Instellingsbesluit Commissie Tarieven Divisie Luchtvaart

24 februari 2004

HDJZ/LUV/2004-343

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de commissie: de Commissie Tarieven Divisie Luchtvaart;

b. de inspectie: de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Luchtvaart;

c. de staatssecretaris: de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 2

1. Er is een Commissie Tarieven Divisie Luchtvaart.

2. De commissie heeft tot taak een rapport op te stellen waarin de volgende vragen worden beantwoord en voorts dienaangaande voorstellen te doen:

a. welke taken van de inspectie moeten, gegeven de rijksbrede en departementale kaders die daarbij gelden, worden doorberekend aan de luchtvaartsector, en welke niet;

b. op welke manier kunnen de kosten verbonden aan het verrichten van de taken van de inspectie het best worden doorberekend, rekening houdend met criteria als onder meer transparantie, doelmatigheid en profijtbeginsel. In dat verband formuleert de commissie een voorstel voor de methode van doorberekening – en zo nodig ook enkele alternatieven – en motiveert de keuzes die daarin naar het oordeel van de commissie gemaakt moeten worden.

3. Voor de uitvoering van haar taak maakt de commissie gebruik van ten minste de volgende bronnen:

a. het rapport ‘Maat Houden’ (Kamerstukken II, 1996/1997, 24 036 nr. 22);

b. de kaders zoals die binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat zijn vastgelegd in de Aanschrijving tarieven voor externe dienstverlening en de Beleidslijn Tarieven;

c. het rapport van de IVW-Taskforce Tarieven (2002).

4. Onderdeel van het rapport is een overzicht waaruit blijkt hoe andere landen in de Europese Unie de inspectietaken en doorberekeningsmethoden hebben geregeld.

Artikel 3

1. De commissie bestaat uit 9 leden, onder wie de voorzitter.

2. De voorzitter en de leden handelen zonder last en ruggespraak.

3. De voorzitter en de leden worden door de staatssecretaris benoemd en kunnen door de staatssecretaris worden geschorst en ontslagen.

4. Als voorzitter van de commissie wordt benoemd de heer R.L.O. Linschoten.

5. Als lid van de commissie wordt benoemd:

a. de heer M. Beltman;

b. de heer S. Broos;

c. mevrouw D. Eikelenboom;

d. de heer H. de Groot;

e. de heer Y. de Haan;

f. de heer R. van der Haring;

g. de heer J. Kneepkens;

h. de heer H. Schutte.

Artikel 4

1. De commissie stelt voor 1 april 2004 een tussenrapport op. Voor het eind van de maand april 2004 wordt het tussenrapport aan de staatssecretaris gezonden.

2. De commissie stelt op 1 juli 2004 het rapport, bedoeld in artikel 2, tweede lid, vast. Voor het eind van de maand juli 2004 wordt het rapport aan de staatssecretaris gezonden.

Artikel 5

De commissie kan zich laten bijstaan door externe deskundigen en instanties.

Artikel 6

1. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris. De secretaris is geen lid van de commissie.

2. Als secretaris van de commissie wordt benoemd de heer K. van Dijken van het Instituut Onderzoek Overheidsuitgaven.

3. De Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat draagt zorg voor de adequate ondersteuning van de secretaris.

4. De secretaris is voor zijn werkzaamheden voor de commissie uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de commissie.

5. Na opheffing van de commissie, of zoveel eerder als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, worden de archiefbescheiden van de commissie overgedragen aan het centraal archief van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 7

Een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van de commissie en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijke voorschrift ter zake van de gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9

Dit besluit vervalt op 1 augustus 2004.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.

Toelichting

De door de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Luchtvaart, gehanteerde tarieven voor inspectietaken zijn in 2003 door de luchtvaartsector ter discussie gesteld. In overleg met de luchtvaartsector heb ik besloten een commissie in te stellen, met vertegenwoordigers uit de luchtvaartsector en van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, die onder leiding komt te staan van een onpartijdige externe voorzitter. De commissie wordt opgedragen op korte termijn een rapport uit te brengen waarin voorstellen worden gedaan voor de tariefstructuur bij de Divisie Luchtvaart. De commissie beëindigt haar werkzaamheden uiterlijk op 31 juli 2004.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Naar boven