Wijziging Besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften personeelsleden EZ

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 13 februari 2004, nr. WJZ 4011057, tot wijziging van het Besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften personeelsleden EZ

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel I

Het Besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften personeelsleden EZ1 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, onderdeel c, vervalt ‘, of in dienst genomen krachten het Arbeidsovereenkomstenbesluit’.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

1. De Commissie bestaat uit drie door de minister benoemde leden.

2. Leden van de commissie zijn:

a. een door de minister aangewezen voorzitter, niet werkzaam bij het ministerie;

b. een door de minister aangewezen medewerker;

c. een lid, aangewezen door het Departementaal Georganiseerd Overleg van het Ministerie van Economische Zaken.

3. Voor ieder lid van de commissie benoemt de minister ten minste één plaatsvervanger. Het bepaalde in het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

C

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

1. De commissie wordt bijgestaan door een door de minister, op voordracht van de directeur Personeel, Organisatie en Informatiemanagement, aan te wijzen secretaris.

2. Voor de secretaris wijst de minister, op voordracht van de directeur Personeel, Organisatie en Informatiemanagement, een plaatsvervanger aan.

D

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

1. Aan de behandeling van een zaak nemen de voorzitter of zijn plaatsvervanger en twee door de voorzitter aan te wijzen leden van de commissie of hun plaatsvervangers deel.

2. De voorzitter draagt zorg voor een zodanige aanwijzing dat aan de behandeling van een zaak in ieder geval deelnemen:

a. een lid als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, of een plaatsvervanger en

b. een lid als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel c, of een plaatsvervanger.

3 Bij ontstentenis van een aangewezen lid of diens plaatsvervanger kan de voorzitter een ander lid of plaatsvervanger in diens plaats aanwijzen.

E

In artikel 11, derde en vierde lid, vervalt steeds ‘eerste’.

F

In artikel 12, aanhef, wordt ‘de secretarissen’ vervangen door: de secretaris.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 3 januari 2004.

Dit besluit zal met de toelichtingin de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

Per 3 januari 2004 is het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: het CBS), tot die datum onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, op grond van de Wet op het Centraal bureau voor de Statistiek verzelfstandigd. De wijzigingen van het Besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften personeelsleden EZ hangen samen met deze verzelfstandiging en hebben in hoofdzaak betrekking op de artikelen waarin de samenstelling van de commissie is geregeld. De commissie bestond onder andere uit een lid dat werkzaam was bij het CBS en een lid dat was aangewezen door de (voormalige) Bijzondere Commissie van Georganiseerd Overleg bij het CBS. Nu het CBS is verzelfstandigd en daarmee niet langer deel uitmaakt van het Ministerie van Economische Zaken, zal het CBS niet meer in de commissie vertegenwoordigd zijn. Voorts is het besluit op enkele punten geactualiseerd.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

  • 1

    Stcrt. 1994, 232.

Naar boven