Vaststelling tarieven Regeling bekostiging Wet toezicht trustkantoren

Regeling van de Minister van Financiën van 26 februari 2004, FM 2004-00277, tot vaststelling voor 2004 van de tarieven, bedoeld in artikel 6 van de Regeling bekostiging Wet toezicht trustkantoren

De Minister van Financiën,

Gelet op de artikelen 6 en 14 van de Regeling bekostiging Wet toezicht trustkantoren;

Besluit:

Artikel 1

1. Het tarief, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling bekostiging Wet toezicht trustkantoren wordt vastgesteld op:

a. € 3.000, voor aanvragers, niet van een groep deel uitmakend dan wel deel uitmakend van een groep welke uit minder dan drie rechtspersonen, vennootschappen of natuurlijke personen bestaat;

b. € 4.000, voor aanvragers, deel uitmakend van een groep die uit meer dan twee en minder dan zes rechtspersonen, vennootschappen of natuurlijke personen bestaat;

c. € 5.000, voor aanvragers, deel uitmakend van een groep die uit meer dan vijf en minder dan negen rechtspersonen, vennootschappen of natuurlijke personen bestaat;

d. € 6.000, voor aanvragers, deel uitmakend van een groep die uit meer dan acht en minder dan twaalf rechtspersonen, vennootschappen of natuurlijke personen bestaat;

e. € 7.000, voor aanvragers, deel uitmakend van een groep die uit meer dan elf rechtspersonen, vennootschappen of natuurlijke personen bestaat.

2. Het tarief, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Regeling bekostiging Wet toezicht trustkantoren wordt vastgesteld op € 1.500.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

Op 1 maart 2004 treedt de Regeling bekostiging Wet toezicht trustkantoren in werking. Op grond van artikel 6 van die regeling stelt de minister jaarlijks, op voorstel van de toezichthouder, tarieven vast voor bedragen die verschuldigd zijn voor de behandeling door de toezichthouder van aanvragen voor vergunningen of ontheffingen. In artikel 14 van die regeling is bepaald dat in 2004 deze vaststelling vóór 15 maart dient te geschieden.

De behandeling van vergunningaanvragen voor reeds werkzame trustkantoren dient op grond van artikel 50 van de Wet toezicht trustkantoren plaats te vinden binnen een jaar na de ontvangst van (volledige) vergunningaanvragen. Deze behandeling leidt naar verwachting tot extra lasten voor de toezichthouder, in vergelijking met de verwachte jaarlijkse lasten vanaf 2005. Het wordt onevenredig geacht om deze eenmalige toezichtkosten volledig in rekening te brengen aan de trustkantoren die in het desbetreffende eerste jaar onder toezicht staan. Daarom zullen deze extra toezichtkosten in tien jaar geleidelijk worden doorberekend aan trustkantoren. Bij de evaluatie van de door de overheid te dragen kosten in 2006 zullen de op dat moment nog door te berekenen kosten worden betrokken.

De vastgestelde tarieven voor de behandeling van vergunningaanvragen nemen toe met het aantal rechtspersonen, vennootschappen en natuurlijke personen dat in een groep van trustkantoren is verbonden. Dit vloeit voort uit de verwachte degressief toenemende tijdsbesteding voor de behandeling van vergunningaanvragen naar gelang het aantal onderdelen in een groep groter is. Tevens is bij de bepaling van de tarieven rekening gehouden met de verwachte toenemende complexiteit van de vergunningaanvragen naar gelang het aantal onderdelen in een groep groter is.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven