Besluit vaststelling beleidsvoornemen subsidiëring op grond van Subsidieregeling Ministerie BUZ (programma Onderzoek)

Besluit van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 18 maart 2004, nr. DCO/OC-098/04 tot vaststelling van een beleidsvoornemen voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken (programma Onderzoek)

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op de artikelen 1.1.6, 2.4.7 en 2.4.8 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Besluit:

Artikel 1

Gedurende de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2004 geldt voor subsidieverlening voor onderzoek op grond van de artikelen 2.4.7 en 2.4.8. van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken dat uitsluitend voorstellen voor onderzoek die bijdragen aan het realiseren van de prioritaire thema’s: ‘HIV/aids’ en ‘Milieu en Water’, in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Daarbij geldt voor elk thema een subsidieplafond van 1 miljoen Euro.

Artikel 2

Bij de beoordeling van de in het eerste lid bedoelde aanvragen worden de volgende criteria gehanteerd. Het onderzoek dient:

1. maatschappelijk relevant te zijn;

2. gericht te zijn op armoedevermindering en duurzame ontwikkeling, waarbij het genderperspectief integraal wordt toegepast;

3. vraaggericht te zijn hetgeen betekent dat de onderzoekprioriteiten en de invulling van het onderzoek zoveel mogelijk vastgesteld dienen te worden door de (eind)gebruikers van de resultaten van het onderzoek;

4. toepassingsgericht te zijn

5. niet beperkt te zijn tot 1 land, doch gericht op activiteiten die een regionaal of wereldwijd karakter hebben en relevant zijn voor de partnerlanden vermeld in de nota ‘Aan Elkaar Verplicht’ waarmee structureel wordt samengewerkt1 .

Artikel 3

Organisaties die in aanmerking wensen te komen voor subsidieverlening dienen aantoonbaar ruime ervaring te hebben met het beheer en (doen) uitvoeren van vraaggeoriënteerd onderzoek en onderzoekcapaciteit bevorderende activiteiten.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
namens deze:de plv. Directeur-Generaal Internationale Samenwerking,
R.G. de Vos.

  • 1

    Het gaat om de partnerlanden vermeld in de nota ‘Aan Elkaar Verplicht’: Afghanistan, Albanië, Armenië, Bangladesh, Benin, Bolivia, Bosnië Herzegovina, Burkina Faso, Colombia, Egypte, Eritrea, Ethiopië, Georgië, Ghana, Guatemala, Indonesië, Jemen, Kaap Verdië, Kenia, Macedonië, Mali, Moldavië, Mongolië, Mozambique, Nicaragua, Pakistan, Palestijnse autoriteit, Rwanda, Senegal, Sri Lanka, Suriname, Tanzania, Uganda, Vietnam, Zambia, Zuid-Afrika.

Naar boven