Wijziging Subsidieregeling scholingsimpuls en benoeming leden adviescommissie

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 17 februari 2004, nr. WJZ 4012096, houdende wijziging van de Subsidieregeling scholingsimpuls, vaststelling van tenderperiodes en subsidieplafonds en benoeming leden adviescommissie scholingsimpuls

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies en de artikelen 5, 6, eerste lid, en 7, eerste lid, van de Subsidieregeling scholingsimpuls;

Besluit:

Artikel I

Artikel 1, onderdeel c, van de Subsidieregeling scholingsimpuls wordt vervangen door:

c. een brancheorganisatie: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die niet bedrijfsmatig werkzaam is en die blijkens zijn statuten als doel heeft de belangen te behartigen van ondernemers die behoren tot eenzelfde bedrijfstak of een samenhangend deel ervan, met uitzondering van:

1°. een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld en tevens meer dan 20% van zijn inkomsten van overheidswege ontvangt,

2°. een bedrijfslichaam als bedoeld in artikel 66 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam als bedoeld in artikel 110 van die wet,

3°. een rechtspersoon die zich richt op ondernemers die volgens de Bedrijfsclassificatie Standaard Bedrijfsindeling 1993 zijn ingedeeld in de volgende categorieën: 01 Landbouw, jacht en dienstverlening ten behoeve van landbouw en jacht; 02 Bosbouw en dienstverlening ten behoeve van bosbouw; 05 Visserij, kweken van vis en schaaldieren en dienstverlening ten behoeve van visserij;.

Artikel II

Als perioden als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Subsidieregeling scholingsimpuls, waarin aanvragen op grond van die regeling moeten zijn ontvangen, worden vastgesteld:

a. de periode van 22 maart 2004 tot en met 23 april 2004;

b. de periode van 23 augustus 2004 tot en met 24 september 2004.

Artikel III

De subsidieplafonds voor het verlenen van subsidies op aanvragen die zijn ontvangen in de perioden, genoemd in artikel II, bedragen:

a. € 3.000.000 voor aanvragen, ontvangen in de periode, bedoeld in artikel II, onderdeel a;

b. € 3.000.000 voor aanvragen, ontvangen in de periode, bedoeld in artikel II, onderdeel b.

Artikel IV

Met ingang van 1 maart 2004 worden voor een periode van twee jaar tot lid van de Adviescommissie scholingsimpuls benoemd:

a. de heer drs. W.A. van Bruggen, te Weert, tevens voorzitter;

b. de heer drs. R.C. Duvekot, te Houten;

c. de heer J.L.D. van Herpt AA, te Drunen;

d. de heer prof.dr. P.G.W. Jansen, te Voorburg.

Artikel V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 februari 2004.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

Artikel I

Aan brancheorganisaties kan krachtens de Subsidieregeling scholingsimpuls een subsidie worden verstrekt. In artikel 1, onderdeel c, van die regeling wordt het begrip brancheorganisatie gedefinieerd. Alle rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld worden daarbij van het begrip uitgezonderd. Het is echter wenselijk, dat die krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersonen, die slechts een klein deel van hun inkomsten van overheidswege ontvangen, wel voor subsidiëring in aanmerking kunnen komen. Immers deze brancheorganisaties zijn, evenals brancheorganisaties die niet krachtens publiekrecht zijn ingesteld, afhankelijk van private gelden, zoals (extra) contributies van hun leden, om projecten uit te kunnen voeren. Vanuit het oogpunt van een doelmatige besteding van overheidsgelden, is het onwenselijk dat krachtens publiekrecht ingestelde brancheorganisaties, die reeds een substantieel deel van hun inkomsten van overheidswege ontvangen, voor subsidie uit hoofde van deze regeling in aanmerking kunnen komen. Het van overheidswege ontvangen van inkomsten moet daarbij in de breedste zin begrepen worden. Dit betreft onder andere alle geldelijke bijdragen van de rijksoverheid en lagere overheidslichamen, alsmede bijdragen van krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersonen. Een krachtens publiekrecht ingestelde brancheorganisatie kan derhalve niet uit hoofde van deze regeling in aanmerking komen voor subsidie, tenzij de inkomsten van de brancheorganisatie voor 80% of meer afkomstig zijn van private bronnen, zoals contributie van de ondernemingen die lid zijn van de brancheorganisatie. Een krachtens publiekrecht ingestelde brancheorganisatie die een aanvraag doet krachtens deze regeling, zal door middel van een jaarrekening, exploitatierekening of anderszins moeten kunnen aantonen dat haar inkomsten niet voor meer dan 20% van overheidswege afkomstig zijn.

Bedrijfslichamen en rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen als bedoeld in de artikelen 66 onderscheidenlijk 110 van de Wet op de bedrijfsorganisatie komen niet voor subsidiëring in aanmerking, omdat ter financiering van hun projecten bij verordening heffingen kunnen worden opgelegd.

Ter wille van de leesbaarheid is het onderdeel opnieuw uitgeschreven.

Artikelen II en III

Voor het jaar 2004 worden twee tenderperiodes vastgesteld, elk met een subsidieplafond van € 3 miljoen. Deze subsidieplafonds worden verdeeld op de wijze als bepaald in artikel 11, tweede en derde lid, van de regeling.

Artikel IV

Tevens wordt de samenstelling van de Adviescommissie scholingsimpuls geregeld voor de periode van 1 maart 2004 tot 1 maart 2006.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Naar boven