Wijziging Regeling monitoring Aviaire Influenza 2003
11 februari 2004
TRCJZ/2004/517
Directie Juridische Zaken
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op de artikelen 17, 18, 30 en 108 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Besluit:
Artikel I
De Regeling monitoring Aviaire Influenza 20031 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma wordt aan het eerste lid een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
2. In het tweede lid vervalt de zinsnede ‘en artikel 3, eerste lid’.
B
Artikel 3 vervalt.
C
Artikel 3a komt te luiden:
Artikel 3a
1. Ter uitvoering van de artikelen 17, 18 en 30 van de Gezondheids- en welzijnwet voor dieren wordt medewerking gevorderd van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren.
2. De in het eerste lid bedoelde medewerking bestaat uit het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden, het aanwijzen van laboratoria en het bij verordening stellen van regels, inzake het laten afnemen van bloed bij pluimvee teneinde dit te laten onderzoeken op de aanwezigheid van AI.
3. De minister kan met betrekking tot het verlenen van de in het eerste lid bedoelde medewerking beleidsregels stellen.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin ze wordt geplaatst met uitzondering van artikel I, onderdeel A, onder 2, en artikel I, onderdeel B, die in werking treden op het tijdstip waarop de Verordening monitoring Aviaire Influenza (PPE) 2004 in werking treedt.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 11 februari 2004.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.
Toelichting
De onderhavige regeling wijzigt de Regeling monitoring Aviaire Influenza 2003.
In deze wijziging wordt medewerking gevorderd van het Productschap Pluimvee en Eieren.
Achtergrond van deze wijziging vormt de recente uitbraak van Aviaire Influenza in Nederland. Deze uitbraak heeft eens te meer het belang onderstreept van het in een zo vroeg mogelijk stadium constateren van deze dierziekte, teneinde de bestrijding zo snel mogelijk ter hand te kunnen nemen en aldus de omvang van een epidemie zo beperkt mogelijk te houden.
In dit kader is tijdens de uitbraak in 2003 ingevolge artikel 3 van de Regeling monitoring Aviaire Influenza 2003 een monitoringsprogramma voorgeschreven teneinde inzicht te krijgen in de mogelijke verspreiding van (laag pathogeen) Aviaire Influenza virus binnen de Nederlandse pluimveestapel. In het kader van dit programma dienden veehouders bij pluimvee bloed af te nemen ten einde dat in laboratoria te laten onderzoeken op Aviaire Influenza.
Vanwege de aanwezige kennis en ervaring wordt thans op grond van artikel 108 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren op dit punt medewerking gevorderd van het Productschap Pluimvee en Eieren (artikel I, onderdeel C). Pluimveehouders kunnen dientengevolge door het productschap worden verplicht zorg te dragen voor serologisch onderzoek bij pluimvee naar Aviaire Influenza.
Zodra het productschap in dit kader regelgeving zal hebben vervaardigd, vervalt artikel 3 van de Regeling monitoring Aviaire Influenza 2003 (artikel I, onderdeel B jo. artikel II).
Voorts wordt in onderhavige regeling artikel 3a ingetrokken (artikel I, onderdeel C). Dit artikel strekt ertoe veehouders, die een gemengd bedrijf met pluimvee en varkens exploiteren en waar een besmetting van Aviaire influenza is geconstateerd, te verplichten mee te werken aan een onderzoek naar verspreiding van Aviaire Influenza via varkens. Omdat deze verplichting destijds in het kader van de bestrijding van de uitbraak van Aviaire Influenza is voorgeschreven bestaat er thans geen aanleiding meer om deze verplichting te handhaven.
De Voedsel en warenautoriteit (VWA) is belast met het toezicht op de uitvoering. Rapportages van bevindingen zullen in dit verband aan de VWA worden uitgebracht. De invulling van de toezichtrelatie zal door middel van een protocol worden vastgelegd.
Wel wordt er op gewezen dat artikel 2 van de Regeling monitoring Aviaire Influenza 2003 wordt gehandhaafd. Ingevolge dit artikel zijn pluimveehouders verplicht onverwijld elke verhoogde sterfte van AI-gevoelige dieren van meer dan 3% per week aan het Landelijk LNV dierziekten meldnummer (045-5466222) te melden. Tevens zijn zij verplicht een dierenarts te consulteren indien er bij pluimvee zichtbare klinische verschijnselen zijn, ongeacht of deze verschijnselen wel dan niet direct wijzen op Aviaire Influenza of Newcastle Disease. Tenslotte dient, volgens dit artikel, een consult van een dierenarts plaats te vinden indien er een reductie van voer- en drinkwateropname van meer dan 20% optreedt.
Dierenartsen dienen binnen 8 uur hiervan melding te maken aan de Gezondheidsdienst voor Dieren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.P. Veerman