De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 5, zesde en zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 5, zesde en zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,artikel 7, vierde en vijfde lid, van het Inkomensbesluit IOAW en artikel 5, derde lid, van de Regeling vermogenswaardering IOAZ;
Besluit:
Artikel I
De bedragen genoemd in artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers worden als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onder a, wordt ‘€ 578,27’ vervangen door: € 578,11.
2. In het vierde lid wordt ‘€ 1.040,89’ vervangen door: € 1.040,59; ‘€ 809,58’ vervangen door: € 809,35; ‘€ 663,70’ vervangen door: € 663,58 en ‘€ 583,51’ vervangen door: € 583,39.
3. In het vijfde lid wordt ‘€ 1.010,72’ vervangen door: € 1.010,43 ‘€ 757,42’ vervangen door: € 757,20; ‘€ 561,51’ vervangen door: € 561,35 en ‘€ 308,21’ vervangen door: € 308,12.
Artikel II
De bedragen genoemd in artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen worden als volgt gewijzigd:
In artikel 5, vijfde lid, wordt ‘€ 578,27’ vervangen door: € 578,11; ‘€ 1.040,89’ vervangen door: € 1.040,59 en ‘€ 809,58’ vervangen door: € 809,35.
Artikel III
In artikel 3, tweede lid, van het Inkomensbesluit IOAW wordt ‘€ 263,42’ vervangen door: € 263,40.
Artikel IV
In artikel 5, eerste lid, van de Regeling vermogenswaardering IOAZ wordt ‘€ 101.932,00’ vervangen door: € 101.902,00.
Artikel V
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2004.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn de netto bedragen opgenomen waaraan de op grond van artikel 5 van de IOAW en IOAZ vast te stellen grondslagen netto gelijk dienen te zijn. De genoemde bedragen dienen te worden aangepast met ingang van de dag waarop het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon wijzigen. Aangezien per 1 april 2004 het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon veranderen als gevolg van nieuwe loonbelastingtabellen per die datum dienen de in de IOAW en de IOAZ genoemde netto bedragen eveneens te worden aangepast. Deze regeling strekt daartoe.
Ook bedragen genoemd in het Inkomensbesluit IOAW en de Regeling vermogenswaardering IOAZ worden gewijzigd aan de hand van de wijziging van het netto minimumloon.