Wijziging bedragen genoemd in Wet inkomensvoorziening kunstenaars per 1 april 2004

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 24 maart 2004, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/URP/2004/18607, tot wijziging van bedragen genoemd in de Wet inkomensvoorziening kunstenaars per 1 april 2004

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 12 van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars;

Besluit:

Artikel I

De bedragen, genoemd in de artikelen 4, 9 en 10 van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4 wordt ‘€ 809,58’ vervangen door: € 809,35; ‘€ 1.040,89’ vervangen door: € 1.040,59 en ‘€ 1.156,54’ vervangen door: € 1.156,21.

B

In artikel 9, eerste lid, wordt ‘€ 566,71’ vervangen door: € 566,55.

C

In artikel 10 wordt ‘€ 1.011,98’ vervangen door: € 1.011,69; ‘€ 1.301,11’ vervangen door: € 1.300,74 en ‘€ 1.445,68’ vervangen door: € 1.445,26.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 maart 2004.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte.

Toelichting

De bedragen genoemd in de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (WIK) dienen te worden herzien voor zover de ontwikkeling van het netto minimumloon en de netto vakantieaanspraak op minimumvakantiebijslag daartoe aanleiding geeft. Met ingang van 1 april 2004 gelden nieuwe loonbelastingtabellen. In verband daarmee wijzigt het nettominimumloon. Als gevolg daarvan dient toepassing te worden gegeven aan de in de WIK genoemde indexeringsbepalingen. Deze regeling strekt daartoe.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Naar boven