Wijziging Regeling waarschuwingssignalering ioniserende straling en de Arbeidsomstandighedenregeling
Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 april 2004, Directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid, nr. A&G/W&B/2004/14775, tot wijziging van de Regeling waarschuwingssignalering ioniserende straling en de Arbeidsomstandighedenregeling
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op de artikelen 20, vierde lid, 84, tweede lid, en 85, tweede lid, van het Besluit stralingsbescherming en artikel 8.4, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;
Besluiten:
Artikel 1
De Regeling waarschuwingssignalering ioniserende straling1 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt vervangen door:
2. De in het eerste lid, onder c en d, bedoelde teksten gaan, indien het mogelijk aanwezige dosisequivalenttempo in de zone meer dan 10 μSv/uur bedraagt, vergezeld van de tekst: ‘Dosistempo > 10 μSv/uur’.
B
In artikel 4, zesde lid, wordt ‘Op de borden, geplaatst op bronhouders, is artikel 2, tweede lid, is niet van toepassing’ vervangen door: Op de borden, geplaatst op bronhouders, is artikel 2, tweede lid, niet van toepassing.
Artikel 2
In bijlage XIA, onderdeel 2, Waarschuwingsborden, bij de Arbeidsomstandighedenregeling2 wordt het onderschrift ‘Radioactieve stoffen’ vervangen door: Radioactieve stoffen of ioniserende straling.
Artikel 3
Deze regeling treedt in werking met ingang van drie maanden na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 8 april 2004.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte.De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel.
Toelichting
Artikel 1
In de Regeling waarschuwingssignalering ioniserende straling was in artikel 3, tweede lid, aangegeven dat in bewaakte of gecontroleerde zones waar het dosisequivalenttempo mogelijk hoger is dan 10 μSv/u, het precieze dosisequivalenttempo op de voorgeschreven borden moest worden aangegeven. Met deze bepaling was uitvoering gegeven aan de artikelen 19, eerste lid, onder c, en 20, eerste lid, onder b, van Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van de Europese Unie van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren (PbEG L 159). In deze artikelen is voorgeschreven dat in gecontroleerde en bewaakte zones aanduidingen moeten worden aangebracht waarop de aan de stralingsbronnen verbonden risico’s zijn aangegeven.
Deze bepaling uit de regeling bleek in de praktijk slecht uitvoerbaar, aangezien in bepaalde situaties, bijvoorbeeld bij niet-destructief onderzoek, dit dosisequivalenttempo aanzienlijk varieert per werksituatie. De overwegingen om thans dit risico aan te duiden door middel van het aangeven van het overschrijden van een grens zijn de volgende.
De grens van 10 μSv/u is gebaseerd op de maximale toegestane effectieve stralingsdosis voor blootgestelde werknemers in een kalenderjaar. Deze dosis (20 mSv/u) wordt namelijk bereikt bij een blootstelling aan 10 μSv per uur gedurende 40 uur per week, 50 weken per jaar. In worst case situaties is dus de grens voor toegestane blootstelling aan straling 10 μSv/u. Bij hogere dosisequivalenttempi kan in worst case situaties overschrijding van de toegestane maximale effectieve dosis optreden. Het is daarom aannemelijk om deze grens als bijzondere risicogrens te beschouwen en hiervoor te waarschuwen. Het voordeel van een algemene aanduiding dat deze risicogrens wordt overschreden, boven het aangeven van het exacte dosisequivalenttempo, is dat slechts éénmaal een risicoanalyse uitgevoerd hoeft te worden om te bepalen of in een min of meer standaardsituatie mogelijk de betreffende risicogrens wordt overschreden, in plaats van het uitvoeren van een dergelijke analyse in elke variant op de standaardsituatie. Immers het gaat erom dat men alert is en eventueel maatregelen neemt in elke situatie waarbij de grens van 10 μSv/u wordt overschreden.
Artikel 2
Het waarschuwingsbord dat voorgeschreven wordt in artikel 2 van de Regeling waarschuwingssignalering ioniserende straling is een bord uit bijlage XIA, onderdeel 2, bij de Arbeidsomstandighedenregeling. Bij de publicatie van deze eerstgenoemde regeling is reeds geconstateerd dat dit bord volgens de bijlage XIA waarschuwt voor radioactieve stoffen, terwijl het gebruik van het bord in de betreffende regeling een bredere toepassing kent, namelijk voor zowel radioactieve stoffen als ioniserende straling. Destijds is aangekondigd dat de bijlage bij de Arbeidsomstandighedenregeling te zijner tijd op dit punt aangepast zou worden. Dit artikel geeft uitwerking aan deze aankondiging.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
M. Rutte
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
P.L.B.A. van Geel
- 1
Stcrt. 2002, nr. 45.
- 2
Stcrt. 1997, 63; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 12 december 2003, Stcrt. 2004, 3.