18 maart 2004
nr. DGB2004/1514M
Directoraat-generaal Belastingdienst Team particulieren en formeel recht
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris
van Financiën het volgende besloten.
De Leidraad Invordering 1990, resolutie van 25 juni 1990, nr. AFZ 90/1990,
laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 februari 2004, nr. DGB 2004/528M,
Stcrt.26, wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijgevoegde bijlage.
Bijlage
Artikel I
A. In hoofdstuk IV, afdeling 3, artikel 26, § 2, achttiende volzin,
eerste gedachtestreepje, wordt `€ 1.090' vervangen door: € 1.098.
B. Bijlage 1a wordt vervangen door een nieuwe bijlage 1a, die als bijlage
A bij dit besluit is gevoegd.
Artikel II
Dit besluit wordt verwerkt in de Leidraad Invordering 1990, zoals opgenomen
in het Boekwerk Invordering 1990, onder nummer 6.00.00.
Artikel III
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2004, met dien verstande
dat artikel I, onderdeel A, en de in bijlage 1a opgenomen beslagvrije voet
voor gehuwden, waarvan beide echtgenoten 65 jaar of ouder zijn, terug werkt
tot en met 1 januari 2004.
Toelichting
Het onderhavige besluit tot wijziging van de beslagvrije voet houdt verband
met de verlaging van de algemene heffingskorting per 1 april 2004. Voorts
merk ik op dat bij de vaststelling per 1 januari 2004 door het ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de bijstandsnorm voor personen, waarvan
beide partners 65 jaar of ouder zijn, ten onrechte als het van toepassing
zijnde bedrag is bekendgemaakt € 1.210,30. Dit had moeten zijn €
1.219,98. Als gevolg van deze omissie is de kwijtscheldingsnorm en de beslagvrije
voet voor die categorie aangepast.
Bijlage A
Bijlage 1a: Beslagvrije voet per 1 april 2004
Gehuwden
partner 1: > 21 jr. en < 65 jr. | partner 1: < 21 jr. | partner 1: > 21 jr. en < 65 jr. |
partner 2: > 21 jr. en < 65 jr. | partner 2: < 21 jr. | partner 2: < 21 jr. |
beslagvrije voet: € 1.040,59 | beslagvrije voet: € 359,59 | beslagvrije voet: € 700,09 |
partner 1: < 21 jr. | partner 1: > 21 jr. en < 65 jr. |
partner 2: < 21 jr. | partner 2: < 21 jr. |
+ ten laste komend(e) kind(eren) | + ten laste komend(e) kind(eren) |
beslagvrije voet: € 567,70 | beslagvrije voet: € 908,21 |
| |
partner 1: > 65 jr. | partner 1: > 65 jr. |
partner 2: > 65 jr. | partner 2: < 65 jr. |
beslagvrije voet: € 1.097,84 | beslagvrije voet: € 1.097,84 |
Alleenstaande ouder
> 21 jr. en < 65 jr. | < 21 jr. |
beslagvrije voet: 90% van het feitelijke inkomen (+ vakantie-aanspraak) met een minimum
van € 728,42 en een maximum van € 936,53 | beslagvrije voet: € 387,91 1) |
| |
> 65 jr. | |
beslagvrije voet: € 983,55 | |
1) Let op: de Belastingdienst hanteert voor personen met een
ander inkomen dan een bijstandsuitkering in afwijking hiervan: 90% van het
feitelijke inkomen (+ vakantie-aanspraak) met een minimum van € 728,42
en een maximum van € 936,53.
Alleenstaande
> 21 jr. en < 65 jr. | < 21 jr. |
beslagvrije voet: 90% van het feitelijke inkomen (+ vakantie-aanspraak)
met een minimum van € 520,30 maximum van € 728,42 | beslagvrije voet: € 179,79 1) |
| |
> 65 jr. | |
beslagvrije voet: € 778,37 | |
1) Let op: de Belastingdienst hanteert voor personen met een
ander inkomen dan een bijstandsuitkering in afwijking hiervan: 90% van het
feitelijke inkomen (+ vakantie-aanspraak) met een minimum van € 520,30
en een maximum van € 728,42
Bij een verblijf in een inrichting in de zin van artikel 1 van de Wwb
bedraagt de beslagvrije voet per maand de eventuele eigen bijdrage voor verzorging
dan wel verpleging vermeerderd met:
- voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder: € 167,89
- voor gehuwden: € 261,16.
Indien één van de gehuwden in een inrichting verblijft,
bedraagt de beslagvrije voet de som van 90% van de bijstandsnorm die voor
ieder van hen als alleenstaande of alleenstaande ouder zouden gelden.
≥ = 21/65 jaar of ouder
< = jonger dan 21/65 jaar