Wijziging Vergoedingenregeling leden Adviesraad internationale vraagstukken (verhoging vacatiegelden)

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 maart 2004, nr. DJZ/BR/0027-04, tot wijziging van de Vergoedingenregeling leden Adviesraad internationale vraagstukken (verhoging vacatiegelden)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 3 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges;

Besluit:

Artikel I

De Vergoedingenregeling leden Adviesraad internationale vraagstukken1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3 wordt ‘€ 190,59’ vervangen door: € 235.

B

In artikel 4 wordt ‘€ 136,13’ vervangen door: € 165.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, B.R. Bot.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Vergoedingenregeling leden Adviesraad internationale vraagstukken. Aanleiding is de verhoging van de in artikel 3 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges neergelegde maximumvergoedingen voor de leden van adviescolleges (Stb. 2003, 167).

Er heeft sinds het begin van het functioneren van de permanente commissies van de Adviesraad internationale vraagstukken (AIV) in 1997 geen verhoging plaatsgevonden van de vacatiegelden voor de voorzitters van de werkgroepen en leden van de commissies van de AIV. Gezien het tijdverloop, de verhoging van vergelijkbare vergoedingen bij de rechterlijke macht en de recente verhoging van de maximumvergoedingen voor de leden van adviescolleges, is daar aanleiding toe. De voorgestelde vergoedingen blijven binnen de maximumbedragen van het Vergoedingenbesluit Adviescolleges. De maximale vergoeding per vergadering bedraagt voor een voorzitter € 310 en voor een ander lid € 235.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B.R. Bot

  • 1

    Stcrt. 2001, 41; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 3 oktober 2003 (Stcrt. 199).

Naar boven