Wijziging besluit buitengewoon opsporingsambtenaren reinigingsagenten Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2000

Besluit van de Minister van Justitie van 1 april 2004, kenmerk 5278036/DBZ/04, strekkende tot wijziging van het besluit buitengewoon opsporingsambtenaren reinigingsagenten Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2000

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de betrokken ministers;

Gelezen het verzoek van de directeur van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam;

Gelet op:

– artikel 142, eerste lid, onder b en c, en het derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

– artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

– artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993.

Besluit:

Artikel 1

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Reinigingsagenten Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2000, d.d. 19 december 2000, met kenmerk 5071250/DBZ/00, wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

2. De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van de gemeenten Amsterdam, Ouder-Amstel en Aalsmeer.

Artikel 2

1. De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden van de buitengewoon opsporingsambtenaren die in dienst van de dienst Stadstoezicht Amsterdam de functie van reinigingsagent vervullen, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van onderhavige besluit.

2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, directie Bestuurszaken, afdeling IBB/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst.

Den Haag, 1 april 2004.
De Minister van Justitie,
namens deze:de coördinator buitengewoon opsporingsambtenaar,
A.A.A.M. Huldy.

Toelichting

De directeur van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam heeft bij brief van 18 maart 2004, kenmerk XU.04.0233, verzocht om wijziging van de categoriale aanwijzing van de reinigingsagenten van de Dienst Stadstoezicht.

De wijziging van het categoriaal besluit betreft het uitbreiden van het opsporingsgebied van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam met de gemeente Aalsmeer. De reden hiervan is dat de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam in opdracht van de gemeente Aalsmeer de Mulder- en milieuhandhaving in de gemeente Aalsmeer gaat verzorgen.

Ten aanzien van de akten en legitimatiebewijzen van de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam welke zijn uitgevaardigd, is besloten dat deze van kracht blijven tot de in die akten en legitimatiebewijzen vermelde geldigheidsdatum en worden geacht mede te zijn gebaseerd op dit besluit.

De Minister van Justitie

namens deze:de coördinator buitengewoon opsporingsambtenaar,

A.A.A.M. Huldy

Naar boven