Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000 (tweeëntwintigste wijziging)

Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 april 2004, nr. INDUIT04-2098 (AUB), houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (tweeëntwintigste wijziging)

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000 en de artikelen 1.4, 3.101, eerste lid, 3.102, tweede lid, 8.1 en 8.2 van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

Artikel I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel b vervalt;

2. De onderdelen c, d en e worden geletterd b, c en d.

B

Artikel 3.8, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel a komt te luiden: het V-nummer;

2. Onderdeel b vervalt;

3. Onderdeel c wordt geletterd b.

C

Artikel 3.9 komt te luiden:

1. Documenten of schriftelijke verklaringen waaruit het rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder a, b, d, e, f, g – laatstgenoemde twee onderdelen voor zover sprake is van een aanvraag tot het verlenen of wijzigen van een verblijfsvergunning bedoeld in artikel 14 – alsmede i en l van de Wet blijkt, worden verstrekt door de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

2. Documenten of schriftelijke verklaringen waaruit het rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder c, f, g – laatstgenoemde twee onderdelen voor zover sprake is van een aanvraag tot het verlenen, verlengen of wijzigen van een verblijfsvergunning bedoeld in de artikelen 28 en 33 – alsmede j en k van de Wet blijkt, worden verstrekt door de korpschef van het regionale politiekorps waarin de gemeente is gelegen waar de vreemdeling zijn woon- of verblijfplaats heeft.

D

Paragraaf 1 van afdeling 2 vervalt.

E

Artikel 3.26 komt te luiden;

De aanvraag tot het verlenen of wijzigen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet, wordt gedaan door indiening van een formulier van het in bijlage 13 bij deze regeling met de letter a aangeduide model.

F

De artikelen 3.27, 3.28 en 3.31 vervallen.

G

Artikel 3.33 komt te luiden:

Bij de indiening van de aanvraag, bedoeld in de artikelen 14 en 20 van de Wet, verklaart de vreemdeling of de wettelijk vertegenwoordiger ermee bekend te zijn dat de verblijfsrechtelijke gegevens via de koppelingen tussen het IND-informatiesysteem en de GBA worden doorgegeven aan instanties die deze gegevens voor de beoordeling van voorzieningen nodig hebben.

H

Na artikel 3.33 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.33a

1. De aanvraag tot het verlenen of wijzigen van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 14 van de Wet, wordt ingediend bij de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

2. In afwijking van het eerste lid wordt de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning onder de beperking, genoemd in artikel 3.4, eerste lid, onder s van het Besluit, ingediend bij de korpschef van de politieregio waar de aangifte is gedaan.

I

Na artikel 3.33a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.33b

De aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 14 van de Wet, wordt ingediend bij het kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te Zwolle.

J

Na artikel 3.33b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.33c

De aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 20 van de Wet, wordt ingediend bij het kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te Zwolle.

K

Na artikel 3.33c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.33d

De in artikel 3.102, tweede lid, van het Besluit genoemde gegevens en bescheiden worden op verzoek van Onze Minister overgelegd bij de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

L

Artikel 3.34, zevende lid, komt te luiden:

7. De leges ter zake van de afdoening van een aanvraag als bedoeld in het eerste, derde, vierde en vijfde lid worden per aanvraag geheven door de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfsplaats heeft.

M

Artikel 3.34a, vierde lid, komt te luiden:

4. De leges ter zake van de afdoening van een aanvraag als bedoeld in het eerste lid worden per aanvraag geheven door de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

N

Artikel 3.41 komt te luiden:

Bij de indiening van de aanvraag, bedoeld in de artikelen 28 en 33 van de Wet, verklaart de vreemdeling of de wettelijk vertegenwoordiger ermee bekend te zijn dat de verblijfsrechtelijke gegevens via de koppelingen tussen het IND-informatiesysteem en de GBA worden doorgegeven aan instanties die deze gegevens voor de beoordeling van voorzieningen nodig hebben.

O

Artikel 4.9 komt te luiden:

Voor het stellen van aantekeningen in de reis- en identiteitspapieren van de vreemdeling, bedoeld in artikel 4.29 van het Besluit, wordt gebruik gemaakt van het model dat als bijlage 7j bij deze regeling is gevoegd.

P

De laatste volzin van artikel 4.11, tweede lid komt te luiden:

Tevens worden aangetekend het V-nummer en het paspoortnummer.

Q

Artikel 7.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste en vierde lid wordt ‘de korpschef’ telkens vervangen door: Onze Minister.

2. Het tweede lid komt te luiden:

De verstrekking van de nadere gegevens over de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling aan de in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan, vindt plaats door gebruikmaking van het formulier van het in bijlage 17b bij deze regeling aangeduide model.

3. Het derde lid komt te luiden:

Bij het vragen van gegevens omtrent de toekenning of beëindiging van een verstrekking, voorziening, uitkering, ontheffing of vergunning bij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan of orgaan op grond van artikel 8.2, eerste lid van het Besluit, wordt gebruik gemaakt van het formulier van het in bijlage 17c van deze regeling aangeduide model.

R

Het model van bijlage 7g wordt vervangen door het model, dat als bijlage genummerd 7g bij deze regeling is gevoegd. Tevens wordt ingevoerd het model dat als bijlage 7j bij deze regeling is gevoegd.

S

De modellen van bijlage 13a, e, f en h worden vervangen door de modellen die als bijlagen genummerd 13a, e, f en h bij deze regeling zijn gevoegd. De modellen 13 b tot en met d alsmede g vervallen.

T

De modellen van bijlage 17a tot en met 17 d worden vervangen door de modellen die als bijlagen genummerd 17a tot en met 17d bij deze regeling zijn gevoegd.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 13 april 2004 en zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 april 2004.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M.C.F. Verdonk.

Toelichting

Algemeen

In verband met de herschikking van taken van de korpschef en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: IND) is het Vreemdelingenbesluit 2000 (hierna: het Besluit) gewijzigd (Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de overheveling van toelatingstaken van de regionale politiekorpsen naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de gemeenten).

De reguliere toelatingstaken van de korpschef zijn overgeheveld naar de IND en de gemeenten. De gemeenten fungeren per 13 april 2004 als een ‘frontoffice’ waar reguliere aanvragen om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd kunnen worden ingediend, registratie plaats vindt en waar documenten worden uitgereikt. De IND beslist voorts voortaan exclusief op alle reguliere aanvragen. Voor de achtergronden van deze herschikking van taken zij verwezen naar de nota van toelichting bij het gewijzigde Besluit.

In verband met deze wijziging van het Besluit dient ook het Voorschrift Vreemdelingen 2000 te worden aangepast. Zo komen de aan de korpschef gemandateerde bevoegdheden te vervallen om op (bepaalde) reguliere aanvragen te beslissen. Aangezien het Voorschrift tevens fungeert als de regeling waarbij door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie mandaat wordt verleend aan niet-ondergeschikten worden in onderhavige regeling de aan de burgemeester gemandateerde bevoegdheden nader uitgewerkt.

Daarnaast eist artikel 3.101, eerste lid van het Besluit, zoals dat sinds 13 april 2004 luidt, met betrekking tot de plaats van indiening van de reguliere aanvraag nadere regeling bij ministeriële regeling. In de onderhavige regeling wordt derhalve de nieuwe werkwijze bij aanvragen om een reguliere verblijfsvergunning nader uitgewerkt.

Tenslotte heeft de herziening van taken aanleiding gegeven tot het aanpassen van diverse modellen die in het Voorschrift Vreemdelingen 2000 zijn opgenomen.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Voorheen maakte de korpschef gebruik van het Decentrale Vreemdelingenadministratie (DVAS)-systeem om de vreemdelingen te registreren. Aangezien de registratie van vreemdelingen voortaan door de IND zal plaatsvinden, wordt niet langer gebruik gemaakt van het DVAS-systeem.

Artikel I, onderdeel B

Bij de dertiende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen (Staatscourant van 9 juli 2003, nr.129) is reeds aangegeven dat de Basisvoorziening Vreemdelingen (BVV) het Centraal Register Vreemdelingen (CRV) vervangt en het Vreemdelingen(V)-nummer het CRV-nummer vervangt. Per abuis is daarbij artikel 3.8, tweede lid onder a, niet aangepast. Deze omissie wordt thans hersteld.

Doordat niet langer gebruik wordt gemaakt van het DVAS-systeem om vreemdelingen te registreren, vervalt voorts de noodzaak om het DVAS-procedurenummer te vermelden.

Artikel I, onderdeel C

Ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Wet) verschaft de Minister aan de vreemdeling die rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, onder a tot en met h, en j tot en met l van de Wet, een document of schriftelijke verklaring waaruit het rechtmatig verblijf blijkt. De vreemdeling met rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder i, van de Wet, wordt desgevraagd een dergelijk document of verklaring verschaft.

Voorheen werden al deze documenten en verklaringen afgegeven door de korpschef. In de situatie zoals die geldt sinds de overdracht van de reguliere toelatingstaken zal de afgifte van de documenten, voor zover betrekking hebbend op een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier, in de praktijk geschieden door de ambtenaar burgerzaken van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

Op deze hoofdregel bestaat een aantal uitzonderingen.

Een uitzondering is allereerst gemaakt voor de verstrekking van een bescheid rechtmatig verblijf gedurende de periode waarin de vreemdeling in de gelegenheid wordt gesteld aangifte te doen van overtreding van artikel 250a van het Wetboek van Strafrecht (mensenhandel). Dit bescheid wordt door de korpschef verstrekt. Een dergelijke aanvraag verband houdende met de vervolging van mensenhandel wordt in afwijking van de hoofdregel niet bij de burgemeester maar bij de korpschef ingediend (zie Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de overheveling van toelatingstaken van de regionale politiekorpsen naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de gemeenten). Gelet hierop ligt het dan ook voor de hand dat de korpschef dit bewijs verstrekt.

Een uitzondering is voorts gemaakt voor de situaties dat de vreemdeling in afwachting is van een beslissing op een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 20 van de Wet of tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 14 van de Wet. Deze aanvragen worden rechtstreeks ingediend bij de IND (zie Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de overheveling van toelatingstaken van de regionale politiekorpsen naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de gemeenten). Nu de gemeente hierbij geen rol vervult, zal de IND de vreemdeling in het bezit stellen van een bewijs waaruit het rechtmatig verblijf blijkt gedurende de behandeling van deze aanvragen. Overigens zal naar verwachting in de praktijk slechts sporadisch een dergelijk bescheid worden verstrekt, aangezien de inspanningen van de IND er op gericht zijn om op deze aanvragen te beslissen voordat de geldigheidsduur van de eerder verleende verblijfsvergunning afloopt.

Daarnaast worden ook in andere situaties bescheiden rechtmatig verblijf verstrekt. Er is hier sprake van situaties waarin de vreemdeling geen contact (meer) heeft met de gemeente en het om die reden niet voor de hand ligt dat de gemeente het bescheid verstrekt.

Het gaat hierbij in de eerste plaats om de situatie dat de vreemdeling in afwachting is van een beslissing op een bezwaarschrift of een beroepschrift en uitzetting gedurende deze periode achterwege dient te blijven. De IND zal de vreemdeling, die in afwachting is van een beslissing op een bezwaar- of beroepschrift en waarbij uitzetting gedurende deze periode achterwege dient te blijven, in het bezit stellen van een bewijs waaruit het rechtmatig verblijf blijkt gedurende de behandeling van het bezwaar of beroep.

In de tweede plaats kan zich de situatie voordoen dat ingevolge het bepaalde in artikel 64 van de Wet uitzetting van de vreemdeling achterwege dient te blijven en de vreemdeling als gevolg daarvan rechtmatig verblijf heeft.

Daarbij kunnen een tweetal gevallen onderscheiden worden:

1. De vreemdeling heeft een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning ingediend en ten tijde van het nemen van de beslissing op die aanvraag is reeds bekend dat de vreemdeling wegens zijn gezondheidstoestand niet uitgezet kan worden. Het bescheid van rechtmatig verblijf wordt in dat geval door de IND verstrekt. Hierbij zij met nadruk vermeld dat de uitzettingsbelemmering van artikel 64 van de Wet pas kan worden ingeroepen wanneer de vreemdeling zich bevindt in een situatie waarin de werking van een besluit tot afwijzing van de aanvraag of intrekking van de verblijfsvergunning niet (langer) is opgeschort.

2. De vreemdeling heeft hetzij nimmer een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning ingediend, hetzij de politie heeft reeds een aanvang gemaakt met uitzettingshandelingen alvorens blijkt dat de gezondheidstoestand van de vreemdeling zich verzet tegen zijn uitzetting. Het bescheid van rechtmatig verblijf wordt in dat geval door de korpschef van de politieregio waar de vreemdeling verblijft, verstrekt. Hierbij zij opgemerkt dat de vraag of uitzetting op grond van artikel 64 van de Wet achterwege blijft, zich niet eerder voor kan doen dan vanaf het moment waarop een uitzetting volgens de Wet zou kunnen plaatsvinden.

De vreemdeling kan zich in de hiervoor genoemde situaties waarbij het bewijs van rechtmatig verblijf door de IND wordt verstrekt, melden bij één van de twee loketten die de IND heeft ingericht te Rijswijk en Zwolle. Ter bevestiging van het rechtmatig verblijf wordt de vreemdeling dan in het bezit gesteld van een document als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid onder c en artikel 3.4 van deze regeling.

In het gewijzigde artikel 3.9 is een en ander neergelegd. In het artikel zijn alleen de bescheiden opgesomd die ofwel door de korpschef ofwel door de burgemeester worden verstrekt. De overige bescheiden zullen door de IND worden verstrekt.

Aangezien de korpschef vooralsnog de taken in het kader van de verblijfsvergunning asiel behoudt, is in het nieuwe tweede lid bepaald dat de bescheiden rechtmatig verblijf die verband houden met de asielprocedure door de korpschef worden afgegeven. Hierbij is een uitzondering gemaakt ten aanzien van de afgifte van het verblijfsdocument van de vreemdeling die in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Dit document wordt door de gemeente verstrekt. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat de vreemdeling veelal reeds ingeschreven staat in de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens) van de betreffende gemeente en derhalve aldaar al bekend is. Om redenen van efficiency en ter facilitering van de vreemdeling ligt het dan ook voor de hand dat de burgemeester van de woon- of verblijfplaats van de vreemdeling dit document eveneens uitreikt. De gemeenten worden voor hun nieuwe taken op het gebied van de afgifte van documenten financieel gecompenseerd. Dekking voor deze kosten wordt deels gevonden in de geheven legesbedragen, deels in overheveling van de vergoedingen die tot dusver voor de afgifte van documenten werden verstrekt.

Artikel I, onderdeel D

Nu voortaan enkel de IND beslist op alle aanvragen om een reguliere verblijfsvergunning, komen de voorheen in de artikelen 3.10 tot en met 3.16 aan de korpschef gemandateerde bevoegdheden ter zake te vervallen. De gehele paragraaf 1 van afdeling 2 vervalt derhalve.

Artikel I, onderdelen E, F en G

Ingevolge artikel 3.99, eerste lid, van het Besluit wordt de aanvraag, bedoeld in de artikelen 14 en 20 van de Wet, gedaan door het indienen van een formulier waarvan het model bij ministeriële regeling is vastgesteld.

De overheveling van taken heeft aanleiding gegeven tot aanpassing van de diverse aanvraagformulieren. Voorheen werd gebruik gemaakt van een viertal afzonderlijke aanvraagformulieren voor het aanvragen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd al naar gelang de situatie van de aanvrager. Naast het algemene formulier voor het aanvragen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd was er een apart formulier voor het aanvragen van een reguliere vergunning op asielgerelateerde gronden. Daarnaast was er een formulier voor een aanvraag ingediend door de wettelijk vertegenwoordiger alsmede een formulier voor het geldig laten verklaren van een verblijfsvergunning voor inwonende kinderen beneden de twaalf jaar.

Thans is er één formulier voor het aanvragen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd waarin de hiervoor genoemde situaties zijn geïncorporeerd. Hierdoor zijn de artikelen 3.26, tweede lid; 3.27; 3.28 en 3.31 vervallen.

Ook de formulieren voor de aanvraag tot verlenging van de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd respectievelijk de verlening van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd alsmede het formulier voor de aanvraag tot toetsing van het verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan zijn eveneens aangepast.

De nieuwe aanvraagformulieren bevatten de meest voorkomende verblijfsdoelen in het Besluit en de Vreemdelingencirculaire 2000, waarbij tevens per verblijfsdoel wordt aangegeven welke gegevens en bescheiden door de vreemdeling moeten worden overgelegd bij de aanvraag.

Door het vorenstaande wordt, ook voor de vreemdeling, de uniformiteit en eenduidigheid van de aanvraagprocedure bevorderd. Voor de vreemdeling is op deze wijze immers inzichtelijk welke stukken overgelegd moeten worden ter onderbouwing van de aanvraag. Door het vastleggen in het formulier van de over te leggen gegevens en bescheiden wordt tevens een eenduidige handelwijze bevorderd bij de beoordeling of de aanvraag afdoende is onderbouwd. Bovendien stelt het formulier veilig dat essentiële gegevens op de juiste wijze worden verstrekt waarmee een ordelijke en efficiënte behandeling van de aanvraag is gediend.

In de tekst van de diverse aanvraagformulieren komt voorts tot uitdrukking dat de vreemdeling of de wettelijk vertegenwoordiger ermee bekend is dat de verblijfsrechtelijke gegevens worden doorgegeven aan instanties die deze gegevens voor de beoordeling van voorzieningen nodig hebben

Voorheen werd door een koppeling van het DVAS-systeem met de GBA de verblijfsrechtelijke gegevens doorgegeven aan andere instanties die deze gegevens nodig hebben voor de beoordeling van voorzieningen. Aangezien geen gebruik meer wordt gemaakt van het DVAS-systeem, zal nu de IND de informatie-uitwisseling verzorgen middels een koppeling tussen het IND-informatiesysteem en de GBA. Met het oog op voortdurende ontwikkelingen op het gebied van geautomatiseerde systemen, wordt het betreffende informatiesysteem niet met name genoemd.

Met betrekking tot de indiening van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op asielgerelateerde gronden, zij nog het volgende opgemerkt. De vreemdeling die in Nederland wil verblijven op asielgerelateerde gronden, dient in het Aanmeldcentrum een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel in te dienen. In de praktijk komt het evenwel voor de vreemdeling toch een asielgerelateerde aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier indient. In het verleden werd in dat geval door de korpschef de vreemdeling gewezen op de mogelijkheid om in het Aanmeldcentrum een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel in te dienen. Indien de vreemdeling er desondanks op stond een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning regulier in te dienen, werd de vreemdeling door de korpschef in de gelegenheid gesteld de aanvraag in te dienen middels een speciaal daartoe ontwikkeld formulier.

Aangezien de aanvraag voortaan bij de gemeente wordt ingediend en de gemeente geen rol heeft in de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag, zal thans door de IND beoordeeld worden of sprake is van een asielgerelateerde aanvraag aan de hand van de door de vreemdeling gegeven onderbouwing van zijn aanvraag. De vreemdeling wordt vervolgens door de IND in de gelegenheid gesteld zich alsnog bij het Aanmeldcentrum te melden voor het doen van een asielaanvraag. Indien de vreemdeling er op staat dat beslist wordt op de eerder ingediende aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning regulier, blijven de asielgerelateerde gronden bij de beoordeling daarvan buiten beschouwing. Om die reden keert het tweede lid van het artikel 3.26 niet in het nieuwe artikel terug.

Artikel I, onderdeel H

Voorheen was in het Besluit bepaald dat de aanvraag voor een reguliere verblijfsvergunning werd ingediend bij de korpschef van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats had. Ingevolge het gewijzigde artikel 3.101,eerste lid van het Besluit wordt de plaats van indiening van de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voortaan bij ministeriële regeling aangewezen. Dit sluit aan bij het systeem van de indiening van de aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning asiel dat ook in deze regeling is uitgewerkt.

Ter uitvoering van deze bepaling is thans als hoofdregel neergelegd dat de aanvraag om verlening of wijziging van een reguliere verblijfsvergunning wordt ingediend bij de burgemeester van gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

In de praktijk zal de aanvraag in ontvangst worden genomen door de ambtenaar burgerzaken van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

Deze ambtenaar maakt vervolgens een kopie van de eventuele originele stukken die de vreemdeling toont, zoals het document voor grensoverschrijding en brondocumenten (bijvoorbeeld een geboortebewijs of een huwelijksakte). De ambtenaar burgerzaken kan van een deel van deze documenten bij uitstek vaststellen of zij authentiek zijn. Van dit deskundige oordeel wordt de IND uiteraard op de hoogte gesteld.

Tevens maakt de ambtenaar een kopie van het ondertekend aanvraagformulier en overhandigt hij dit aan de aanvrager. Het originele aanvraagformulier en de kopieën van de bijbehorende stukken worden vervolgens verzonden naar de IND.

Hierbij zij benadrukt dat de burgemeester niet wordt belast met inhoudelijke beslissingen over de aanvraag. Inhoudelijke beslissingen zijn voorbehouden aan de IND, nadat het dossier door de gemeente is doorgezonden. De IND zal met toepassing van het bepaalde in artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht de vreemdeling in de gelegenheid stellen om de aanvraag eventueel aan te vullen met ontbrekende gegevens of bescheiden.

In de toelichting bij het gewijzigde Besluit is aangegeven dat en waarom de aanvraag om een verblijfsvergunning onder de beperking verband houdend met de vervolging van mensenhandel ook na de overheveling van taken wordt ingediend bij de korpschef. Het tweede lid van artikel 3.33a van deze regeling vormt hiervan de weerslag. De korpschef stuurt de aanvraag na ontvangst per omgaande rechtstreeks door naar de IND zodat daarop op zeer korte termijn kan worden beslist.

Artikel I, onderdelen I en J

De aanvraag om verlenging van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd alsmede de aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd wordt schriftelijk ingediend. Daartoe heeft de IND één centraal postadres ingesteld welke fysiek gelocaliseerd is in het kantoor van de IND te Zwolle.

In de Vreemdelingencirculaire 2000 alsmede op een voor het publiek toegankelijke wijze (onder meer door publicatie op de internetsite van de IND) zullen door de IND de (post)adresgegevens kenbaar worden gemaakt waar de aanvraagformulieren naar toe gezonden kunnen worden.

Afhankelijk van de interne werkprocessen van de IND zal de aanvraag vervolgens eventueel op een ander kantoor worden behandeld. Voor de vreemdeling geldt evenwel één centraal postadres als aanspreekpunt. Door deze inrichting van een centrale locatie waar de aanvraag moet worden ingediend, wordt naar verwachting de doelmatigheid en de snelheid van de afhandeling van de aanvraag vergroot.

De IND stuurt de betreffende vreemdeling ruim vóór de datum van expiratie van zijn verblijfsvergunning een aanvraagformulier toe waarmee om verlenging van de geldigheidsduur van de vergunning kan worden gevraagd. Het aanvraagformulier moet ingevuld en voorzien van de benodigde bescheiden worden teruggezonden aan de IND. Dat doet overigens niet af aan de eigen verantwoordelijkheid van de vreemdeling voor de tijdige indiening van de verlengingsaanvraag. Aan de omstandigheid dat de vreemdeling niet door de IND is gewezen op het feit dat zijn vergunning afloopt komt dan ook geen betekenis toe.

Ook het aanvraagformulier waarmee om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd kan worden gevraagd, kan door de vreemdeling rechtstreeks worden toegezonden aan het centrale postadres van het kantoor van de IND te Zwolle.

Indien sprake is van een gelijktijdig met de verlengingsaanvraag ingediende aanvraag tot het wijzigen van de beperking waaronder de vergunning is verleend, zal de vreemdeling door de IND naar de gemeente worden verwezen. Het gaat hier immers in wezen om een nieuwe aanvraag en niet zozeer om verlenging van de op grond van een andere beperking verleende vergunning. Doorgaans zal ten behoeve van deze nieuwe aanvraag andere informatie nodig zijn dan waarover de IND al beschikt en die zonodig in het kader van de verlengingsaanvraag kan worden aangevuld. Het ligt dan ook voor de hand dat deze aanvraag, net als andere aanvragen om verlening van een verblijfsvergunning regulier, bij de gemeente wordt ingediend.

Artikel I, onderdeel K

Dit artikel is met name van belang in de situatie dat de aanvraag schriftelijk wordt ingediend, zoals bij een aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van de vergunning of de aanvraag voor een vergunning voor onbepaalde tijd. Indien de aanvraag schriftelijk wordt ingediend, zal de vreemdeling een afschrift van het geldige document voor grensoverschrijding (en de overige benodigde bescheiden, bijvoorbeeld geboorte- en huwelijksakten) overleggen. In dat geval zal op verzoek van de IND de vreemdeling het originele document tonen bij de gemeente.

De ambtenaar burgerzaken van de gemeente maakt van het betreffende document een gewaarmerkte kopie en stelt deze aan de IND ter beschikking.

Artikel I, onderdelen L en M

Ingevolge artikel 24, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 is de vreemdeling leges verschuldigd ter zake van de afdoening van een aanvraag (tot het verlenen, verlengen of wijzigen) van een verblijfsvergunning regulier. Deze leges zijn verschuldigd in door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie te bepalen gevallen en volgens door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie te bepalen regels, die zijn neergelegd in de artikelen 3.34 en 3.34a van deze regeling.

De aanvraag tot het verlenen of het wijzigen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingwet 2000 wordt ingediend bij de burgemeester. De burgemeester heft gelijktijdig bij het indienen van de aanvraag de verschuldigde leges. Het onderhavige artikel voorziet hierin. De vreemdeling zal in de praktijk het verschuldigde bedrag aan de kas van de afdeling Burgerzaken van de gemeente betalen.

De leges die verschuldigd zijn voor de afdoening van de aanvraag tot verlenging van de geldigheidsduur van de vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet alsmede voor de aanvraag tot verlening van de vergunning als bedoeld in artikel 20 van de Wet, zullen ingevolge het mandaatbesluit IND namens de minister door de IND worden geïnd. De vreemdeling wordt daartoe een factuur met acceptgiro toegezonden waarmee de verschuldigde leges betaald kunnen worden.

Artikel I, onderdeel N

Aangezien geen gebruik meer wordt gemaakt van het DVAS-systeem, zal nu de IND de informatie-uitwisseling verzorgen middels een koppeling tussen het IND-informatiesysteem en de GBA. Zie voorts ook de toelichting hieromtrent bij artikel I, onderdelen E, F en G.

Artikel I, onderdeel O

Voorheen werden in het model Verblijfsaantekening Algemeen ook aantekeningen omtrent verplichtingen in het kader van het toezicht gemaakt, te weten de aantekening omtrent de aanmeldingsplicht na binnenkomst in Nederland en de aantekening omtrent de periodieke aanmelding. Dit hing samen met de in de praktijk ontstane vervlechting van de toezichtstaken van de korpschef met de aan hem toebedeelde toelatingstaken. In de nieuwe situatie zullen deze aantekeningen niet meer op dit bescheid rechtmatig verblijf worden geplaatst. De aantekeningen betreffen immers, anders dan het bescheid rechtmatig verblijf zelf, toezichtstaken die niet zijn overgeheveld.

Het model Verblijfsaantekeningen Algemeen is derhalve aangepast waarbij de aantekeningen die betrekking hebben op de aanmelding verwijderd zijn. Het model bevat thans enkel de aantekeningen over het rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8 onder f tot en met k van de Wet. Het gewijzigde model, dat voortaan door de gemeente zal worden verstrekt, bevat wel informatie omtrent de toegang op de arbeidsmarkt. Deze informatie is echter geen aantekening in het kader van het toezicht maar een (declaratoire) mededeling over de toegang tot de arbeidsmarkt die voortvloeit uit (de aard van) het rechtmatig verblijf.

De voorheen op het model Verblijfsaantekeningen Algemeen opgenomen aantekeningen met betrekking tot de aanmelding en/of periodieke meldingsplicht zijn thans opgenomen in het nieuwe model dat als bijlage 7j zal worden gepubliceerd. Dit model zal voortaan in voorkomende gevallen door de ambtenaar belast met toezicht worden gebruikt.

Artikel I, onderdeel P

Doordat niet langer gebruik wordt gemaakt van het DVAS-systeem om vreemdelingen te registreren, vervalt de noodzaak om het DVAS-procedurenummer te vermelden.

Artikel I, onderdeel Q

Het onderhavige artikel vormt de weerslag van de gewijzigde artikelen 8.1 en 8.2 van het Besluit. De artikelen 8.1 en 8.2 van het Besluit regelen de informatie-uitwisseling tussen enerzijds de minister en de korpschef en anderzijds andere bestuursorganen. In artikel 7.1 van deze regeling zijn vervolgens de formulieren vastgesteld die worden gebruikt bij de gegevensuitwisseling tussen bestuursorganen. De formulieren zijn aan de wijzigingen van de artikelen 8.1 en 8.2 van het Besluit aangepast.

Artikel I, onderdeel R

Zie de toelichting bij artikel I, onderdeel O.

Artikel I, onderdeel S

Zie de toelichting bij artikel I, onderdelen E, F en G.

Artikel I, onderdeel T

Zie de toelichting bij artikel I, onderdeel Q.

Artikel II

Deze regeling treedt met ingang van 13 april 2004 in werking.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M.C.F. Verdonk

De modellen behorende bij deze regeling worden gepubliceerd in Staatscourant nr. 73 van 16 april 2004.

Naar boven