Instellingsbesluit Stuurgroep modernisering opleidingen en beroepsuitoefening in de gezondheidszorg

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 februari 2004, nr. IBE/BO-2456508, houdende de instelling van de Stuurgroep modernisering opleidingen en beroepsuitoefening in de gezondheidszorg

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS);

b. de stuurgroep: de stuurgroep, genoemd in artikel 2;

c. de veldpartijen: (koepel)organisaties van zorgaanbieders, beroepsgroepen, zorgverzekeraars en opleidingsinstellingen.

Artikel 2

Er is een Stuurgroep modernisering opleidingen en beroepsuitoefening in de gezondheidszorg.

Artikel 3

1. De stuurgroep heeft tot taak de veldpartijen te stimuleren zorgopleidingen en beroepenstructuur te moderniseren tot een samenhangend stelsel met een daarbij passende samenhangende besturingsstructuur.

2. De stuurgroep stelt een plan van aanpak op met betrekking tot de uitwerking en implementatie van het regeringsstandpunt ‘Opleiden en taakherschikken’ en de daaraan ten grondslag liggende adviezen met als doel het binnen vijf jaar realiseren van het in het eerste lid genoemde stelsel.

3. Het in het eerste lid genoemde stelsel zal ten dienste staan van een moderne en doelmatige inrichting van de zorgverlening, zowel in de cure als in de care en de preventie. Het stelsel zal beschikken over één of meer samenhangende organen voor de planning, de bekostiging, de sturing en de controle, met een transparante verdeling van de verantwoordelijkheden van de overheid en de veldpartijen.

Artikel 4

1. De stuurgroep bestaat uit maximaal 15 leden, welke worden benoemd en ontslagen door de minister.

2. Drie leden, onder wie de voorzitter en vice-voorzitter, zijn onafhankelijk en aangewezen door de minister, gehoord de Staatssecretaris van OCW. De overige leden worden benoemd na voordracht van veldpartijen.

3. De minister kan de samenstelling van de stuurgroep wijzigen indien de omstandigheden daartoe aanleiding bieden.

Artikel 5

De stuurgroep stelt zijn eigen werkwijze vast in een reglement en brengt dit ter kennis van de minister.

Artikel 6

1. De minister voegt aan de stuurgroep een secretaris toe en een ondersteunend bureau.

2. De secretaris geeft leiding aan het ondersteunend bureau. Hij is voor zijn werkzaamheden voor de stuurgroep uitsluitend verantwoording schuldig aan de stuurgroep.

Artikel 7

1. De stuurgroep stelt met in achtneming van de in artikel 3, tweede lid, gestelde termijn direct na zijn instelling het plan als bedoeld in artikel 3, tweede lid, op. Het plan wordt ter instemming aan de minister voorgelegd.

2. Op grond van het plan wordt door de stuurgroep jaarlijks uiterlijk per 1 oktober een uitgewerkt jaarplan met bijbehorende begroting voor het navolgend kalenderjaar opgesteld en ter goedkeuring aan de minister voorgelegd. De begroting past in het door de minister vastgestelde financiële kader. De administratieve afhandeling van de bestedingen wordt uitgevoerd door het ministerie van VWS.

3. In afwijking van het tweede lid wordt het jaarplan met begroting voor het jaar 2004 direct na zijn instelling door de stuurgroep opgesteld en ter goedkeuring aan de minister voorgelegd.

4. Jaarlijks wordt uiterlijk per 1 april schriftelijk verslag aan de minister uitgebracht van de voortgang van de werkzaamheden in het voorgaande kalenderjaar.

5. Tenminste één maal per kwartaal vindt overleg plaats tussen de stuurgroep en de daartoe door de minister aangewezen ambtenaar, over de voortgang van de uitvoering van de jaarplannen.

Artikel 8

1. De stuurgroep kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe door de minister aangewezen ambtenaren.

2. De stuurgroep kan zich doen bijstaan door andere personen, deskundigen en instanties voor zover dat voor de vervulling van zijn taak noodzakelijk is.

Artikel 9

1. De kosten van de stuurgroep en het ondersteunend bureau komen voor rekening van de minister.

2. Aan de leden van de stuurgroep worden reis- en verblijfkosten vergoed, voor zover niet uit anderen hoofde een vergoeding voor deze kosten wordt ontvangen. Het Reisbesluit binnenland is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10

1. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de stuurgroep geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

2. De archiefbescheiden van de stuurgroep worden na zijn opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 11

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na die datum.

Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Stuurgroep modernisering opleidingen en beroepsuitoefening in de gezondheidszorg.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

De betrokken partijen bij de opleidingen en de beroepenstructuur in de zorg delen de wens tot vernieuwing. Over de koers van de vernieuwing zijn verschillende rapporten verschenen. Op een aantal van deze rapporten heeft de regering op 31 oktober 2003 een standpunt uitgebracht. Het betreft de volgende rapporten: ‘De arts van straks, een nieuw medisch opleidingscontinuüm’ (KNMG, 2002), ‘Evaluatie van de wet op beroepen in de individuele gezondheidszorg (wet BIG)’ (ZonMW, 2002), ‘Taakherschikking in de gezondheidszorg’ (RVZ, 2003), en de aanbevelingen van de commissie Implementatie opleidingscontinuüm en taakherschikking: ‘De zorg van morgen, flexibiliteit en samenhang’ (2003). Uit deze rapporten blijkt tevens dat de huidige versnipperde verantwoordelijkheid en verdeelde belangen van betrokken partijen een slagvaardige modernisering van de opleidingen- en beroepenstructuur belemmeren. Om die reden is gekozen om een stuurgroep modernisering opleidingen en beroepsuitoefening in de gezondheidszorg in te stellen.

De stuurgroep baseert zijn werkzaamheden op het regeringsstandpunt zoals verwoord in de brief van de minister aan de Tweede Kamer (IBE/BO-2416675, dd. 31 oktober 2003). De stuurgroep is gepositioneerd tussen de overheid en de veldpartijen, en vormt daartussen de verbinding met inachtneming van de eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheid van zowel de veldpartijen als de overheid. De stuurgroep heeft daarbij zelf geen bevoegdheden op het terrein van opleiden en beroepen in de zorg. De stuurgroep stuurt het vernieuwingsproces aan op basis van draagkracht bij betrokkenen, de gemeenschappelijke visie op de vernieuwing, argumenten en overtuigingskracht.

Jaarlijks dient de stuurgroep een uitgewerkt jaarplan met bijbehorende begroting in. In de begroting zijn ook de kosten van de stuurgroep en van het ondersteunend bureau begrepen. Het vacatiegeldenbesluit 1988 is van toepassing op de leden van de stuurgroep, met uitzondering van de voorzitter en de door de minister voorgedragen leden. Het jaarplan en begroting wordt door de minister goedgekeurd.

Naar boven