentwintigste wijziging).

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Besluit:

Artikel I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt gewijzigd als volgt.

A

Artikel 3.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Op de documenten en verklaringen, bedoeld in het eerste lid, wordt de aantekening gesteld: ‘arbeid toegestaan; tewerkstellingsvergunning niet vereist’.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Op de documenten en verklaringen, bedoeld in het eerste lid, kan de aantekening worden gesteld:

a. ‘een beroep op publieke middelen kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht’, of

b. ‘een meer dan aanvullend beroep op publieke middelen kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht’.

B

Na artikel 3.2 wordt een nieuw artikel 3.2a ingevoegd, luidende:

Artikel 3.2a

1. In afwijking van artikel 3.2, tweede lid, wordt op de documenten en verklaringen, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, de aantekening gesteld: ‘arbeid toegestaan, tewerkstellingsvergunning wel vereist’, indien het een vreemdeling betreft die de nationaliteit bezit van Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije of Tsjechië. Dezelfde aantekening wordt gesteld op de documenten en verklaringen van de echtgenote dan wel geregistreerde partner, van de in de voorgaande volzin bedoelde vreemdeling, en bloedverwanten in neergaande lijn beneden de leeftijd van 21 jaar of die te hunnen laste zijn, ongeacht hun nationaliteit, voorzover zij geen onderdaan zijn van een staat die op 30 april 2004 partij was, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onder b, en evenmin van Cyprus of Malta.

2. Het voorgaande lid is niet van toepassing indien de vreemdeling, bedoeld in de eerste volzin ervan, op 1 mei 2004 legaal in Nederland verbleef en diens toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt die dag gold voor de duur van tenminste twaalf maanden, ingevolge een tewerkstellingsvergunning of blijkens een daartoe strekkende aantekening op een eerder verleende verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 14 van de Wet, van zodanige duur.

3. In afwijking van het eerste lid wordt de aantekening gesteld ‘arbeid toegestaan, tewerkstellingsvergunning alleen gedurende eerste 12 maanden vereist’, indien de vreemdeling, bedoeld in de eerste volzin ervan, op een tijdstip na 1 mei 2004 Nederland is binnengekomen en hem toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt is verleend voor een duur van 12 maanden of meer.

C

De Bijlage 7h bij de regeling wordt vervangen door de Bijlage 7h bij deze regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2004.

Deze regeling wordt (met de toelichting) geplaatst in de Staatscourant.

Den Haag, 8 april 2004.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M.C.F. Verdonk.

Bijlage 7h, genoemd in artikel I, onderdeel C

Toelichting

Algemeen

In het kader van de uitbreiding van de Europese Unie met 10 lidstaten per 1 mei 2004 gelden in Nederland met betrekking tot het vrije verkeer van personen voorlopig beperkingen voor de toegang tot de arbeidsmarkt, behalve voor onderdanen van Cyprus en Malta, en hun gezinsleden, ongeacht hun nationaliteit.

De toegang tot de arbeidsmarkt voor werknemers met de nationaliteit van een van de overige acht toetredende staten, te weten: Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië, blijft voorlopig gereguleerd door middel van het instrument van de tewerkstellingsvergunning, in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen.

In verband daarmee is het noodzakelijk, binnen de categorie van vreemdelingen die de nationaliteit van een lidstaat bezitten, op de af te geven documenten en verklaringen, waaruit het rechtmatig verblijf blijkt, onderscheid te maken op basis van de nationaliteit.

Het verschil komt tot uitdrukking in de daarop te stellen arbeidsmarktaantekeningen.

Deze regeling wordt nader uitgewerkt in een Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire, dat, evenals deze regeling, per 1 mei 2004 in werking treedt.

In verband met het vorenstaande wordt het model sticker ‘Verblijfsaantekeningen voor gemeenschapsonderdanen’ aangepast.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Door middel van dit onderdeel worden de bestaande tekst van de arbeidsmarktaantekening enigszins geherformuleerd.

Tevens worden de aantekeningen inzake beroep op de publieke middelen aangepast.

Er kan immers, in geval van beroep op de publieke middelen, geen sprake zijn van automatisch verlies van het verblijfsrecht (zaak C-184/99 Grzelczyk). Op grond daarvan wordt de thans bestaande aantekening ‘bij een beroep op publieke middelen vervalt verblijfsrecht’ geschrapt voor vreemdelingen die de nationaliteit van een lidstaat bezitten en hun gezins- en familieleden.

Artikel I, onderdeel B

Met dit nieuwe artikel 3.2a wordt het onderscheid geregeld in arbeidsmarktaantekeningen tussen de verschillende categorieën vreemdelingen die de nationaliteit bezitten van een van bedoelde acht toetredende lidstaten en de overige, in afwijking van artikel 3.2, ter uitvoering van het bepaalde in de betreffende Akten van toetreding. Daarbij wordt gedifferentieerd tussen degenen wier toelating tot de arbeidsmarkt gold of geldt voor twaalf maanden of meer en degenen wier toelating tot de arbeidsmarkt gold of geldt voor minder dan twaalf maanden.

Voorts wordt onderscheid gemaakt tussen degenen die op 1 mei 2004 reeds legaal (rechtmatig) in Nederland verbleven en degenen die op een tijdstip na die dag Nederland binnenkomen. Daarbij geldt tevens als uitgangspunt dat op het document of de verklaring, af te geven aan de echtgenote, geregistreerde partner en hun kinderen beneden de leeftijd van 21 jaar of die te hunnen laste komen, dezelfde arbeidsmarktaantekening wordt gesteld als op het document of de verklaring, afgegeven aan de vreemdeling aan wie zij hun recht op verblijf en werk als gezins- of familielid ontlenen. Dat uitgangspunt lijdt uitzondering indien het betrokken gezins- of familielid de nationaliteit bezit van een der huidige lidstaten, Zwitserland, Cyprus of Malta.

Artikel 1, onderdeel C

Door middel van dit onderdeel wordt het aangepaste model sticker ‘Verblijfsaantekeningen voor gemeenschapsonderdanen’ vastgesteld. Het onderscheid in de arbeidsmarktaantekeningen, te maken op basis van de artikelen 3.2 en 3.2a wordt gemaakt door middel van een voorgedrukte keuzemogelijkheid, namelijk ‘arbeid toegestaan; tewerkstellingsvergunning wel/niet vereist’. Het model van het verblijfsdocument EU/EER behoeft geen aanpassing in verband met het te maken onderscheid, omdat de daarop te stellen arbeidsmarktaantekeningen niet worden voorgedrukt, maar via een geautomatiseerd procédé daarop worden gesteld.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M.C.F. Verdonk