Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatscourant 2004, 254 pagina 8 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatscourant 2004, 254 pagina 8 | Overig |
Regeling van de Minister van Justitie van 6 december 2004, nr. 5321265/04/6, houdende intrekking van een aantal Justitieregelingen in verband met het feit dat deze regelingen hun betekenis hebben verloren (Justitie-intrekkingsregeling)
De Minister van Justitie,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor zover het betreft artikel X, onderdelen a, d en e;
Gelet op artikel artikel 22 van de Beginselenwet gevangeniswezen en artikel 12c van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, voor zover het betreft artikel I;
Gelet op artikel 61, tweede lid, Drank- en Horecawet, voor zover het betreft artikel II;
Gelet op artikel 6, derde lid, van de Kaderwet adviescolleges, artikel 3 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges en de Regeling Commissie strafvorderlijke gegevensvergaring in de informatiemaatschappij, voor zover het betreft artikel III;
Gelet op artikel 83 van de Kernenergiewet, voor zover het betreft artikel IV;
Gelet op de artikelen 1, onderdelen 1°, 3° en 4°, en 17, eerste lid, onderdeel 2°, van de Wet op de economische delicten, voor zover het betreft artikel V;
Gelet op artikel 1, tweede lid, van de Wet op de identificatieplicht, voor zover het betreft artikel VI;
Gelet op artikel 9 van de Wet politieregisters, voor zover het betreft artikel VII;
Gelet op de artikelen 382 e.v. van het Wetboek van Strafvordering en de beschikking van 23 december 1925, nr. 949, 2de afdeling A, op artikel 539d, van het Wetboek van Strafvordering, op artikel 539u, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, op artikel 10, tweede lid, van de Politiewet 1993 en artikel 157 van het Wetboek van Strafvordering, op artikel 10, tweede lid, van de Politiewet 1993 en artikel 587 van het Wetboek van Strafvordering, op artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993 en artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, op artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 44, vijfde lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 44, vijfde lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, en op artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, voor zover het betreft artikel VIII;
Gelet op artikel 17, vierde lid, van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar, voor zover het betreft artikel IX;
Gelet op artikel 1, onderdeel b, 8, Besluit sociaal beleidskader reorganisatie politiebestel, voor zover het betreft artikel X, onderdeel a ;
Gelet op artikel 60b, tweede en vierde lid, van de Huisvestingswet, voor zover het betreft artikel XI;
Gelet op de artikelen 1, onderdeel b, punt 8, en 3, vierde lid, van het Besluit sociaal beleidskader reorganisatie politiebestel, voor zover het betreft artikel XII;
Gelet op artikel 0603 van de wet van 19 april 1989 (Stb. 113), houdende vaststelling van hoofdstuk VI van de rijksbegroting voor het dienstjaar 1989, voor zover het betreft artikel XIII;
Gelet op artikel 0603 van de wet 17 april 1990 (Stb. 177), houdende vaststelling van hoofdstuk VI van de rijksbegroting voor het dienstjaar 1990, voor zover het betreft artikel XIV;
Gelet op artikel 0603 van de wet van 29 april 1991 (Stb. 224), houdende vaststelling van hoofdstuk VI van de rijksbegroting voor het dienstjaar 1991, voor zover het betreft artikel XV;
Gelet op de artikelen 154 en 157 van het Wetboek van Strafvordering, voor zover het betreft artikel XVI;
Gelet op de artikelen 5, 14b, 14c, 21, 27c en 34 van de Wet op de kansspelen, voor zover het betreft artikel XVII;
Gelet op artikel 51 van het Algemeen rijksambtenarenreglement, voor zover het betreft artikel XVIII;
Gelet op de artikelen 1, tweede lid, en 2, eerste lid, onder b, van het Vacatiegeldenbesluit 1988, voor zover het betreft artikel XIX;
Gelet op artikel 128 van de Wet op het notarisambt, voor zover het betreft artikel XX;
Gelet op artikel 35, vijfde lid, van de Wet op de rechtsbijstand, voor zover het betreft artikel XXI;
Gelet op de artikelen 1, onder 2 en 4, en 17, eerste lid, onder 2, van de Wet op de economische delicten, voor zover het betreft artikel XXII;
Gelet op artikel 18, vijfde lid, van de Wet politieregisters, voor zover het betreft artikel XXIII;
Gelet op de artikelen 3, tweede lid, en 35, tweede en vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000, voor zover het betreft artikel XXIV;
Gelet op artikel 31 van het Besluit burgerlijke stand 1994, voor zover het betreft artikel XXVI;
Gelet op de artikelen 408, tweede lid, en 238 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover het betreft artikel XXVII;
Gelet op de artikelen 16, tweede lid, en artikel 20, vijfde lid, van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie, voor zover het betreft artikel XXVIII;
Besluit:
(Beginselenwet gevangeniswezen)
De Regeling gebruik CS-traangas in de inrichtingen van justitie wordt ingetrokken.
De regeling van de Minister van Justitie van 12 oktober 1967, nr. 488/267, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Drank- en Horecawet (Stcrt. 210) wordt ingetrokken.
De regeling benoeming en vergoedingen Commissie strafvorderlijke gegevensvergaring in de informatiemaatschappij wordt ingetrokken.
De Beschikking opsporingsbevoegdheid Kernenergiewet wordt ingetrokken.
(Wet op de economische delicten)
De volgende regelingen worden ingetrokken:
a. regeling van de Minister van Justitie van 22 april 1969, nr. 167/269, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Prijzenwet (Stcrt. 78);
b. regeling van de Minister van Justitie van 20 oktober 1969, nr. 489/269, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren landbouwwetten (Stcrt. 217);
c. regeling van de Minister van Justitie van 20 oktober 1969, nr. 489/269, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stcrt. 217);
d. regeling van de Minister van Justitie van 10 december 1970, nr. 270/1687, inzake aanwijzing ambtenaren Loontechnische Dienst als opsporingsambtenaren (Stcrt. 241);
e. regeling van de Minister van Justitie van 29 september 1975, nr. 765/275, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren overtredingen Colportagewet (Stcrt. 211);
f. regeling van de Minister van Justitie van 24 december 1975, nr. 922/275, inzake aanwijzingsregeling opsporingsambtenaren Wet aansprakelijkheid olietankschepen (Stcrt. 1976, 3);
g. regeling van de Minister van Justitie van 13 september 1976, nr. 600/276, inzake aanwijzingsregeling opsporingsambtenaren Boek 2 Burgerlijk Wetboek (Stcrt. 199);
h. regeling van de Minister van Justitie van 15 mei 1979, nr. 456/279, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Landbouwkwaliteitswet (Stcrt. 115);
i. regeling van de Minister van Justitie van 26 oktober 1979, nr. 880/279, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren (Wet arbeid buitenlandse werknemers) (Stcrt. 212);
j. regeling van de Minister van Justitie van 5 november 1979, nr. 884/279, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Wet uitvoering Internationaal Energie Programma (Stcrt. 225);
k. regeling van de Minister van Justitie van 20 augustus 1981, nr. 648/281, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren inzake Wet financiële betrekkingen buitenland (Stcrt. 196);
l. regeling van de Minister van Justitie van 17 december 1982, nr. 1021/282, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Arbeidsomstandighedenwet (Stcrt. 247);
m. regeling van de Minister van Justitie van 23 juni 1983, nr. 461/283, inzake aanwijzingsregeling opsporingsambtenaren Wet uitvoering aanbevelingen EGKS-Verdrag (Stcrt. 123);
n. regeling van de Minister van Justitie van 14 april 1985, nr. 426/285, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Handelsregisterwet (Stcrt. 72);
o. regeling van de Minister van Justitie van 12 augustus 1987, nr. 1027/287, inzake aanwijzingsregeling opsporingsambtenaren Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen (Stcrt. 157);
p. regeling van de Minister van Justitie van 21 augustus 1987, nr. 1053/287, inzake aanwijzingsregeling opsporingsambtenaren Wet ziekenhuisvoorzieningen (Stcrt. 170);
q. regeling van de Minister van Justitie van 27 november 1987, nr. 1429, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Wet Bodembescherming (Stcrt. 237);
r. regeling van de Minister van Justitie van 5 april 1991, nr. 50135/91/Pol, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Stcrt. 71);
s. regeling van de Minister van Justitie van 3 juni 1991, nr. 131463/91/POL, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Wet op de medische hulpmiddelen (Stcrt. 111);
t. regeling van de Minister van Justitie van 20 december 1991, nr. 175864/91/Pol, inzake aanwijzing bijzonder opsporingsambtenaar Scheepvaart- en Luchtvaartinspectie (Stcrt. 250);
u. regeling van de Minister van Justitie van 22 oktober 1992, nr. 259460/592/RRI, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren ex artikel 2 van de wet van 27 juni 1963 tot uitvoering verordening nr. 11 van de raad van de Europese Economische Gemeenschap (Stcrt. 214);
v. regeling van de Minister van Justitie van 4 december 1992, nr. 267064/592/GH2, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren Vleeskeurings- en Destructiewet (Stcrt. 242);
w. regeling van de Minister van Justitie van 21 oktober 1993, nr. 394977/593/AH, inzake uitbreiding opsporingsbevoegdheid onbezoldigd ambtenaar Korps Rijkspolitie AID (Stcrt. 218);
x. regeling van de Minister van Justitie van 17 november 1994, nr. 467964/NE, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren (economische delicten) (Stcrt. 230).
(Wet op de identificatieplicht)
De regeling van de Minister van Justitie van 16 maart 1994, nr. 426618/94/6, inzake aanwijzing document voor vaststelling identiteit van personen (Stcrt. 59) wordt ingetrokken.
De volgende regelingen worden ingetrokken:
a. Besluit reglement BPS-politieregisters rijkspolitie;
b. regeling van de Minister van Justitie van 1 juni 1992, nr. HJZ23492004, tot vaststelling van het Reglement Herkenningsdienst van de Recherchedienst Betalingsverkeer, het Reglement dagjournaal van de Recherchedienst Betalingsverkeer en het Reglement register inbeslaggenomen voorwerpen van de Recherchedienst Betalingsverkeer (Stcrt. 123).
De volgende regelingen worden ingetrokken:
a. regeling van de Minister van Justitie van 28 april 1959, nr. 226/859, tot uitsluiting van strafbare feiten van het aanhangig maken door oproeping (Stcrt. 82);
b. regeling van de Minister van Justitie van 5 juli 1968, nr. 278/268, inzake aanwijzing van commandanten tot opsporingsambtenaar van bepaalde strafbare feiten (Stcrt. 133);
c. regeling van de Minister van Justitie van 31 oktober 1969, nr. 506/269, inzake visering van het aan boord van schepen gehouden register van strafbare feiten;
d. regeling van de Minister van Justitie van 1 juli 1988, nr. 301/588b, inzake afdeling recherche van het Ministerie van Landbouw en visserij (Stcrt. 126);
e. regeling van de Minister van Justitie van 27 maart 1991, nr. 50139/91/Pol, inzake benoeming medewerkers particuliere inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden en justitiële kinderbescherming tot onbezoldigd ambtenaar Korps Rijkspolitie (Stcrt. 76);
f. regeling van de Minister van Justitie van 2 juni 1994, nr. 441706/594/NE, inzake vaststelling ambtsinstructie voormalig onbezoldigd opsporingsambtenaren;
g. regeling van de Minister van Justitie van 7 december 1994, nr. 471412/594/NE, inzake aanwijzing opsporingsambtenaren voor de Wegenverkeerswet 1994 (Stcrt. 243);
h. regeling van de Minister van Justitie van 13 februari 1995, nr. 481432/595/NE, houdende een overgangsregeling inzake het voortduren van opsporingsbevoegdheid van personen voor wie een aanvraag tot buitengewoon opsporingsambtenaar is ingediend (Stcrt. 36);
i. regeling van de Minister van Justitie van 24 mei 1996, nr. 558561/596/NE, inzake toekenning aanvullende opsporingsbevoegdheid voor buitengewoon opsporingsambtenaren bij de AID (Stcrt. 101).
(Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar)
De regeling van de Minister van Justitie van 20 april 1994, nr. 430277/594/GBJ EA94/U897, inzake vaststelling model meldingsformulier geweldgebruik (Stcrt. 96) wordt ingetrokken.
De volgende regelingen worden ingetrokken:
a. regeling van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken van 17 december 1991 inzake aanwijzing ambtenaar besluit sociaal beleidskader reorganisatie politiebestel (Stcrt. 1992, 11);
b. regeling van de Minister van Justitie van 1 februari 1992, nr. 192107/92/Pol, inzake instelling coördinerend EG-fraudeberaad (Stcrt. 47);
c. regeling van de Minister van Justitie van 21 juni 1993, nr. 180372/92/Pol, inzake selectiecommissie periodieke opsporingsberichtgeving per Televisie (Stcrt. 117);
d. regeling van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken van 22 september 1994, nr. 454447/594/GBj, inzake instelling platform technologie en opsporing (Stcrt. 198);
e. regeling van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken van 5 juni 1997, nr. 629158/597/MH EA 97/N1693, inzake instelling Examencommissie opleidingsmodulen ‘Leergang bestrijding georganiseerde criminaliteit’ (Stcrt. 121).
De volgende bekendmakingen worden ingetrokken:
a. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 25 september 1997, nr. 654674/97/DVB (Stcrt. 1997, nr. 187), houdende huisvesting statushouders.
b. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 10 april 1998, nr. 689929/98/DVB (Stcrt. 1998, nr. 74), houdende aantal te huisvesten statushouders.
c. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 29 april 1999, nr, 760531/99/DVB (Stcrt. 1999, nr. 83), houdende aantal verblijfsgerechtigden en vergunninghouders in wier huisvesting zal dienen te worden voorzien.
d. Bekendmaking van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 25 september 2002, nr. DDS/5167885 (Stcrt. 2002, nr. 191), houdende aantal te huisvesten vergunninghouders.
e. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 26 maart 1996, nr. 546491/96 (Stcrt. 1996, nr. 64), houdende aantal te huisvesten verblijfsgerechtigden en vergunninghouders.
f. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 29 september 1995, nr. 514564/95/DVB (Stcrt. 1995, nr. 189), houdende aantal te huisvesten verblijfsgerechtigden en vergunninghouders.
g. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 28 maart 2000, nr. 5014135/00/DVB (Stcrt. 2000, nr. 65) houdende aantal te huisvesten verblijfsgerechtigden en vergunninghouders.
h. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 25 maart 1997, nr. 617495/97/DVB (Stcrt. 1997, nr. 62), houdende vaststelling aantal vergunninghouders in wier huisvesting dient te worden voorzien.
i. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 29 maart 2001, nr, 5084441/01/DVB (Stcrt. 2001, nr. 64) houdende aantal te huisvesten vergunninghouders 1-7-2001 t/m 31-12-2001.
j. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 28 september 2000, nr. 5053164/00/DVB (Stcrt. 2000, nr. 189), houdende aantal te huisvesten verblijfsgerechtigden en vergunninghouders.
k. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 28 september 1999, nr. 788330/99/DVB (Stcrt. 1999, nr. 189) houdende aantal te huisvesten verblijfsgerechtigden en vergunninghouders.
l. Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie van 30 september 1998, nr. 719694/98/DVB (Stcrt. 1998, nr. 189), houdende aantal te huisvesten verblijfsgerechtigden en vergunninghouders.
(Besluit sociaal beleidskader reorganisatie politiebestel)
De volgende beschikking en regelingen worden ingetrokken:
a. Beschikking van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken van 10 juli 1992, nr. PRP92/4472 (Stcrt. 1992, nr. 149), houdende herbenoeming ambtenaren in verband met reorganisatie politiebestel.
b. Regeling van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken van oktober 1992, nr. PRP92/U683 (Stcrt. 1992, nr. 216) houdende sociaal beleidskader reorganisatie politiebestel.
c. Regeling indeling politieambtenaren Korps rijkspolitie bij de politieregio Utrecht.
(Wet van 19 april 1989 (Stb. 113), houdende vaststelling van hoofdstuk VI van de rijksbegroting voor het dienstjaar 1989)
De volgende beschikking wordt ingetrokken:
Beschikking van de Minister van Justitie van 14 juli 1989, nr. 913R888 (Stcrt. 1989, nr. 141), houdende financiële steun voor rechtswinkels in 1989.
(Wet van 17 april 1990 (Stb. 177), houdende vaststelling van hoofdstuk VI van de rijksbegroting voor het dienstjaar 1990)
De volgende beschikking wordt ingetrokken:
Beschikking van de Minister van Justitie van 7 augustus 1990, kenmerk BVRALDHDORR (Stcrt. 1990, nr. 160), houdende financiële steun rechtswinkels in 1990.
(Wet van 29 april 1991 (Stb. 224), houdende vaststelling van hoofdstuk VI van de rijksbegroting voor het dienstjaar 1991)
De volgende beschikking wordt ingetrokken:
Beschikking van de Staatssecretaris van Justitie van 4 juli 1991, nr. RW91-500-016-1HDORR (Stcrt. 1991, nr. 137) houdende financiële steun rechtswinkels 1991.
De volgende beschikkingen worden ingetrokken:
a. Beschikking van de Minister van Justitie van 10 februari 1988, nr. 145/588 (Stcrt. 1988, nr. 39), houdende aanwijzing hulpofficieren van justitie ambtenaren Korps Rijkspolitie werkzaam bij Spoorwegpolitie.
b. Beschikking van de Minister van Justitie van 10 februari 1988, nr. 190/588 (Stcrt. 1988, nr. 39), houdende aanwijzing hulpofficieren van justitie ambtenaren Korps Rijkspolitie werkzaam bij FIOD.
c. Beschikking onbezoldigd ambtenaar van het Korps Rijkspolitie voor ambtenaren van SBB en NMF.
De volgende beschikkingen worden ingetrokken:
a. Beschikking van de Staatssecretaris van Justitie van 22 december 1995, nr. 700/088/21093 (Stcrt. 1995, nr. 251), houdende aanpassing van de Beschikking Bank- en GiroLoterij.
b. Beschikking van de Staatssecretaris van Justitie en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 december 1995, nr. LO640/073 (Stcrt. 1995, nr. 251), houdende aanpassing van de Beschikking Sporttotalisator.
c. Beschikking van de Staatssecretaris van Justitie van 22 december 1995, nr. LO713/002/2193 (Stcrt. 1995, nr. 251), houdende verlenging van de geldigheidsduur en aanpassing van de Beschikking sponsorloterij.
d. Beschikking van de Minister van Justitie van 22 december 1995, nr. LO890/098/17789 (Stcrt. 1995, nr. 251), houdende aanpassing van de Beschikking Postcodeloterij.
e. Beschikking van de Staatssecretaris van Justitie van 22 december 1995, nr. LO870/0181/21293 (Stcrt. 1995, nr. 251), houdende aanpassing van de Beschikking instantloterij.
f. Beschikking van de Staatssecretaris van Justitie en de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 28 december 1993, nr. LO870/0181/21293 (Stcrt. 1993, nr. 5), houdende voorwaarden inzake het organiseren van de instantloterij.
g. Beschikking Zorgloterij 2001.
(Algemeen rijksambtenarenreglement)
De volgende beschikking wordt ingetrokken:
Beschikking beëdiging technische en administratieve ambtenaren Korps Rijkspolitie.
De volgende regeling wordt ingetrokken:
Regeling van de Minister van Justitie, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Financiën van 3 maart 1994, nr. 430291/594/GBJB EA93/2981 FIN94/195 (Stcrt. 1994, nr. 124), houdende vaststelling vacatiegeld leden Bestuursraad Landelijke Selectie- en Opleidingsinstituut politie.
Het volgende besluit wordt ingetrokken:
Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 18 oktober 1999, nr. 793375/899 (Stcrt. 1999, nr. 206), houdende instelling Commissie monitoring notariaat.
De volgende besluiten worden ingetrokken:
a. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 26 juni 1997, nr. 637346/897 (Stcrt. 1997, nr. 120), houdende wijziging inkomensgrenzen en eigen bijdragen WRB juli 1997.
b. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 23 april 1996, nr. 553107/896 (Stcrt. 1996, nr. 82), houdende wijziging inkomensgrenzen en eigen bijdragen WRB april 1996.
c. Besluit wijziging inkomensgrenzen WRB juli 1994.
d. Besluit wijziging inkomensgrenzen WRB januari 1995.
e. Besluit wijziging inkomensgrenzen en eigen bijdragen WRB januari 1994.
f. Besluit wijziging inkomensgrenzen en eigen bijdragen WRB april 1996.
(Wet op de economische delicten)
De volgende beschikking wordt ingetrokken:
Beschikking van de Minister van Justitie van 21 oktober 1993, nr. 394977/593/AH (Stcrt. 1993, nr. 218), houdende uitbreiding opsporingsbevoegdheid onbezoldigd ambtenaar Korps Rijkspolitie AID.
Het volgende besluit wordt ingetrokken:
Besluit van de Minister van Justitie van 24 april 1995, nr. 492225/595/WD (Stcrt. 1995, nr. 80), houdende onderzoek Criminele Inlichtingendienst regionale politiekorps Kennemerland.
(Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000)
De volgende regeling wordt ingetrokken:
Regeling tot vaststelling van de normbedragen voor voorschotverlening op grond van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000.
De volgende besluiten en regelingen worden ingetrokken:
a. Besluit van de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 20 december 1994, nr. 473444/94/6 (Stcrt. 1995, nr. 18), houdende instelling Begeleidingscommissie Evaluatie Algemene wet bestuursrecht.
b. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 6 maart 1991, nr. 46022/291 (Stcrt. 1991, nr. 50), houdende instelling Commissie coördinatie en harmonisatie kansspelbeleid.
c. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 8 januari 1993, nr. 301433/593/EP (Stcrt. 1993, nr. 30), houdende instelling Commissie bejegening vreemdelingen.
d. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 7 juni 1990, nr. 20068/90 (Stcrt. 1990, nr. 121) houdende instelling Commissie analyse asielprocedure en opvang asielzoekers.
e. Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 13 oktober 1998, nr. 722444/898 (Stcrt. 1998, 207), houdende verstrekking eenmalige subsidie aan advocaten.
f. Besluit van de Minister van Justitie van 23 december 1998 (Stcrt. 2004, nr. 17), houdende de instelling van het Project Tijdelijke Noodvoorziening Vreemdelingen.
g. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 3 mei 1991 (Stcrt. 1991, nr. 104), houdende de instelling van een stuurgroep Vreemdelingen Administratie Systeem.
h. Beschikking van minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken van 26 april 1989, nr. 656/589 EA88/548/U17 (Stcrt. 1989, nr. 110) houdende instelling stuurgroep, fuwa-platform en projectteam in het kader van ontwikkelen functiewaarderingssysteem voor de politie.
i. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 23 februari 1990 (Stcrt. 1990, nr. 53) houdende instelling Commissie binnenlands vreemdelingentoezicht.
j. Besluit van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken van 19 maart 1991 (Stcrt. 1991, 70) houdende de instelling van de Commissie ‘Beschrijving Budgetten Politie’.
k. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 3 maart 1992, nr. RW92-500-001-6 (Stcrt. 1992, nr. 60), houdende financiële steun rechtswinkels 1992.
l. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 23 december 1992, nr. RW925000595/DRH (Stcrt. 1992, nr. 253), houdende financiële steun rechtswinkels 1993.
m. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 30 juli 1998, nr. 710668/898 (Stcrt. 1998, nr. 158), houdende instelling Commissie heroverweging eigen bijdragen rechtsbijstand.
n. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 9 mei 1995, nr. 488612/895 (Stcrt. 1995, nr. 97), houdende instelling Commissie herijking vergoedingen rechtsbijstand.
o. Besluit van de Minister van Justitie van 2 mei 1990, nr. 16114/890 (Stcrt. 1990, nr. 102).
p. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 14 februari 1994, nr. 424543/894DRh (Stcrt. 1994, nr. 39), houdende voorwaarden toekenning subsidies rechtswinkels 1994.
q. Besluit van de Minister van Justitie van 24 april 1996, nr. 552380/896 (Stcrt. 1996, nr. 82), houdende instelling Commissie herijking omvang verplichte procesvertegenwoordiging.
r. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 18 januari 1999, nr. 737421/898 (Stcrt. 1999, nr. 23) houdende instelling Werkgroep kwaliteit in de gefinancierde rechtsbijstand.
s. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 5 maart 2001, nr. 5077487/DBZ/01 (Stcrt. 2001, nr. 96) houdende instelling Adviescommissie Ontheffingen.
t. Regeling van de Minister van Justitie van 13 december 1995, nr. 529556/595/GBJ EA95/U3403 (Stcrt. 1995, nr. 251) houdende toepasselijkheid Regeling training en toetsing vuurwapengebruik politie.
u. Beschikking van de Minister van Justitie van 9 juli 1991, nr. 137075/89/HDORR (Stcrt. 1991, nr. 139), houdende instelling Adviesraad herziening rechterlijke organisatie.
v. Regeling bureau communicatie Nederlandse politie.
w. Besluit van de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Volksgezondheid , Welzijn en Sport van 2 mei 2003, nr. IBE/E-2299802 (Stcrt. 2003, nr. 89), houdende instelling begeleidingscommissie onderzoek naar medische beslissingen rondom het levenseinde.
x. Besluit van de Minister van Justitie van 25 november 1993, nr. 412527/893DGR/DORJZ (Stcrt. 1993, nr. 238), houdende instelling begeleidingscommissie evaluatieonderzoek Herziening rechterlijke organisatie.
y. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 11 januari 2000, nr. 5000271/899 (Stcrt. 2000, nr. 16), houdende instelling Commissie tarieven gerechtsdeurwaarder.
z. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 3 januari 2000, nr. 5001886/899 (Stcrt. 2000, nr. 15), houdende instelling werkgroep notaris-in-loondienst.
(Besluit burgerlijk stand 1994)
De regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 6 september 1994, nr. 454155/94/6, betreffende verzending van de tekst van de latere vermeldingen, behorend bij dubbelen vanakten van de burgerlijke stand (Stcrt. 176; rectificatie in Stcrt. 190) wordt ingetrokken.
De regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 21 juni 1996, nr. 563418/96/PJR, tot aanwijzing van de Raad voor de kinderbescherming voor de invordering van onderhoudsgelden (Stcrt. 120) wordt ingetrokken.
(Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie)
De volgende besluiten worden ingetrokken:
a. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 10 juli 1989, nr. 326/189, betreffende gegevens door vergunninghouder te leveren over relaties met buitenland Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stcrt. 138).
b. Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 10 juli 1989, nr. 328/189, betreffende de vaststelling van gegevens ter beoordeling van aanvraag vergunning Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stcrt. 138).
De volgende regelingen worden ingetrokken:
a. Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 25 juni 1996, nr. 563886/96/6, tot instelling van de Commissie openstelling burgerlijk huwelijk (Stcrt. 1996, 136).
b. Regeling van de Minister van Justitie van 6 juni 1996, nr. 559188/896, tot instelling van de Commissie praktische gevolgen afschaffing procureur (Stcrt. 1996, 116).
c. Regeling van de Minister van Justitie van 12 april 1996, nr. 549856/896/DRJB, tot instelling van het Platform alternative dispute resolution (Stcrt. 1996, 74).
d. Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 15 januari 1990, nr. 2328JR90, tot instelling van de Commissie taak en functie raden voor de kinderbescherming (Stcrt. 1990, 23).
e. Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 11 oktober 1991, nr. 147696/91/JR, tot instelling van de Interdepartementale werkgroep integrale inspectie jeugdhulpverlening (Stcrt. 1991, 220).
f. Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 15 november 1995, nr. 523774/895DRJB, tot instelling van de Commissie herziening scheidingsprocedure (Stcrt. 224) wordt ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Justitie-intrekkingsregeling.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Het huidige kabinet heeft zich in het Hoofdlijnenakkoord ‘Meedoen, meer werk, minder regels’ (Kamerstukken II 2002/2003, 28 637, nr 19, blz. 4-5) onder meer ten doel gesteld de regelzucht te verminderen en de kwaliteit van de publieke dienstverlening te verbeteren. Het vorige kabinet heeft met het project Beter Bestuur voor Burger en Bedrijf (B4) (Kamerstukken II 2002/2003, 28 755, nr 1, blz. 1) reeds een start gemaakt om de regeldruk te verminderen. Eén van de projecten van B4 betrof het interdepartementale project ‘Doorlichting van ministeriële regelingen’. Bij brief van 15 november 2004 is het eindrapport van dit project en het kabinetstandpunt aan de voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2004/2005, 29 279, nr. 19). In het kader van bovengenoemd project heb ik mij onder meer ten doel gesteld te bezien of het bestand aan ministeriële regelingen opgeschoond kan worden.
Het gaat om regelingen die hun materiële betekenis hebben verloren, omdat zij niet meer gelden.
Het betreft onder meer regelingen of besluiten waarin tarieven of formulieren voor een bepaald jaar worden vastgesteld. Dergelijke regelingen vervuilen de wetgevingsbestanden. De bestanden worden daardoor minder toegankelijk en overzichtelijk. De opschoning van het bestand van ministeriële regelingen klemt temeer nu het electronische bestand van ministeriële regelingen breed beschikbaar is voor het publiek1 .
De inventarisatie van het bestand van ministeriële regelingen heeft tot gevolg gehad dat in totaal 122 regelingen worden ingetrokken. De ingetrokken regelingen hebben betrekking op verschillende wettelijke stelsels, waarbij een onderscheid is gemaakt naar regelingen die vallen onder straf- en sanctierecht, staats- en bestuursrecht of privaatrecht.
De Minister van Justitie,
J.P.H. Donner
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2004-254-p8-SC68203.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.