Wijziging Regeling uitvoering heffingen en verrekening Meststoffenwet

12 februari 2004

Nr. TRCJZ/2004/350

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel III van de Wet van 10 december 2003 tot Wijziging van de Meststoffenwet en van de Wet herstructurering varkenshouderij in verband met het schrappen van de tweede generieke korting en het aanbrengen van enkele praktische verbeteringen (Stb. 542);

Besluit:

Artikel I

De Regeling uitvoering heffingen en verrekening Meststoffenwet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, tweede lid, komt te luiden:

2. Deze regeling berust op de artikelen 41, eerste en derde lid, 42 eerste, vierde en zesde lid, 43, zesde lid, en 53, onderdeel h, van de Meststoffenwet, de artikelen 3, 6, eerste en derde lid, 8, eerste lid, 19, tweede lid, en 62 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 5, 26 en 31 van de Invorderingswet 1990 en artikel III van de Wet van 10 december 2003 tot wijziging van de Meststoffenwet en van de Wet herstructurering varkenshouderij in verband met het schrappen van de tweede generieke korting en het aanbrengen van enkele praktische verbeteringen (Stb. 542).

B

In artikel 2 wordt ‘Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij’ vervangen door: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

C

In artikel 3, eerste lid, onderdelen a en d, wordt ‘Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij’ vervangen door: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

D

In artikel 5 wordt ‘Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij’ vervangen door: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

E

In artikel 14a wordt ‘de voorgaande drie jaren’ vervangen door: de voorgaande zes jaren.

F

Artikel 15a vervalt.

G

Na titel 4 wordt de volgende titel ingevoegd:

Titel 4a

Herziening van de belastbare hoeveelheid met betrekking tot de jaren 1998 tot en met 2002

Artikel 18a

1. Indien de toepassing van de forfaits, bedoeld in artikel D6 van bijlage D van de Meststoffenwet, voor de diercategorieën 400, 401, 402, 403, 404, 405, 406, 407, 410 en 411, als gewijzigd bij wet van 10 december 2003 tot wijziging van de Meststoffenwet en van de Wet herstructurering varkenshouderij in verband met het schrappen van de tweede generieke korting en het aanbrengen van enkele praktische verbeteringen (Stb. 542), met betrekking tot de jaren 1998 tot en met 2002 leidt tot een verlaging van de belastbare hoeveelheid fosfaat, onderscheidenlijk stikstof, kan de belastbare hoeveelheid door de inspecteur worden herzien bij voor bezwaar vatbare beschikking.

2. De in het eerste lid bedoelde herziene belastbare hoeveelheid wordt vastgesteld op basis van het gemiddelde aantal in het desbetreffende kalenderjaar op het bedrijf gehouden varkens van de onderscheiden diercategorieën, genoemd in bijlage A van de Meststoffenwet, en de correctiefactoren, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, onderscheidenlijk stikstof, als opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

H

Aan de regeling wordt de bijlage bij deze regeling als bijlage toegevoegd.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Bijlage behorende bij artikel 18a, tweede lid van de Regeling uitvoering heffingen en verrekening Meststoffenwet

Dier-

categorie

Correctie-

factor

fosfaat

Correctie-

factor

stikstof

400

0,334

0,536

401

0,744

1,284

402

0,146

0,84

403

0,125

0,555

404

0,144

0,812

405

0,158

0,891

406

0,236

0,207

407

0,219

0,406

410

0

0

411

0,452

0,644

Toelichting

Met onderhavige regeling wordt de Regeling uitvoering heffingen en verrekening Meststoffenwet gewijzigd. Deze wijziging is noodzakelijk in verband met de Wet van 10 december 2003 tot wijziging van de Meststoffenwet en van de Wet herstructurering varkenshouderij in verband met het schrappen van de tweede generieke korting en het aanbrengen van enkele praktische verbeteringen (Stb. 542) (hierna: Wijzigingswet). Met die wet wordt onder meer een voorziening getroffen voor varkenshouders die over de jaren 1998 tot en met 2002 onbedoelde heffingen hebben moeten betalen. Voorts wordt de termijn voor verrekening van saldo met in voorgaande jaren vastgestelde belastbare hoeveelheden opgerekt van drie jaar naar zes jaar.

De voorziening voor varkenshouders is in de Wijzigingswet getroffen, omdat in de praktijk veel varkenshouders met weinig of geen grond die alle mest van hun bedrijf hadden afgevoerd en een sluitende mineralenbalans hadden moeten hebben, toch met mineralenheffingen zijn geconfronteerd. Uit onderzoek van ID TNO Diervoeding (Rapport ID-Lelystad van december 2002, nr. 2222) is gebleken dat de forfaits in de tabellen IV en IVa van bijlage D voor de met de varkens aan- en afgevoerde mineralen niet correct waren. Derhalve voorziet de Wijzigingswet in een aanpassing van deze forfaits met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 1998. De forfaits met betrekking tot de aan- en afvoer van mineralen met varkens, met uitzondering van de pasgeboren biggen, opgenomen in de tabellen IV en IVa van bijlage D, zijn verhoogd. De forfaits voor de diercategorie pasgeboren biggen zijn daarentegen verlaagd, daar deze blijkens de resultaten van het onderzoek lager zijn dan de in de Meststoffenwet opgenomen forfaits.

Voor zover bedrijven met varkens over de jaren 1998 tot en met 2002 heffing hebben betaald als gevolg van de onjuiste forfaits, zal deze heffing dienovereenkomstig worden verminderd en geheel of gedeeltelijk worden terugbetaald. Hiertoe zal Bureau Heffingen alle aangiften van de ongeveer 21.000 bedrijven met varkens over de jaren 1998 tot en met 2002 eerst afhandelen aan de hand van de oude varkensforfaits en vervolgens deze aangiften corrigeren aan de hand van de nieuwe varkensforfaits (artikel I, onderdeel G, artikel 18a, eerste lid).

Omdat Bureau Heffingen niet beschikt over gegevens met betrekking tot het aantal feitelijk aan- en afgevoerde varkens en een afzonderlijke opgave daarvan tot grote administratieve lasten zal leiden, zal de inspecteur van het Bureau Heffingen de aangiften herzien op basis van het gemiddelde aantal op het bedrijf gehouden dieren, waarvan op basis van de eigen opgave van het bedrijf wel gegevens bekend zijn, en de in de bijlage bij deze regeling opgenomen correctiefactoren (artikel I, onderdeel G, artikel 18a, tweede lid). Deze correctiefactoren zijn gebaseerd op de technische relatie tussen het gemiddeld aantal aanwezige dieren en de aan- en afvoer van dieren zoals deze zich voordoet op Nederlandse bedrijven. Verder is gebruik gemaakt van technische kenmerken zoals de worpindex, voederconversie, groei per dag, aantal afgeleverde biggen per zeug en het sterftepercentage. Tevens is in de berekening rekening gehouden met eventuele bedrijfsfluctuaties.

De correctiefactoren zijn zodanig dat zij voor nagenoeg alle bedrijven gunstig uitpakken.

Desalniettemin kan tegen de beschikking die volgt op de door Bureau Heffingen uitgevoerde correctie, bezwaar worden gemaakt, zodat agrariërs die door de toegepaste correctie op basis van de correctiefactoren toch nog benadeeld zouden worden, de gelegenheid hebben om aanvullende gegevens te overleggen, zodat de aangifte over de desbetreffende jaren opnieuw aan de hand van de feitelijke aantallen aan- en afgevoerde dieren kan worden vastgesteld.

De keuze voor de ambtshalve herziening brengt de minste administratieve lasten met zich. Zou van alle veehouders een opgave van aan- en afgevoerde varkens, onderscheiden naar diercategorie, worden gevraagd dan zou dat het bedrijfsleven ongeveer € 1 tot € 2 miljoen kosten. Daarbij is ervan uitgegaan dat het verzamelen, opsturen en weer archiveren van de veesaldo-administraties gemiddeld een uur tot anderhalf uur per bedrijf vergt en dat het uurtarief € 30,– is ingeval het bedrijf in eigen beheer de administratie doet, of € 100,– ingeval de administratie is uitbesteed aan een accountant. De lasten voor de uitvoering bedragen ongeveer € 1,6 miljoen, dit is € 3,4 miljoen minder dan wanneer Bureau Heffingen ingestuurde veesaldo-administraties zou moeten beoordelen en € 0,3 miljoen meer dan wanneer Bureau Heffingen aan de hand van door de agrariër ingevulde formulieren met betrekking tot het aantal aan- en afgevoerde dieren per jaar, zou berekenen wat de belastbare hoeveelheid over de desbetreffende jaren zou zijn.

Indien als gevolg van de onjuiste forfaits heffing verschuldigd was maar nog niet was betaald, is uitstel van betaling verleend. In die gevallen dat wel heffing is betaald, zal deze met rente worden teruggestort, zoals met betrekking tot deze specifieke situatie is toegezegd (zie Kamerstukken II 2002–2003, 28 818, nr. 6, blz. 5). Na herberekening en correctie van de aangifte wordt het uitstel van betaling beperkt tot het te corrigeren deel.

Overigens hoeft toepassing van artikel 18a, eerste lid van de Regeling uitvoering heffingen en verrekening Meststoffenwet niet te leiden tot een daadwerkelijke verlaging van de belastbare hoeveelheid in elk individueel geval. Het kan immers zijn dat per saldo, ook rekening houdend met andere correcties van de aangifte, de belastbare hoeveelheid niet verandert.

De Wijzigingswet voorziet ter inperking van nadelige gevolgen van de variaties bij de mestbemonstering ook in een verlenging van de verrekeningstermijn van drie tot zes jaar. Artikel 14a van de Regeling uitvoering heffingen en verrekening Meststoffenwet wordt daarmee in overeenstemming gebracht (artikel I, onderdeel E). Bedrijven die over 1998 heffing waren verschuldigd en deze heffing nog niet hebben kunnen verrekenen, kunnen deze heffing als gevolg van de verlenging van de termijn alsnog verrekenen indien zij in 2002, 2003 of 2004 een saldo opbouwen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt de regeling in overeenstemming te brengen met de gewijzigde naam van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (artikel I, onderdelen B, C en D) en om artikel 15a dat in de tijd is uitgewerkt, te schrappen (artikel I, onderdeel F).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 1997, 247; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 20 december 2002, Stcrt. 247.

Naar boven