Regeling aanvraagtijdvakken 2004 Subsidieregeling Dagindeling ESF-3

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 april 2004, nr. DCE/PD/2004/27269, houdende vaststelling van aanvraagtijdvakken, bedoeld in artikel 3, van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3, met betrekking tot het kalenderjaar 2004 (Regeling aanvraagtijdvakken 2004 Subsidieregeling Dagindeling ESF-3)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3 van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-31 ;

Besluit:

Artikel 1

Aanvraagtijdvak

Met betrekking tot het kalenderjaar 2004 kunnen aanvragen op grond van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3 slechts worden ingediend gedurende de periode vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 30 juni 2004.

Artikel 2

Subsidie projecten

Voor subsidie komen slechts in aanmerking projecten die binnen een tijdsbestek van 18 maanden worden afgerond en betrekking hebben op de navolgende onderwerpen:

a. het aandachtsgebied Tijd: vernieuwende experimenten die oplossingen voor ‘tijd-knelpunten’ ontwikkelen;

b. kleinschalig ondernemerschap in zorg en (persoonlijke) dienstverlening; of

c. implementatietrajecten: doelgerichte verspreiding van resultaten en producten.

Artikel 3

Aanvrager/begunstigde

De subsidie wordt aangevraagd door en verstrekt aan samenwerkende organisaties in Nederland met deskundigheid op het gebied van een of meer van de in artikel 2 genoemde onderwerpen.

Artikel 4

Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 6.000.000,–.

Artikel 5

Maximale subsidie

1. De subsidie voor een project dat betrekking heeft op het onderwerp, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt ten hoogste € 140.000,–.

2. De subsidie voor een project dat betrekking heeft op het onderwerp, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt ten hoogste € 140.000,–.

3. De subsidie voor een project dat betrekking heeft op het onderwerp, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, bedraagt ten hoogste € 55.000,–.

Artikel 6

Inwerkingtreding

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 juli 2005.

2. De regeling, zoals die onmiddellijk voor de datum waarop deze vervalt geldt, blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van de subsidie van de minister aan de begunstigde.

Artikel 7

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraagtijdvakken 2004 Subsidieregeling Dagindeling ESF-3.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 april 2004.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

In het verlengde van artikel 3 van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3, waaruit blijkt dat de mogelijkheid tot het indienen van aanvragen om projectsubsidie slechts bestaat gedurende daartoe vastgestelde aanvraagtijdvakken, wordt met betrekking tot het kalenderjaar 2004 in deze regeling het aanvraagtijdvak vastgesteld, te weten de periode vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 30 juni 2004. Mocht in het zicht van het eind van deze periode, dan wel na afloop van deze periode blijken dat, rekening houdende met het subsidieplafond, nog de mogelijkheid bestaat een tweede aanvraagtijdvak vast te stellen, dan zal dit zo mogelijk in aansluiting op deze periode, dan wel zo kort mogelijk daarna plaatsvinden. Op de aanvragen die gedurende het aanvraagtijdvak zijn ingediend, wordt, zo vloeit uit artikel 4, derde lid, van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3 voort, uiterlijk 12 weken na sluiting van het aanvraagtijdvak beslist.

Het budget van het ESF-doelstelling-3-programma voor het onderdeel Dagindeling wordt in het kalenderjaar 2004, evenals dat in het kalenderjaar 2003 het geval was, ingezet voor het aandachtsgebied Tijd en implementatietrajecten. Daarnaast wordt dit budget in 2004 ingezet voor kleinschalig ondernemerschap in zorg en (persoonlijke) dienstverlening.

Tijd

Fricties in de ‘tijdordening’ kunnen een belemmerende factor zijn voor de afstemming van werk en privé. Een betere afstemming van werk- en openingstijden en flexibilisering van werktijden vergemakkelijken het combineren van werk en privé en leiden tot een grotere arbeidsparticipatie. Op een aantal terreinen is rond het thema ‘Tijd’ nog (te) weinig ervaring opgedaan om te komen tot goede, overneembare voorbeelden en input voor (mogelijk) beleid. Nieuwe experimenten richten zich op de volgende thema’s:

– lokale tijdinitiatieven: afstemming werk- en openingstijden;

– flexibele werktijden, levensloopontwikkelingen in arbeidsorganisaties.

Kleinschalig ondernemerschap in zorg en (persoonlijke) dienstverlening

De vraag naar persoonlijke dienstverlening en kleinschalig zorgondernemerschap zal naar verwachting de komende jaren toenemen. Het is van belang om een aanbod te ontwikkelen dat tegemoet komt aan wensen van mensen die arbeid en zorg combineren. Nieuwe experimenten richten zich op kleinschalig ondernemerschap voor een kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van zorg en dienstverlening.

Implementatietrajecten

Doelgerichte overdracht van succesvolle, innovatieve resultaten, producten en instrumenten met betrekking tot dagindeling. Het gaat hierbij om implementatieactiviteiten naar relevante actoren op lokaal, regionaal, landelijk of sectoraal niveau.

Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend door organisaties in Nederland met expertise op bovengenoemde aandachtsgebieden: maatschappelijke organisaties, gemeentelijke en provinciale overheden, bedrijven en andere organisaties die op lokaal niveau willen experimenteren met oplossingen voor een betere combinatie van arbeid en zorg.

Samenwerking tussen organisaties is een voorwaarde. Het gaat om een breed draagvlak van relevante organisaties die bij het project betrokken zijn.

Voor de projecten is in totaal € 6 mln. beschikbaar. Subsidie zal slechts worden verleend voor projecten met een tijdsduur van maximaal 18 maanden. Het beschikbaar budget per experiment is maximaal € 140.000,– voor onderscheidenlijk nieuwe experimenten Tijd en experimenten kleinschalig ondernemerschap in zorg en (persoonlijke) dienstverlening, en maximaal € 55.000,– voor een implementatieproject. Deze maxima worden gehanteerd naast artikel 6, tweede lid, van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3. Dit betekent dat het maximumbedrag van de subsidie eerst wordt bepaald op basis van de door de aanvrager bij zijn aanvraag gevoegde kostenraming, zonodig verlaagd overeenkomstig artikel 6, tweede lid, van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3, en waar nodig verder verlaagd tot het in deze regeling vastgestelde maximum.

Meer informatie over de aandachtsgebieden en over de wijze van het indienen van subsidieaanvragen wordt gegeven op de voorlichtingsdag: donderdag 22 april 2004 van 10.00 tot 12.00 en van 13.30 tot 15.30 uur, in Utrecht. Meer informatie over de locatie en aanmelding is te vinden bij dagindeling@minszw.nl onder vermelding van Derde Ronde Dagindeling ESF-3.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

  • 1

    Stcrt. 2002, 211; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 november 2003 (Stcrt. 244).

Naar boven