Wijziging Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap
Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 25 maart 2004, nr. 5276912/04/6, tot wijziging van de regeling van 13 maart 2003, nr. 5213867/03/6, Stcrt. 54, blz. 10, ter uitvoering van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap, het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 en het Besluit bewijs omtrent toelating
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
Gelet op artikel 6, eerste lid van het Besluit bericht omtrent toelating;
Besluit:
Artikel I
Artikel 14, eerste lid, komt te luiden:
1. Tot het afgeven van berichten omtrent toelating is in Nederland bevoegd het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 13 april 2004.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 25 maart 2004.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M.C.F. Verdonk.
Toelichting
Algemeen
Deze ministeriële regeling wijzigt artikel 14 van de regeling van 13 maart 2003, Stcrt. 54, blz. 10, wegens het besluit van de regering de zogenoemde reguliere toelatingstaken van de korpschef over te hevelen naar enerzijds de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en anderzijds de gemeenten. Als gevolg van dit besluit zullen ook het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000, worden gewijzigd. Na deze overheveling van taken kan de korpschef de hem in de bovengenoemde regeling opgedragen taak om door middel van het afgeven van een bericht omtrent toelating informatie te verstrekken over de duur van legaal verblijf van een vreemdeling in Nederland, niet meer naar behoren vervullen nu hij niet meer, althans niet meer bij uitstek, beschikt over de verblijfsrechtelijke informatie die voor het afgeven van zulk bericht noodzakelijk is.
In het kader van de Vreemdelingenwet 2000 had de korpschef tot nu toe tot taak aanvragen om reguliere verblijfsvergunningen in ontvangst te nemen, leges te heffen en documenten uit te reiken. Daarnaast besliste hij in bepaalde gevallen in mandaat op de aanvraag. Deze taken waren in de praktijk bij de vreemdelingendiensten belegd.
Al deze taken worden overgeheveld naar de gemeenten en de IND. De gemeenten zullen als ‘frontoffice’ fungeren waar reguliere aanvragen om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd kunnen worden ingediend, leges worden geheven en waar documenten worden uitgereikt. De IND beslist voorts voortaan exclusief op alle reguliere aanvragen. Voor de achtergronden van deze herschikking van taken zij verwezen naar de nota van toelichting bij de wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000. Het ligt dan ook voor de hand dat het hoofd van de IND voortaan bevoegd zal zijn tot het afgeven van het bericht omtrent toelating. Waar nodig zal overigens (historische) informatie door de vreemdelingendiensten aan de IND worden overgedragen en toegankelijk worden gemaakt. Het blijft overigens de bedoeling dat een bericht omtrent toelating alleen dan wordt gevraagd indien de burgemeester of enig andere in artikel 2 van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap genoemde autoriteit niet of in onvoldoende mate over de benodigde gegevens beschikt.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
M.C.F. Verdonk