Instellingsbesluit Stuurgroep doorlichting specifieke uitkeringen
27 februari 2004
GSIB/IR2004/53190
DGKB/GSIB/IB
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties en de
Minister van Financiën,
Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Besluiten:
Artikel 1
Er is een Stuurgroep doorlichting specifieke uitkeringen (Stuurgroep DSU),
verder te noemen: de stuurgroep.
Artikel 2
De stuurgroep heeft tot taak het opleveren van een beoordelingskader voor
de doorlichting van specifieke uitkeringen en het doen van voorstellen tot
overheveling naar het Gemeente- of Provinciefonds, bundeling of vereenvoudiging
van de specifieke uitkeringen, beide ter voorbereiding op besluitvorming in
de ministerraad.
Artikel 3
De stuurgroep brengt de in artikel 2 bedoelde voorstellen en adviezen
uit aan de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties en
de Minister van Financiën, die deze zullen voorleggen aan de ministerraad.
Artikel 4
1. De stuurgroep bestaat uit:
a. de voorzitter, de heer L.C. Brinkman;
en de volgende leden:
b. de heer L.A.M. van Halder;
c. de heer A.H.M. de Jong;
d. de heer A.N. van der Zande;
e. de heer J.A. van den Bos;
f. de heer J. van Lidth de Jeude;
g. de heer D.M.F. Jongen;
h. de heer H.A. Timmerman;
i. mevrouw L.M. Huizer;
j. de heer B.J.M. Peters;
k. de heer H.J. Schartman.
2. De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties en
de Minister van Financiën benoemen en ontslaan de voorzitter.
3. Het secretariaat van de stuurgroep wordt gevormd door een ambtenaar
van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en een ambtenaar
van het Ministerie van Financiën.
4. Het secretariaat wordt bij de uitoefening van zijn taak rechtstreeks
aangestuurd door de voorzitter van de stuurgroep.
5. De stuurgroep kan, met inachtneming van de bepalingen van dit besluit,
zijn werkwijze en die van het secretariaat regelen.
6. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de stuurgroep
geschiedt met inachtneming van de beheersregels, op grond van de Archiefwet
(Stb. 1995, 276) en het Archiefbesluit (Stb. 1995, 671). De bescheiden worden
na het beëindigen van de werkzaamheden overgedragen aan het archief van
het Ministerie van Financiën.
Artikel 5
De stuurgroep zal uiterlijk medio 2004 verslag doen van haar werkzaamheden.
In overeenstemming met de in artikel 3 genoemde bewindspersonen kan deze termijn
eenmalig worden verlengd.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Artikel 7
Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Stuurgroep doorlichting
specifieke uitkeringen.
Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Mede namens de Minister van Financiën,
de Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,Th. C. de Graaf.
Toelichting
Algemeen
Op 14 november 2003 heeft de ministerraad ingestemd met het Plan van Aanpak
doorlichting specifieke uitkeringen. De doorlichting maakt deel uit van het
actieprogramma `Andere Overheid' en heeft als doelstelling: `Het vergroten
van de beleidsvrijheid en het verminderen van bureaucratie door middel van
het verhelderen en vereenvoudigen van de bestuurlijke en daaruit voortvloeiende
financiële verantwoordelijkheidsverdeling tussen rijk, provincies en
gemeenten'.
De politieke verantwoordelijkheid voor de doorlichting wordt gedragen
door de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties vanuit
zijn verantwoordelijkheid voor het actieprogramma `Andere Overheid' en de
Minister van Financiën vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de financiële
verhoudingen. De sturing van de doorlichting komt in handen van een stuurgroep
onder leiding van een externe voorzitter. De stuurgroep rapporteert aan de
voor de doorlichting verantwoordelijke bewindspersonen.
Artikelsgewijs
Artikel 2
De stuurgroep onder leiding van de externe voorzitter ontwikkelt als eerste
stap een beoordelingskader waaraan het bestaansrecht van de specifieke uitkering
wordt getoetst. De Minister voor BVK en de Minister van Financiën leggen
in een eerste tussenrapportage het beoordelingskader aan de ministerraad voor,
inclusief een eerste conceptlijst, waarin het kader is toegepast op de bestaande
specifieke uitkeringen. Hiermee wordt het kader minder abstract gemaakt.
Het beoordelingskader en de conceptlijst vormen het uitgangspunt voor
de definitieve toetsing die met nauwe betrokkenheid van de vakdepartementen
zal plaatsvinden. De stuurgroep onder leiding van de externe voorzitter rapporteert
uiteindelijk aan de Minister voor BVK en de Minister van Financiën over
de uitkomst van deze ronde in de vorm van een overzicht van specifieke uitkeringen
die een bestaansrecht hebben dan wel die beter kunnen worden overgeheveld
naar Gemeentefonds of Provinciefonds, of gebundeld tot brede doeluitkeringen
dan wel geschrapt. Deze herijkinglijst wordt door de Minister voor BVK en
de Minister van Financiën ter goedkeuring aan de ministerraad voorgelegd.
Na vaststelling van de herijkinglijst door de ministerraad vindt de implementatie
van de voorstellen plaats.
Artikel 3
De voorzitter van de stuurgroep rapporteert over de uitkomst van de werkzaamheden
van de stuurgroep aan de beide verantwoordelijke bewindlieden, die deze zullen
voorleggen aan de ministerraad.
Artikel 4
1. Bij de samenstelling van de leden van de stuurgroep is gelet op een
evenwichtige deelname van vertegenwoordigers van de Rijksoverheid en vertegenwoordigers
van de decentrale overheden, onder leiding van een externe voorzitter.
De leden:
b. directeur-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur;
c. directeur-generaal der Rijksbegroting;
d. directeur-generaal Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
e. directeur-generaal Arbeidsmarktbeleid en Bijstand;
f. burgemeester van Deventer;
g. gemeentesecretaris Den Haag;
h. secretaris van de provincie Overijssel;
i. gedeputeerde provincie Zuid-Holland;
j. directeur Financiën Publiekrechtelijke Lichamen;
k. directeur Grote Stedenbeleid en Interbestuurlijke Betrekkingen.
Mede namens de Minister van Financiën,
de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
Th. C. de Graaf.