Besluit vrijstelling van minimum VFR-vlieghoogte Falcon Spring 2004

2 april 2004

STL2004/012113

De Staatssecretaris van Defensie,

Overwegende dat in het kader van de oefening Falcon Spring 2004 aan vliegers van de Koninklijke Luchtmacht en de bondgenootschappelijke luchtstrijdkrachten ontheffing te verlenen van de minimum VFR vlieghoogte. Tijdens deze oefening worden door transport helikopters troepen ingevlogen op in deze beschikking te noemen locaties. Bij de tactische manoeuvres door helikopters en bij de landing op genoemde locaties is het vliegen, beneden de minimum vlieghoogte noodzakelijk om de juiste oefenwaarde te kunnen bereiken.

Gelet op artikel 45 van het Luchtverkeersreglement en artikel 8, 11 en 12 van de Regeling VFR-nachtvluchten en minimum vlieghoogten voor militaire luchtvaartuigen;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

1. De vrijstelling van de minimum VFR vlieghoogte zoals bedoeld in het tweede lid wordt verleend binnen het GLV Maas-Waal, Voorne-Putten; tevens binnen een straal van 10 km rondom de volgende locaties: Kamp de Kiek nabij Alphen (31 U FT 385 075), de Regte Heide, Strijenas (31 U FT 0954 3055), Willemstad (31 U ET 9943 2776), Drongelen (31 U FT 4190 3146), de Ruckphense Heide (31 U FT 0650 0750), de Woensdrechtse Heide (31 U ET 9290 0117), de Ossendrechtse Heide (31 U ES 9640 9360), Oostburg (31 U ES 534600 5688751), Goudswaard (31 U ET 8810 3890), Neeltje Jans (31 U ET 4830 2046), Tholen (31 U ET 8160 1900), Bruinisse (31 U ET 7460 2260), Koewacht (31 U ES 6887 7650), en Biervliet (31 U ES 5145 8745).

2. Binnen de hierboven vermelde oefengebieden in de periode van 13 t/m 16 april 2004 en van 19 /m 23 april 2004 bedraagt de minimum toegestane vlieghoogte 100 voet of zoveel lager als i.v.m. de opdracht noodzakelijk is. Binnen de oefengebieden gelden de volgende voorwaarden:

(1) Het laagvliegen is alleen toegestaan voor hefschroefluchtvaartuigen van de KLu en/ of bondgenootschappelijke luchtstrijdkrachten;

(2) Met betrekking tot het vliegzicht en de wolkenbasis gelden de eisen voor VFR-vluchten;

(3) Aaneengesloten bebouwing, vee, mensenverzamelingen, ziekenhuizen, sanatoria enz. moeten zoveel mogelijk worden vermeden;

(4) Bird Sanctuary's welke genoemd zijn in het MilAIP ENR 5.6 dienen te worden vermeden of indien dit uit operationele noodzaak niet mogelijk is, dient een minimale vlieghoogte van 1000 voet te worden aangehouden.

Artikel 2

Deelnemende gezagvoerders aan de oefening Falcon Spring 2004 dienen, indien in een CTR zal worden gevlogen, in de planning fase contact op te nemen met betrokken HPVE LVB en in de vliegfase radiocontact te onderhouden met de plaatselijke verkeersleiding. Hierbij dienen de lokale in- en uitvliegsectoren en de verkeerscircuits te worden vermeden. De gezagvoerders dienen de door de LVB opgedragen transpondercode in te stellen en te voldoen aan de door hen gestelde voorwaarden. Bij sluiting van betrokken Vliegbases dient door betrokken gezagvoerders contact te worden opgenomen met het MilATCC Nieuw Milligen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot 13 april 2004.

Het MilATCC stelt deze oefening bekend middels NOTAM, waarbij niet deelnemend verkeer wordt verzocht de oefengebieden te vermijden.

's-Gravenhage,
De Staatssecretaris van Defensie,voor deze:
Luchtvaart Autoriteit Koninklijke Luchtmacht,
P.M.A. Vorderman, generaal-majoor.

Tegen dit besluit kan bezwaar worden ingesteld bij de Minister van Defensie, door middel van een bezwaarschrift, dat binnen zes weken na inwerkingtreding van het besluit bij de Minister van Defensie (Postbus 20701, 2500 ES 's-Gravenhage) moet worden ingediend.

Naar boven