Besluit aanwijzing inrichtingen

Aanwijzing van inrichtingen als bedoeld in artikel 261, vierde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

27 februari 2004

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 261, vierde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

Besluit:

Artikel 1

Als inrichting in de zin van artikel 261, vierde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek worden aangemerkt:

a. Rijksinrichting voor Jeugdigen ‘De Hunnerberg’ te Nijmegen;

b. Rijksinrichting voor Jongens ‘Den Engh’ te Den Dolder;

c. Rijksinrichting voor Jongeren ‘De Doggershoek’ te Den Helder;

d. Rijksinrichting voor Jongens ‘’t Nieuwe Lloyd’ te Amsterdam;

e. Justitiële Jeugdinrichting ‘Den Hey-Acker’ te Breda en locatie ‘De Leij’ te Vught;

f. Justitiële Jeugdinrichting ‘De Heuvelrug’ te Overberg, locatie ‘De Lindenhorst’ te Zeist, locatie ‘Eikenstein’ te Zeist en locatie ‘Overberg’ te Overberg;

g. Rijksinrichting voor Jongeren ‘De Hartelborgt’ te Spijkenisse en locatie ‘Kralingen’ te Rotterdam;

h. Justitiële Jeugdinrichting ‘Het Poortje’ te Groningen, locatie ‘Waterpoort’ te Groningen en locatie ‘De Veenpoort’ te Veenhuizen;

i. Jongeren Opvangcentrum te Amsterdam;

j. Opvang- en Behandelcentrum ‘Het Keerpunt’ te Cadier en Keer;

k. Stichting Frentrop Jongerenhuis ‘Harreveld’ te Harreveld en de locatie ‘Alexandra’ te Almelo;

l. Stichting Orthopedagogisch Centrum ‘Ottho Gerhard Heldring’ te Zetten;

m. Forensisch Centrum ‘Teylingereind’ te Sassenheim;

n. Stichting Justitieel Pedagogisch Centrum ‘De Sprengen’ te Zutphen;

o. Stichting ‘Rentray’ te Eefde, locatie te Rekken en per 12 januari 2004 de locatie te Lelystad.

Artikel 2

Het Besluit houdende aanwijzing van inrichtingen als bedoeld in artikel 261, vierde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van 21 december 2001 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 december 2003 en wordt in de Staatscourant bekend gemaakt.

Den Haag, 27 februari 2004.
De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Naar boven