Wijziging Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 februari 2004, nr. ABG/GA/2004/2684 tot wijziging van de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen en de Tijdelijke aanvullende stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen in verband met de verlenging van de termijn waarop aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt te luiden:

b. ID-dienstbetrekking: een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Besluit in- en doorstroombanen, zoals dit besluit luidde op 31 december 2003;.

2. Onderdeel c komt te luiden:

c. reguliere dienstbetrekking: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking waarvoor de werkgever geen voorziening ontvangt als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand;.

3. Onderdeel d komt te luiden:

d. werkgever:

1°. een publiekrechtelijk lichaam of een instelling als bedoeld in het vierde of vijfde lid van het van Besluit in- en doorstroombanen, zoals dat besluit luidde op 31 december 2003, die ondernemer is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de ondernemingsraden, dan wel

2°. een rechtspersoon waarvoor de werknemer, die een ID-dienstbetrekking heeft met de in onderdeel d, ten eerste, genoemde werkgever, gewoonlijk arbeid verricht.

4. Het derde lid komt te luiden:

3. In deze regeling wordt verstaan onder loon, hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 9 van het Besluit in- en doorstroombanen, zoals dat luidde op 31 december 2003.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Subsidie aan werkgever

1. De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een werkgever die een werknemer, die vóór 21 februari 2003 werkzaam was in een ID-dienstbetrekking, in dienst neemt op basis van een reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd, tenzij de ingangsdatum van de reguliere dienstbetrekking ligt vóór 1 januari 2003.

2. Geen subsidie wordt verstrekt wanneer de werkgever een natuurlijke persoon of rechtspersoon is die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevordert.

3. Voorts wordt met ingang van 1 januari 2004 geen subsidie verstrekt aan een werkgever die vóór 1 januari 2004 een ID-dienstbetrekking heeft omgezet in een reguliere dienstbetrekking, tenzij het een reguliere dienstbetrekking betreft met de eigen werknemer die vóór 21 februari 2003 werkzaam was in een ID-dienstbetrekking.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

2. In het tweede lid, eerste volzin, vervalt ‘en de verdeling over de sectoren, bedoeld in het tweede lid,’.

3. In het tweede lid, tweede volzin, vervalt: ‘, respectievelijk de verdeling over de sectoren,’.

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘31 december 2003’ vervangen door: 30 juni 2004.

2. Het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. tot welke sector, zorg, jeugdhulpverlening, welzijn, onderwijs, kinderopvang, openbare veiligheid, beheer openbare ruimte, cultuur, sport of overige, de werkgever die de aanvraag indient gerekend wordt, dan wel indien de werkgever een gemeente is, de sector waartoe de in een reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd om te zetten ID-dienstbetrekking gerekend wordt, en.

3. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘6 weken’ vervangen door: 20 weken en wordt ‘31 december 2003’ vervangen door: 1 december 2004.

4. In het derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. dat van de ingangsdatum van de reguliere dienstbetrekking mededeling wordt gedaan aan de gemeente indien die, op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand, een voorziening verstrekt voor de ID-dienstbetrekking waarin de werknemer werkzaam is opdat die voorziening door de betreffende gemeente wordt beëindigd uiterlijk de datum waarop de reguliere dienstbetrekking ingaat:.

5. Onder verlettering van onderdeel d van het derde lid tot onderdeel e, wordt een onderdeel d ingevoegd, luidende:

d. dat hij geen natuurlijke persoon of rechtspersoon is die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevordert;.

6. De termijn van 20 weken alsmede de datum van 1 december 2004, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, is ook van toepassing op aanvragen die vóór 1 januari 2004 door de minister zijn ontvangen en waarop door de minister op grond van artikel 5, eerste lid, nog niet is beslist.

E

Artikel 5, tweede lid, vervalt alsmede het cijfer ‘1’ ter aanduiding van het eerste lid.

F

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

1. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de minister van de werkgever binnen 20 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening, doch uiterlijk 1 december 2004, de volgende documenten heeft ontvangen:.

2. Onderdeel c, van het eerste lid, komt te luiden:

c. een door middel van het formulier, dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 2 van deze regeling, opgestelde verklaring van burgemeester en wethouders dat indien op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand aan de in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, ten eerste, bedoelde werkgever een voorziening wordt verleend, deze is beëindigd met ingang van de datum waarop de reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd tussen de werkgever en de werknemer is ingegaan of zal ingaan, onder vermelding van de naam en de geboortedatum van de werknemer, de sector waartoe de werkgever dan wel de ID-dienstbetrekking overeenkomstig artikel 4, tweede lid, onderdeel a, gerekend wordt en de arbeidsduur per week van de ID-dienstbetrekking;.

3. Na onderdeel c, van het eerste lid, wordt een onderdeel d toegevoegd, luidende:

d. een begeleidingsformulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 3 van deze regeling.

4. Het tweede lid komt te luiden:

2. De termijn van 20 weken alsmede de datum van 1 december 2004, bedoeld in de aanhef van het eerste lid, is ook van toepassing op subsidieaanvragen die vóór 1 januari 2004 door de minister zijn ontvangen.

G

Artikel 8, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. een persoon aan wie een voorziening is aangeboden als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand, dan wel.

H

Artikel 10, eerste lid, komt te luiden:

1. De werkgever ontvangt voor de betreffende werknemer of de reguliere dienstbetrekking gedurende het subsidieverleningstijdvak geen voorzieningen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand.

I

In artikel 15, eerste lid, wordt ‘1 januari 2006’ vervangen door: 1 juli 2006.

Artikel II

De bij de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen behorende bijlagen 1 tot 7 worden vervangen door de bij deze regeling behorende bijlagen 1 tot en met 7.

Artikel III

De Tijdelijke aanvullende stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel a, van het tweede lid, van artikel 3 komt te luiden:

a. cultuur: € 3.375.000,–, waarvan € 500.000,– in het jaar 2004.

B

Artikel 5, vierde lid, komt te luiden:

4. De subsidies worden bij wijze van voorschot betaalbaar gesteld op het tijdstip, bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Stimuleringsregeling.

C

In artikel 7, eerste lid, wordt ‘1 januari 2006’ vervangen door: 1 juli 2006.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bij deze regeling behorende bijlagen 1 tot en met 7 worden met ingang van 1 maart 2004 ter inzage gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag

Den Haag, 5 februari 2004.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte.

Toelichting

Op 21 februari 2002 is de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen (Stimuleringsregeling) gepubliceerd in de Staatscourant (nummer 37). Deze regeling is op 1 maart 2003 in werking getreden. Werkgevers die een ID-dienstbetrekking omzetten in een reguliere baan ontvangen op grond van genoemde regeling een bedrag van € 17.000,–. De regeling beoogt 10.000 ID-dienstbetrekkingen om te zetten in reguliere banen. De regeling is tot stand gekomen in overleg met sociale partners en de VNG (Convenant gesubsidieerde arbeid 20 december 2002). De werknemersorganisaties en gemeenten hebben een groot deel van de financiering van de regeling ingebracht.

Verlenging van de regeling

Bij het aflopen van de regeling eind december 2003 is vast komen te staan dat het aantal van 10.000 banen nog niet is gehaald. Op 31 december 2003 waren er 5.820 aanvragen voor het regulier maken van ID-dienstbetrekking bij SZW ingediend. Een belangrijke oorzaak van het achterblijven van de realisatie van reguliere banen voor ID-werknemers is de factor tijd. Gemeenten en werkgevers hebben gewacht op meer zekerheden omtrent de Wet werk en bijstand (WWB) en de definitieve omvang van het reïntegratiebudget alvorens te komen tot afspraken. Uiteindelijk is, mede door committent en inzet van alle convenantpartijen, in de laatste twee maanden van 2003 een grote stroom subsidieaanvragen op gang gekomen. Mede door het succes van deze ‘Actie eindspurt’ zijn de convenantpartijen gezamenlijk overeengekomen dat een kort durende verlenging van de stimuleringsregeling met een half jaar zinvol is. Hiermee kunnen de middelen die in het kader van het opgestelde convenant zijn ingezet beschikbaar blijven voor het regulier maken van de voormalige ID-banen. Dit is eveneens in lijn met de wens van de Tweede Kamer om de gereserveerde middelen voor de stimuleringsregeling ook in 2004 te behouden voor gesubsidieerde arbeid (motie Bussemaker c.s., Kamerstukken II, 2003–2004, 29 200 XV, nr. 20). De doelgroep van de regeling blijft beperkt tot ID’ers die vóór 21 februari 2003 een ID-dienstbetrekking zijn aangegaan.

De aangepaste regeling werkt terug tot en met 1 januari 2004 om een naadloze aansluiting met de bestaande regeling mogelijk te maken.

Verruiming van de regeling

Convenantpartijen zijn eveneens overeen gekomen de voorwaarden voor subsidieverlening iets te wijzigen. Subsidieverlening aan een werkgever is vanaf 1 januari 2004 ook mogelijk wanneer een (voormalig) ID’er bij een andere dan de eigen werkgever regulier in dienst komt. Dit biedt meer mogelijkheden om hen een reguliere baan aan te bieden en een extra stimulans om gedwongen ontslag te voorkomen.

Uitstroom blijft wel beperkt tot de groep werkgevers binnen de (publieke) sectoren welke in aanmerking konden komen voor het voormalige Besluit in- en doorstroombanen. Het gaat dan om de sectoren zorg, onderwijs, kinderopvang, welzijn, jeugdhulpverlening, openbare veiligheid, beheer openbare ruimte en sport.

Reïntegratiebedrijven worden bewust uitgesloten als werkgevers die in aanmerking komen voor subsidie om te voorkomen dat in het licht van de doelstelling van deze stimuleringsregeling oneigenlijke constructies worden gesubsidieerd. De stimuleringsregeling heeft immers tot doel voormalig ID’ers een definitieve baan te bieden. Indien reïntegratiebedrijven ID’ers in dienst nemen voor onbepaalde tijd met als doel hen op termijn uit te laten stromen naar andere werkgevers dan gaat het feitelijk om langdurige reïntegratietrajecten waarvoor de WWB kan worden ingezet.

De verruiming van de regeling werkt niet met terugwerkende kracht en geldt alleen voor voormalige ID-dienstbetrekkingen die na 1 januari 2004 worden omgezet in reguliere dienstbetrekkingen bij een andere werkgever. Werkgevers die vóór 1 januari 2004 een voormalige ID-dienstbetrekking hebben omgezet in een reguliere dienstbetrekking komen alleen voor subsidie in aanmerking tenzij het een reguliere dienstbetrekking betreft met de eigen werknemer die vóór 21 februari 2003 werkzaam was in een ID-dienstbetrekking.

Aanpassing termijn regulier maken van de baan

De termijn waarop werkgevers na het afgeven van de voorlopige beschikking de baan regulier moeten maken wordt aangepast van 6 naar 20 weken. De reden hiervoor is dat werkgevers meer flexibiliteit wensten in de termijn waarbinnen de gesubsidieerde baan daadwerkelijk regulier gemaakt wordt. Deze termijnen gelden ook voor subsidieaanvragen die vóór 1 januari 2004 door de minister zijn ontvangen.

Voor het overige zijn procedures en definities zoveel mogelijk in stand gehouden door te verwijzen naar het Besluit in- en doorstroombanen zoals dat op 31 december 2003 (de dag voor de intrekking van het besluit) gold. De uiterlijke datum wanneer de ID-baan regulier gemaakt moet worden is 1 december 2004.

De Ministeries van OCW, VWS en SZW blijven aanvullende middelen voor de sectoren cultuur, jeugdhulpverlening, welzijn, zorg en kinderopvang nog ter beschikking stellen zodat ook de aanvullende stimuleringsregeling nog tot en met 30 juni 2004 kan worden verlengd. OCW stelt voor de sector cultuur nog totaal € 0,5 mln. beschikbaar voor aanvragen die vanaf 1-1-2004 binnenkomen. In de aanvullende stimuleringsregeling is de betaaldatum van het voorschot voor alle sectoren gelijk getrokken. Dit betekent dat de betaalbaarstelling van de aanvullende middelen voor de sectoren zorg, welzijn en jeugdhulpverlening gelijktijdig met de eerste betalingstermijn van de stimuleringsregeling zal plaatsvinden.

Tenslotte heeft VWS per 1 januari 2004 de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg ingesteld. Deze regeling heeft een anticumulatie artikel, welke inhoudt dat VWS geen subsidie verstrekt indien bij SZW een subsidie kan worden verkregen. De SZW-aanvraag zal in deze gevallen als voorliggende voorziening aangemerkt worden. Als de aanvraag periode van de SZW-regeling verstreken is, namelijk per 1 juli 2004, is deze anticumulatie regeling niet meer van toepassing.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

  • 1

    Stcrt. 2003, 37; gewijzigd bij ministeriële regeling van 24 juni 2003 (Stcrt. 120).

  • 2

    Stcrt. 2003, 78.

Naar boven