Wijziging Vergoedingenregeling Commissie van advies volkenrechtelijke vraagstukken en Staatscommissie internationaal privaatrecht (verhoging vacatiegelden)

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 maart 2004, nr. DJZ/BR/0038-04, tot wijziging van de regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 mei 2002 (nr. DJZ/IR-173/02) houdende vaststelling van de vergoedingen van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken en de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht (verhoging vacatiegelden)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 3 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges;

Besluit:

Artikel I

De regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 mei 2002 (nr. DJZ/IR-173/02) houdende vaststelling van de vergoedingen van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken en de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘€ 204,20’ vervangen door: € 255.

B

In artikel 2 wordt ‘de Commissie, bedoeld in artikel 1 van deze regeling’ vervangen door ‘de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken’ en wordt ‘€ 136,13’ vervangen door: € 165.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, B.R. Bot.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 mei 2002 (nr. DJZ/IR-173/02) houdende vaststelling van de vergoedingen van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken en de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht. Aanleiding is de verhoging van de in artikel 3 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges neergelegde maximumvergoedingen voor de leden van adviescolleges (Stb. 2003, 167).

Met het oog op de uniformiteit zijn de vergoedingen voor de voorzitter en de leden van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken en voor de leden van de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht met ingang van 1 januari 2002 grotendeels gelijkgetrokken met die van de Adviesraad internationale vraagstukken (Stcrt. 2002, 101 en Stcrt. 2003, 78). Gezien het tijdverloop, de verhoging van vergelijkbare vergoedingen bij de rechterlijke macht en de recente verhoging van de maximumvergoedingen voor de leden van adviescolleges, is er aanleiding tot verhoging van de vacatiegelden. De voorgestelde vergoedingen blijven binnen de maximumbedragen van het Vergoedingenbesluit Adviescolleges. De maximale vergoeding per vergadering bedraagt voor een voorzitter € 310 en voor een ander lid € 235.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B.R. Bot

  • 1

    Stcrt. 2002, 101; gewijzigd bij ministeriële regeling van 22 april 2003 (Stcrt. 78).

Naar boven