Regeling gegevensuitwisseling verkiezing leden Europees Parlement

Regeling van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 1 april 2004, nr. CZW04/19880, houdende nadere regels omtrent de wijze en het tijdstip van de mededeling, bedoeld in artikel Y 32, achtste lid, van de Kieswet

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel Y 7 van het Kiesbesluit;

Besluit:

Artikel 1

Uiterlijk zeven dagen na de dag van kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement verstrekken burgemeester en wethouders aan Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties op cd-rom of diskette de gegevens van de in artikel Y 3, onder b, van de Kieswet bedoelde personen, waarvan de kiesgerechtigdheid voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement in de gemeentelijke administratie is geregistreerd.

Artikel 2

1. Onder de gegevens, bedoeld in artikel 1, wordt verstaan:

a. naam of namen;

b. voornaam of voornamen;

c. meisjesnaam, indien deze afwijkt van onderdeel a;

d. geslacht;

e. nationaliteit;

f. geboortedatum;

g. geboorteplaats;

h. plaats of district in de lidstaat waar de kiezer het laatst was ingeschreven;

i. de aanduiding van de lidstaat Nederland.

2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder c en h, worden verstrekt voor zover deze als afzonderlijke gegevens zijn vermeld op het formulier, dat vastgesteld wordt op grond van artikel Y 32, vierde lid, van de Kieswet, en voor zover deze gegevens redelijkerwijs uit de gemeentelijke administratie zijn te herleiden.

Artikel 3

Na ontvangst van de gegevens draagt Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties zorg dat deze gegevens onverwijld worden toegezonden aan de autoriteiten, bedoeld in artikel Y 32, achtste lid, van de Kieswet.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, Th.C. de Graaf.

Toelichting

Onderdanen van andere lidstaten van de Europese Unie, die in Nederland wonen, kunnen in Nederland aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement deelnemen, indien zij zich daartoe hebben laten registreren. Hiertoe kunnen zij een verzoek indienen bij burgemeester en wethouders (artikel Y 32, eerste lid, van de Kieswet). Artikel Y 32, achtste lid, van de Kieswet stelt de verplichting aan burgemeester en wethouders om, nadat het verzoek tot registratie van een niet-Nederlandse onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie door hen is ingewilligd, aan de door de desbetreffende lidstaat aangewezen autoriteit mede te delen dat betrokkene in Nederland als kiezer is geregistreerd.

Deze verplichting vloeit rechtstreeks voort uit de richtlijn tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn.1 Artikel 13 van deze richtlijn stelt de verplichting aan de lidstaten de vereiste gegevens uit te wisselen. Dit houdt in dat binnen een redelijke termijn vóór de verkiezingen aan de lidstaat van herkomst de gegevens worden toegezonden betreffende de onderdanen van deze lidstaat die zijn ingeschreven op de kiezerslijst of die zich kandidaat gesteld hebben.

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de wijze en het tijdstip waarop deze mededeling dient te geschieden (artikel Y 32, achtste lid, tweede volzin, van de Kieswet). Voorafgaande aan iedere verkiezing worden tussen de lidstaten afspraken gemaakt omtrent de wijze en het tijdstip waarop deze gegevensuitwisseling het meest doelmatig kan plaatsvinden. Het gaat daarbij om afspraken met een uitvoeringstechnisch karakter, die per verkiezing kunnen verschillen.

Door de lidstaten is afgesproken dat deze uitwisseling van gegevens niet meer door verzending van papieren stukken zal geschieden, maar door het verzenden van de informatie op cd-rom of diskette. De onderhavige regeling stelt de regels waaraan deze gegevensuitwisseling moet voldoen en creëert daarbij een rol voor zowel gemeenten als voor de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties.

De registratietermijn voor de kiesgerechtigdheid voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement eindigt op de dag van kandidaatstelling. Een verzoek tot registratie geschiedt op het formulier, dat vastgesteld wordt op grond van artikel Y 32, vierde lid, van de Kieswet. Verzoeken die worden ingediend tot op de dag van kandidaatstelling worden voor de daaropvolgende verkiezing in aanmerking genomen. Dit heeft tot gevolg dat gemeenten pas na de dag van kandidaatstelling aan de andere lidstaten van de Europese Unie kunnen doorgeven welke niet-Nederlandse EU-onderdanen in hun gemeente zijn geregistreerd.

Teneinde de doorgifte van gegevens aan de autoriteiten van de andere lidstaten te stroomlijnen, is in de onderhavige regeling bepaald dat de gemeenten de gegevens toezenden aan de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties die deze vervolgens bundelt en doorzendt.

De toezending door burgemeester en wethouders aan de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties vindt plaats uiterlijk zeven dagen na de dag van kandidaatstelling. Zoals reeds is aangeven, dienen deze gegevens te worden aangeleverd op diskette of cd-rom aan de andere lidstaten en van gemeenten wordt dan ook verwacht dat zij de gegevens op een van deze wijzen aanleveren aan de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties.

De gegevensuitwisseling betreft een negental categorieën van gegevens met betrekking tot de bedoelde kiesgerechtigden, die dienen te worden verzameld door de gemeenten en aan de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties moeten worden verzonden. In de meeste gevallen kunnen deze gegevens worden herleid uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA).

De gegevens worden opgesomd in artikel 2. In dit tweede artikel zijn twee bijzonderheden aan te treffen. Ten eerste worden in het eerste lid, onder c, de meisjesnaam gevraagd. De (geslachts)naam van een gehuwde vrouw is niet in alle gevallen gelijk aan haar meisjesnaam. Met het oog op die gevallen is door de lidstaten afgesproken dat de meisjesnaam als afzonderlijk gegeven wordt vermeld op het hierboven genoemde formulier en wordt geregistreerd. Voorts is de plaats of district waar de kiezer als laatste is ingeschreven (eerste lid, onder h) niet af te leiden uit de GBA. Voor deze beide gegevens geldt dat, indien het redelijkerwijs voor een gemeente mogelijk is, dit aspect dient te worden overgenomen van het formulier, dat vastgesteld wordt op grond van artikel Y 32, vierde lid, van de Kieswet. Aangezien zowel de meisjesnaam als de plaats of district waar de kiezer als laatste is ingeschreven beiden niet uit de GBA zijn te herleiden, wordt in dit artikel gesproken over ‘gemeentelijke administratie’ en niet over ‘gemeentelijke basisadministratie’.

Aan gemeenten zal overigens een instructie worden verstrekt die uitlegt hoe zij de gehele procedure met betrekking tot de uitwisseling van gegevens dienen aan te vatten.

Nadat de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties de gegevens heeft ontvangen, worden de gegevens onverwijld op cd-rom of diskette toegezonden aan de door de andere lidstaten aangewezen autoriteiten (artikel Y 32, achtste lid, van de Kieswet).

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Th.C. de Graaf

Naar boven