Besluit aanwijzing luchtvaartterrein Rotterdam als volledig gecoördineerd luchtvaartterrein

29 maart 2004

Nr. HDJZ/LUV/2004-732

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelezen het verzoek van Rotterdam Airport B.V. d.d. 9 maart 2004;

Gelet op artikel 2, eerste lid, onderdeel b, Besluit slotallocatie;

Besluit:

Artikel 1

Het luchtvaartterrein Rotterdam wordt aangewezen tot volledig gecoördineerd luchtvaartterrein.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Bezwaarclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt tegen dit besluit bezwaar maken. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Hoofddirectie Juridische Zaken, Sector Luchtvaart, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het ondertekende bezwaarschrift dient tenminste te bevatten:

– naam en adres van de indiener;

– de dagtekening;

– vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en zo mogelijk de datum en het kenmerk van het besluit;

– een opgave van redenen waarom men zich niet met het besluit kan verenigen.

Belanghebbenden zijn voorts in de gelegenheid om – gelijktijdig met of na de indiening van het bezwaarschrift – een verzoek te doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een zodanig verzoek dient te worden gericht tot de Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Rotterdam, Postbus 50950, 3007 BL Rotterdam. In verband met het verzoek om voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Omtrent de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit dient te worden betaald, krijgt men na de indiening van het verzoek om voorlopige voorziening bericht van de griffie.

Er kan niet langs elektronische weg bezwaar worden ingesteld.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.

Toelichting

Bij besluit van 24 november 1997 (Stb. 1997, 635) is het Besluit slotallocatie tot stand gekomen. Dit besluit strekt tot uitvoering van de verordening nr. 95/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van ‘slots’ op communautaire luchthavens (PbEG L 014).

Met slotcoördinatie wordt bedoeld dat start- en landingstijden van luchtvaartmaatschappijen (slots) op een bepaald luchtvaartterrein door een daartoe aangewezen rechtspersoon, de coördinator, worden verdeeld conform een in internationaal verband bepaalde systematiek. Het onderhavige besluit bewerkstelligt dat het luchtvaartterrein Rotterdam wordt aangewezen tot volledig gecoördineerd luchtvaartterrein. Als gevolg daarvan zal op Rotterdam Airport slotcoördinatie plaatsvinden.

Aanleiding voor het onderhavig besluit is het verzoek daartoe van Rotterdam Airport B.V. van 9 maart 2004. Uit het bij de aanvraag gevoegde rapport Capaciteitsanalyse Rotterdam Airport blijkt dat, gelet op de huidige vlootmix, jaarlijks 24.000 vliegtuigbewegingen binnen de grenzen van de voor het luchtvaartterrein Rotterdam vastgestelde Ke-geluidszone kunnen plaatsvinden. Voorts blijkt dat het door gebruikers van het luchtvaartterrein voor de komende jaren gewenste aantal vliegtuigbewegingen ruim boven de 25.000 zal liggen. Daarnaast blijkt uit de capaciteitsanalyse dat door stijging van de passagiersaantallen (mede een gevolg van de inzet van grotere vliegtuigen) sprake is van piekbelastingen op de terminal. De capaciteitsbeperkingen van de bestaande terminal leiden ertoe dat Rotterdam Airport B.V. niet al het aangeboden verkeer op de door de luchtvaartmaatschappijen gewenste tijdstippen kan accommoderen.

De aanwijzing tot volledig gecoördineerd luchtvaartterrein heeft tot gevolg dat een luchtvaartmaatschappij die gebruik wenst te maken van Rotterdam Airport, niet zonder slot mag landen of starten op de luchthaven. Op die manier wordt Rotterdam Airport B.V. in staat gesteld de geschetste capaciteitsproblemen te beheersen.

Luchtvaartmaatschappijen die met regelmaat het luchtverkeer op Rotterdam Airport verzorgen en Luchtverkeersleiding Nederland zijn door Rotterdam Airport B.V. schriftelijk op de hoogte en desgevraagd aanvullend telefonisch geïnformeerd over het verzoek om slotcoördinatie. Bij gebruikers was aan een aparte consultatiebijeenkomst over het verzoek tot slotcoördinatie geen behoefte.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen