Wijziging Erkenningsregeling penitentiair programma

Regeling van de Minister van Justitie van 1 maart 2004, nr. 5260743/03/DJI, houdende wijziging van de Erkenningsregeling penitentiair programma

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 4, derde en vijfde lid, van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 5, vierde lid van de Penitentiaire maatregel;

Besluit:

Artikel I

De Erkenningsregeling penitentiair programma wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6 vervalt het vierde tot en met het negende lid, onder vernummering van het tiende lid tot het vierde lid.

B

Artikel 8 vervalt.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag dat het is ondertekend en werkt terug tot 1 januari 2004.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Toelichting

Algemeen

De Erkenningsregeling penitentiair programma wordt op enkele punten gewijzigd en sluit daarmee aan op wijziging van de Penitentiaire beginselenwet (verder: Pbw) in verband met het penitentiair programma en het elektronisch toezicht (wet van 3 april 2003, Stb. 142) en de wijziging van de Penitentiaire maatregel (verder: Pm) in verband met het penitentiair programma en het elektronisch toezicht (besluit van 17 juli 2003, Stb. 113). De wijziging van de Erkenningsregeling is reeds aangekondigd in de nota van toelichting bij deze wijziging van de Pm.

In artikel 6 vervallen het vierde tot en met het negende lid omdat regels over elektronisch toezicht na bovenvermelde wijziging van de Pm zijn opgenomen in de Pm. Voor de redenen die hieraan ten grondslag liggen wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel van de Pbw (Kamerstukken II, 2001/02, 28 420, nr. 3).

Artikel 8 vervalt omdat het bij nader inzien niet nodig is het beleidsoverleg Penitentiaire Programma’s (verder: PP’s) in deze regeling te regelen. In de praktijk blijft het beleidsoverleg PP’s bestaan. De klankbordgroep – zoals in artikel 8 lid werd bedoeld – heeft in de beginperiode van de PP’s een nuttige functie vervuld, maar is nu niet meer nodig.

Naar verwachting zal de Erkenningsregeling na verloop van tijd nogmaals worden gewijzigd. Belangrijkste redenen hiervoor zijn de verwachte resultaten van het Programma ‘Terugdringen Recidive’. Onderdelen van dit programma hebben betrekking op de inhoud en de uitvoering van PP’s. Alsdan wordt tevens bezien of de regeling nog verder vereenvoudigd kan worden.

De Minister van Justitie,

J.P.H. Donner

Naar boven