Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie | Staatscourant 2004, 66 pagina 12 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie | Staatscourant 2004, 66 pagina 12 | Besluiten van algemene strekking |
Regeling van 25 maart 2004 van de Minister van Justitie, kenmerk 5277388/504/CBK, inhoudende de aanwijzing van hulpofficieren van justitie
De Minister van Justitie,
Handelend, voorzover de Koninklijke marechaussee betreft, in overeenstemming met de Minister van Defensie;
Gelet op artikel 154 van het Wetboek van Strafvordering;
Besluit:
De ambtenaar van politie is hulpofficier van Justitie indien hij:
a. benoemd is in schaal 9 of hoger,
b. in het bezit is van een geldig certificaat ‘hulpofficier van justitie’ en
c. beschikt over ten minste drie jaar aaneengesloten ervaring in een executieve functie binnen de politie-organisatie.
Als hulpofficier van justitie kunnen ook optreden ambtenaren van politie die zijn toegelaten tot de tweede fase van de opleiding hulpofficier van justitie en die het eerste deel van de proeve van bekwaamheid met goed gevolg hebben afgelegd, gedurende de tweede opleidingsfase, voor de duur van maximaal zes maanden en onder verantwoordelijkheid van een gecertificeerd hulpofficier van justitie.
1. Het certificaat ‘hulpofficier van justitie’ wordt door of vanwege het Landelijke Selectie- en Opleidingsinstituut Politie afgegeven.
2. Het in het eerste lid bedoelde certificaat heeft een geldigheidsduur van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van afgifte van dat certificaat.
1. Het College van procureurs-generaal kan, ten aanzien van de ambtenaar van politie die de opleiding aan de Nederlandse Politieacademie heeft voltooid, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 1, onder c.
2. Het College van procureurs-generaal kan, in geval van dringende noodzaak de ambtenaar van politie die benoemd is in schaal 8, aanwijzen als hulpofficier van justitie.
1. De militair van de Koninklijke marechaussee in de uitvoering van de politietaken, bedoeld in artikel 6 van de Politiewet 1993 en andere wetten, is hulpofficier van justitie
a. indien hij officier van de Koninklijke marechaussee is dan wel de functie heeft van:
1°. brigadecommandant of afdelingscommandant;
2°. adjudant-onderofficier of opperwachtmeester, ingedeeld bij de Centrale Justitiële Dienst van de Koninklijke marechaussee, de justitiële diensten van de districten van de Koninklijke marechaussee of het Bureau Interne Onderzoeken van de Staf van de Koninklijke marechaussee;
b. indien hij onderofficier van de Koninklijke marechaussee is en hij één van de navolgende functies bekleedt en voor zolang hij als zodanig optreedt:
1°. adjudant-onderofficier of opperwachtmeester, die is aangewezen als vervanger van de brigadecommandant of afdelingscommandant;
2°. adjudant-onderofficier of opperwachtmeester, aangewezen als commandant dienstploeg;
3°. adjudant-onderofficier of opperwachtmeester, aangewezen als Hoofd Doorlaatpost of belast met de inbewaringstelling van vreemdelingen.
2. Als hulpofficier van justitie kunnen ook optreden de militairen van de Koninklijke marechaussee die zijn toegelaten tot de tweede fase van de opleiding hulpofficier van justitie en die het eerste deel van de proeve van bekwaamheid met goed gevolg hebben afgelegd, gedurende de tweede opleidingsfase, voor de duur van maximaal zes maanden en onder verantwoordelijkheid van een gecertificeerd hulpofficier van justitie.
1. De hulpofficier van justitie van wie de geldigheid van het certificaat als bedoeld in artikel 1, onder b, komt te vervallen binnen de termijn van drie jaar voordat hij met functioneel leeftijdsontslag gaat, wordt voor de bedoelde termijn van rechtswege ontheffing verleend van het gestelde in artikel 1 onder b.
2. De hulpofficier van justitie die het voornemen heeft kenbaar gemaakt op een bepaalde datum gebruik te maken van de Tijdelijke Ouderen Regeling en van wie de geldigheid van zijn certificaat als bedoeld in artikel 1, onder b, komt te vervallen binnen de termijn van drie jaar vóór die datum, wordt voor laatstbedoelde termijn van rechtswege ontheffing verleend van het gestelde in artikel 1, onder b. Deze ontheffing geldt voor maximaal drie jaren.
Het Besluit hulpofficieren van justitie 1996 wordt ingetrokken1 .
De certificaten als bedoeld in artikel 1, onder b, afgegeven op het in artikel 7 genoemde besluit, behouden hun geldigheid tot drie jaren na de op het certificaat vermelde afgiftedatum.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 september 2003.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling hulpofficieren van justitie 2003.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst.
Per 1 september 2003 is de opleiding basisseminar hulpofficier van justitie in de functiegerichte applicatie hulpofficier van justitie veranderd. Deze wordt ingepast in het samenhangend stelsel van het vernieuwde politieonderwijs. Er wordt overgegaan naar een duaal stelsel. Daarbij worden de huidige instaptoets en de meesterproef vervangen door twee examenopdrachten die samen de proeve van bekwaamheid vormen.
De eerste examenopdracht betreft een theoretische toets die qua zwaarte vergelijkbaar is met de instaptoets en de meesterproef tezamen. De tweede examenopdracht bestaat uit een praktijktoets. Voor deze toets dient de beoogd hulpofficier van justitie een aantal praktijkopdrachten uit te voeren. Deze praktijkopdrachten worden niet in een gesimuleerde omgeving uitgevoerd, doch in de ‘echte’ praktijk.
De werkzaamheden van een hulpofficier van justitie mogen echter slechts door gecertificeerde hulpofficieren van justitie worden uitgevoerd. Om de praktijkopdrachten en de proeve van bekwaamheid te laten uitvoeren is het noodzakelijk dat de kandidaat hulpofficier van justitie gedurende een periode van zes maanden, nadat hij is geslaagd voor zijn eerste theorie-examen, een tijdelijke bevoegdheid krijgt om als hulpofficier van justitie op te treden. De kandidaat hulpofficier van justitie voert zijn werkzaamheden uit onder verantwoordelijkheid van een gecertificeerd hulpofficier van justitie.
In de artikelen 2 en 5 wordt voorzien in een regeling die erin voorziet dat de kandidaat hulpofficier van justitie in de gelegenheid wordt gesteld om binnen zes maanden na het behalen van het theorie-examen, te voldoen aan de eisen van het praktijkexamen. Voorwaarde is, dat de kandidaat hulpofficier van justitie wordt begeleid door een gecertificeerd hulpofficier van justitie, die de verantwoording draagt voor het optreden van de kandidaat hulpofficier van justitie.
Voorts zijn een aantal artikelen vervallen. Het betrof overgangsregelingen met betrekking tot de geldigheidsduur van certificaten. Van deze overgangsregelingen is inmiddels de termijn verstreken.
In artikel 8 wordt geregeld dat de certificaten, die op grond van het Besluit hulpofficier van justitie 1996 zijn afgegeven, hun geldigheid van drie jaren behouden.
De terugwerkende kracht die in artikel 9 is opgenomen, is noodzakelijk om de personen die reeds zijn aangevangen met het onderwijs onder het nieuwe stelsel vanaf 1 september 2003, onder de werking van deze regeling te brengen.
De Minister van Justitie,
J.P.H. Donner
Stcrt. 1996, 229; laatstelijk gewijzigd bij regelingen van 12 maart 1998, Stcrt. 78, 19 augustus 1999, Stcrt. 174 en 7 juni 2000, Stcrt. 120.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2004-66-p12-SC64373.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.