Regeling kostenverhaal energie 2004

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 12 april 2004, nr. WJZ 4025346, houdende uitvoering van artikel 4, eerste lid, van het Besluit kostenverhaal energie (Regeling kostenverhaal energie 2004)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van het Besluit kostenverhaal energie;

Besluit:

Artikel 1

De bedragen die in 2004 verschuldigd zijn voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2 van het Besluit kostenverhaal energie, zijn:

a. € 4 270 voor het verlenen van instemming met een aanwijzing als netbeheerder;

b. € 4 270 voor het aanwijzen van een netbeheerder;

c. € 480 voor het verlenen van een ontheffing van het gebod een netbeheerder aan te wijzen;

d. € 3 089 voor het verlenen van een leveringsvergunning;

e. € 1 532 voor het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 95d van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 45 van de Gaswet.

Artikel 2

De bedragen die netbeheerders, gastransportbedrijven en vergunninghouders in 2004 verschuldigd zijn op grond van artikel 3, tweede lid, van het Besluit kostenverhaal energie zijn:

a. € 207 819 voor de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

b. € 262 289 voor de beheerder van het landelijk hogedrukgasnet;

c. € 11 368, vermeerderd met een bedrag dat de som is van het aantal aansluitingen op 31 december 2002 op het door een netbeheerder beheerde net vermenigvuldigd met € 0,2495, voor de netbeheerders bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder k, van de Elektriciteitswet 1998, niet zijnde de in onderdeel a genoemde netbeheerder;

d. € 11 368, vermeerderd met een bedrag dat de som is van het aantal aansluitingen op 31 december 2002 op het door een netbeheerder beheerde net vermenigvuldigd met € 0,1477, voor de netbeheerders, bedoeld in de artikelen 2, 5 of 6 van de Gaswet;

e. € 1 706, vermeerderd met een bedrag dat de som is van het aantal beschermde afnemers waaraan een vergunninghouder op 31 december 2002 elektriciteit leverde vermenigvuldigd met € 0,0229, voor de vergunninghouders bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder l, van de Elektriciteitswet 1998;

f. € 1 706, vermeerderd met een bedrag dat de som is van het aantal beschermde afnemers waaraan een vergunninghouder op 31 december 2002 gas leverde vermenigvuldigd met € 0,0146, voor de vergunninghouders bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder p, van de Gaswet.

Artikel 3

De Regeling kostenverhaal energie 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kostenverhaal energie 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 april 2004.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

I. Algemeen

1. Doel en aanleiding

Op grond van het Besluit kostenverhaal energie zijn in deze regeling de kosten opgenomen welke op grond van artikel 85 van de Elektriciteitswet en artikel 64 van de Gaswet in 2004 verschuldigd zijn voor bepaalde uitvoeringswerkzaamheden van de Dienst Toezicht en uitvoering energie (DTe) ter uitvoering van deze wetten. Met deze regeling wordt de Regeling kostenverhaal energie 2002 ingetrokken.

Bij Besluit van 7 februari 2004 tot wijziging van het Besluit kostenverhaal energie in verband met doorberekening van kosten op basis van werkelijk gemaakte kosten (Stb. 81) is het Besluit kostenverhaal energie gewijzigd in die zin, dat de kosten niet langer vooraf worden vastgesteld aan de hand van de begroting van de DTe, maar de vaststelling achteraf plaatsvindt op basis van in het voorgaande jaar werkelijk gemaakte kosten. De DTe heeft haar urenadministratie zodanig aangepast dat daaruit afzonderlijk de kosten per activiteit kunnen worden afgeleid.

Aangezien het wijzigingsbesluit, gelet op artikel 81 van de Elektriciteitswet 1998 voorgeschreven voorhangprocedure, nog niet op 15 april 2004 in werking is getreden, kon ook deze regeling niet vóór dat tijdstip worden vastgesteld. Met de DTe is echter afgesproken, dat de individuele rekeningen overeenkomstig artikel 4 van het besluit zullen worden verzonden binnen 7 weken na 15 april 2004.

2. Realisatie 2003

De totale kosten van de DTe over het jaar 2003 bedragen € 8 374 829. Op grond van het Besluit kostenverhaal energie worden de werkelijk gemaakte kosten, die voor de Dienst zijn verbonden aan de uitoefening van zijn taken genoemd in artikel 85 Elektriciteitswet 1998 en artikel 64 van de Gaswet, doorberekend aan de bedrijven. Dit komt neer op € 4 544 218. De vaststelling van de hoogte van de bedragen is gebaseerd op de werkelijk gemaakte directe uren ten behoeve van voornoemde uitvoeringswerkzaamheden gedeeld door het totaal bestede directe uren vermenigvuldigd met de totale kosten. Dit bedrag komt overeen met 54% van de totale kosten, dus nog juist onder de op een schatting gebaseerde 60% in de oude systematiek.

De totale kosten van de DTe zijn ten opzichte van 2002 niet gestegen. Immers, de begroting 2002 bedroeg € 9 358 000. Bij de vaststelling van de hoogte van de bedragen op basis van de begroting over 2002 is evenwel rekening gehouden met een ruime veiligheidsmarge. Dientengevolge is in 2002 slechts € 1 890 311 (20%) doorberekend, terwijl op grond van het Besluit kostenverhaal energie zoals dat toen luidde 60% van de totale kosten over 2002 voor verrekening in aanmerking kwam.

Omdat thans op basis van de gerealiseerde kosten nauwkeurig is vast te stellen welke kosten zijn gemaakt ten behoeve van de uitvoeringswerkzaamheden is het hanteren van een veiligheidsmarge niet meer opportuun. Dit leidt tot een aanzienlijke stijging ten opzichte van de in 2002 doorberekende kosten.

De verdeling van de kosten is gebaseerd op de werkelijk bestede directe uren per activiteit voor de desbetreffende categorie bedrijven ten opzichte van het totaal aantal activiteiten. Dit betekent dat de gemaakte kosten zijn vastgesteld per activiteit en vervolgens zijn toegerekend naar categorie bedrijven respectievelijk aansluiting of afnemer. Daar waar sprake is van activiteiten die uitgevoerd moeten worden voor meerdere categorieën bedrijven, zoals datamanagement of reguleringsmethodiek, zijn activiteiten en uren toegerekend aan bedrijven op basis van de werkterreinen van de betrokken medewerkers.

II. Artikelen

Artikel 1

De bedragen voor de bijdragen in 2004 voor handelingen als bedoeld in artikel 2 van het Besluit kostenverhaal energie zijn gebaseerd op de in 2003 werkelijk gemaakte kosten.

Artikel 2

Onderdeel a en c

De aan netbeheerders in de elektriciteitssector door te berekenen kosten bedragen, op basis van de in het jaar 2003 gemaakte kosten, € 2 121 006. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet wordt in 2004 € 207 819 in rekening gebracht. Er zijn 23 netbeheerders inclusief de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. De regionale netbeheerders betalen als vast deel € 11 368. De opbrengst hiervan is € 250 104. Het variabele bedrag voor de regionale netbeheerders bedraagt € 0,2495 per aansluiting. Dit bedrag per aansluiting is berekend uit het aantal werkelijk bestede uren gedeeld door het totaal aantal uren DTe vermenigvuldigd met de in 2003 gemaakte totale kosten DTe.

Onderdeel b en d

De netbeheerders in de gassector betalen op basis van de in het jaar 2003 gemaakte kosten € 1 282 738. De netbeheerder van het landelijk hogedrukgasnet wordt in 2004 € 262 289 in rekening gebracht. Er zijn 25 netbeheerders inclusief de beheerder van het landelijk hogedruk-gasnet. De regionale netbeheerders betalen op basis van de in het jaar 2003 gemaakte kosten als vast deel € 11 368. De opbrengst hiervan is € 284 209. Het variabele bedrag voor de regionale netbeheerders bedraagt € 0,1477 per aansluiting. Dit bedrag per aansluiting is berekend uit het aantal werkelijk bestede uren gedeeld door het totaal aantal uren DTe vermenigvuldigd met de in 2003 gemaakte totale kosten DTe.

Onderdeel e

De vergunninghouders in de elektriciteitssector betalen op basis van de in het jaar 2003 gemaakte kosten € 137 629. Er zijn 15 vergunninghouders elektriciteit. De vergunninghouders betalen op basis van de in het jaar 2003 gemaakte kosten als vast deel € 1 706. De totale opbrengst hiervan is € 25 584. Het variabele bedrag voor vergunninghouders elektriciteit bedraagt € 0,0229 per beschermde afnemer. Dit bedrag per beschermde afnemer is berekend uit het aantal werkelijk bestede uren gedeeld door het totaal aantal uren DTe vermenigvuldigd met de in 2003 gemaakte totale kosten DTe.

Onderdeel f

De vergunninghouders in de gassector betalen op basis van de in het jaar 2003 gemaakte kosten € 135 603. Er zijn 23 vergunninghouders gas. De vergunninghouders betalen in 2004 als vast deel € 1 706. De totale opbrengst hiervan is € 39 228. Het variabele bedrag bedraagt € 0,0146 per beschermde afnemer. Dit bedrag per beschermde afnemer is berekend uit het aantal werkelijk bestede uren gedeeld door het totaal aantal uren DTe vermenigvuldigd met de in het jaar 2003 gemaakte totale kosten DTe.

Onderdelen c, d, e en f

De vaste bedragen per netbeheerder en vergunninghouder zijn gebaseerd op de niet individualiseerbare activiteiten van de DTe zoals de ontwikkeling van de codes en kennis van energiemarkten. Ervaringen opgedaan bij elektriciteit kunnen van toepassing zijn op gas en andersom. In de tariefstelling is dan ook gekozen om de kosten van deze niet-individualiseerbare activiteiten evenredig te verspreiden over alle netbeheerders respectievelijk vergunninghouders. Dit leidt tot gelijke tarieven in artikel 2, onderdelen c en d, evenals gelijke tarieven in artikel 2 onderdelen e en f. De kosten van de overige activiteiten per bedrijfscategorie worden vervolgens verhaald via het variabele deel van het tarief.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Naar boven